Michiel Meurs
Duurzame mobiliteit is een keuze
Ongeveer een jaar geleden schreef ik een blog over duurzame mobiliteit en sloot ik af met een oproep om vandalisme in de openbare ruimte en het openbaar vervoer te stoppen: vandalisme is niet duurzaam!
Nu las ik gisteren dat er treinen zijn bekogeld met bakstenen, is er een treinsurfer van het dak van de Eurostar gehaald en worden materieel en haltevoorzieningen weer net zo beklad als vóór corona. Hoezo duurzaamheid?
En zou het echt helpen om banden van SUV’s en terreinwagens lek te steken onder het motto ‘deze auto is een benzineslurper’? Wat zouden de eigenaren van die auto’s denken als ze hun gekoesterd bezit met zo’n stukgestoken band aantreffen? Ik gok dat ze zich niet direct voornemen om voortaan alleen nog met de fiets boodschappen te doen…
Terug naar duurzame mobiliteit dan maar. Zonder fossiele brandstoffen, met minder uitstoot van fijnstof en een kleiner beslag op onze ruimte. De meest duurzame mobiliteit is nog steeds géén mobiliteit: gewoon wonen, werken en ontspannen in je directe omgeving. Dat kan steeds beter door alle online middelen en diensten. Vergaderen en overleggen kan prima zonder verplaatsingen.
Werken op locatie is voor sommige beroepen geen vanzelfsprekende zaak meer. En wat dat ontspannen betreft: gebiedsontwikkeling, aandacht voor de openbare ruimte en de leefbaarheid van de gebouwde omgeving helpen zeker om onze steden en dorpen aantrekkelijker te maken, juist voor de eigen bewoners. Meer aandacht voor de kwaliteit van de omgeving, betere voorzieningen in de buurt: wie zou dat niet willen?
Of gaan we allemaal nog even snel naar Bonaire op vakantie, nog voordat een groot deel van het eiland onder de stijgende zeespiegel verdwijnt?
Even een verre vliegvakantie voordat dat echt niet meer kan, even een paar bomen laten planten om de reis CO²-neutraal te laten zijn.
Het gaat om het maken van keuzes. Duurzame mobiliteit is geen doel op zich, het is een onderdeel van een duurzame samenleving. Zoals Babette Porcelijn in haar boek ‘Het happy 2050 scenario’ laat zien gaat het om het totale plaatje, de samenhang van het geheel. En dat geheel moet anders, het hele systeem moet op zijn kop. Het gaat om alles: de landbouw, de transportsector, onze manier van werken en wonen, onze consumptie, energie, grondstoffen, het economisch model en het idee van economische groei. Het interessante daarbij is dat het niet alleen aan overheden en multinationals is om deze transitie in gang te zetten. Juist consumenten, of bij mobiliteit: reizigers, kunnen met hun keuzes, met hun portemonnee, sturen in welke richting het systeem beweegt.
Zoals Porcelijn zegt, we kunnen ons geen negatieve houding over de aarde en het klimaat veroorloven. ‘Alles wat je kunt doen is mooi meegenomen’.
Duurzame mobiliteit verzorg je dus zelf!