Syb Tjepkema

Syb Tjepkema: Zwolse voortrekker van integraal werken


Integraal werken vraagt om generalisten, niet om specialisten. Iemand die verbindingen legt tussen andere opgaven, projecten en afdelingen. Syb Tjepkema van de gemeente Zwolle is zo iemand.

Tekst: Manon van Ketwich

Syb Tjepkema werkt al meer dan 18 jaar voor de gemeente Zwolle. Officieel is hij senior beleidsadviseur mobiliteit, maar vanuit die rol probeert hij het integrale werken zo veel mogelijk toe te passen door samenwerking met andere collega’s in het openbaar domein aan te gaan. Is die integrale blik iets wat je met de jaren leert, een karaktertrek of spelen nog andere zaken mee? “Goede vraag. De gemeente Zwolle hanteert voor haar medewerkers de vier V’s (Verantwoordelijkheid, Vertrouwen, Vakmanschap en Verbinding, red.) als kernwaarden voor de organisatie en haar medewerkers. Ik ben een typische verbinder. Deels komt het vanuit m’n nieuwsgierigheid dat ik altijd bezig ben met de wereld om me heen. Daarnaast heb ik een combinatie van opleidingen gedaan. Verkeerskunde, Milieukunde en Sociale Geografie hebben voor een verruimde blik gezorgd. Omdat ik redeneer vanuit mobiliteit, ben ik op de andere gebieden geen specialist. Ik denk dat die integrale aanpak niet voor iedereen is. Een van de andere V’s, vertrouwen, vind ik typisch een belangrijke eigenschap voor juristen, of voor iemand die zich met financiën bezighoudt. Toch geloof ik erin dat je in alle onderdelen van onze organisatie verbinders hebt. De kunst is om deze te herkennen en erkennen en vervolgens in te zetten samen met collega’s die sterk zijn in de andere V’s.”

Hefboom

Het verbindende karakter van Tjepkema kwam bijvoorbeeld in de praktijk bij het ontwikkelen van een gebiedsplan voor de wijk Assendorp. Een oude wijk, dicht tegen het centrum van Zwolle aan. De parkeeroverlast die vanuit de bewoners in de wijk al jarenlang als ergernis nummer 1 werd genoemd werd als startpunt gekozen voor de ontwikkeling van het plan, maar er speelden ook zaken als wateroverlast, hittestress en een tekort aan speelvoorzieningen. “Parkeren was dus de hefboom voor het integraal aanpakken van de opgaven.” Dit ging niet altijd zonder slag of stoot, vertelt Tjepkema. “Mijn afdeling valt onder Ruimte en Economie. Ik heb makkelijk toegang tot andere collega’s. Ook spreek ik met wijkmanagers die weer contacten hebben in de buurt. Die optelsom is de integrale aanpak. Momenteel groeit het draagvlak voor integraal werken door vaststelling van onze Omgevingsvisie. Bovendien nemen de problemen toe, we hebben vaker te maken met zaken als wateroverlast of hittestress. Toen we net begonnen met een integrale aanpak hadden we wel eens een confrontatie met de wijkmanagers over wie wat doet. Zonder wrijving geen glans natuurlijk, integraal werken vergt immers ook een cultuuromslag in de organisatie. En dat leidt alleen maar tot een betere rolverdeling en dat we ons netwerk beter benutten.”

Omgevingsvisie

Tjepkema denkt dat de invoering van de Omgevingswet momentum biedt voor integraal werken, omdat de belangrijkste doelstellingen van de wet het verbeteren van de leefbaarheid en gezondheid van bewoners is, naast een doelmatig beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Voor beide doelen is integraal werken een must. De wet geeft een prima kapstok. “Nu is een interessant moment. De gemeenteraad van Zwolle heeft net de Omgevingsvisie vastgesteld, nu moeten we dus naar een realisatiestrategie toe gaan werken.”

“We hebben mensen nodig die verbinder zijn op het snijvlak van data en de gebruiker. Als het ware een tolk die de cijfers vertaalt naar concrete plannen. Net als de beleidsmakers zijn dat geen specialisten. Uiteindelijk gaat het erom dat je de juiste mensen op de juiste plek hebt.”

Integraal beleid vraagt om integraal beheer en dat vergt de nodige afstemming tussen de twee afdelingen. “De kunst is om een plan te maken voor de toekomst dat aansluit bij de (beheer)opgaven van nu”, weet Tjepkema. “Uiteindelijk scheelt dat geld bij de investeringen. Je moet het zo zien dat wij bijvoorbeeld door het aantal geparkeerde auto’s te verminderen meer ruimte maken voor lopen en fietsen maar ook bomen en groen, hoe je dat doet moet je transparant maken. Zo is er veel data beschikbaar die je daarvoor kunt gebruiken. Zowel gemeentelijke data over de opgaven als data over wat mensen zelf belangrijk vinden in hun wijk.”

Schat aan data

Tjepkema is een van de voortrekkers in Zwolle als het gaat om integraal werken. Zijn achtergrond ligt in de mobiliteit. Hoe waarborg je dat alle thema’s evenredig veel aandacht krijgen en dat niet de favoriete onderwerpen van de beleidsmaker in kwestie de overhand krijgen? “Data zorgen voor objectivering”, weet Tjepkema.

“We worden geholpen door het Buurt-voor-Buurt Onderzoek dat onder 12.000 inwoners wordt gedaan. Dat levert een schat aan informatie op. Zo krijgen we steeds meer data, wat ervoor zorgt dat we de juiste dingen doen. Zo hebben we een hittestresskaart en gegevens over de capaciteit van het elektriciteitsnetwerk in de wijk die we gebruiken voor het bepalen van de capaciteit voor laadinfra. En we hebben een Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP), waardoor we weten waar we de komende jaren aan de slag gaan met bijvoorbeeld de riolering of een nieuw wegdek. We laten inwoners van Zwolle ook steeds meer data zelf verzamelen”, refereert Tjepkema aan het citizen science project Senshagen over klimaatadaptatie of de inzet van zogenaamde snuffelfietsen om de luchtkwaliteit te meten.

Van nieuwe rollen naar nieuwe functies

De werkwijze van Tjepkema is momenteel weliswaar nog niet formeel vastgelegd, maar de komst van de Omgevingsvisie in Zwolle zorgt ervoor dat de stad er als geheel achter gaat staan. Het is immers een integraal beeld van de toekomst van de stad. Nu zal de rest van de organisatie nog moeten volgen. “In de pilots die we draaien zitten mensen die de noodzaak van integraal werken zien. Dat zal straks anders zijn. In mijn optiek moet de nieuwe stad de bestaande stad gaan helpen.” Nieuwe projecten zullen dus als vliegwiel moeten werken voor een integrale aanpak van bestaande wijken en buurten. Tegelijkertijd zijn er mensen nodig die de verschillende opgaven aan elkaar weten te verbinden. Die in de nieuwe projecten kansen zien voor de bestaande stad. Ook daar wordt in Zwolle mee geëxperimenteerd. Zo is in Assendorp iemand aangesteld die de komende maanden die verbindende rol op zich neemt. Als dit succesvol verloopt, hoopt Tjepkema dat die rol verder geformaliseerd wordt. “Daarnaast hebben we mensen nodig die verbinder zijn op het snijvlak van data en de gebruiker. Als het ware een tolk die de cijfers vertaalt naar concrete plannen. Net als de beleidsmakers zijn dat geen specialisten. Uiteindelijk gaat het erom dat je de juiste mensen op de juiste plek hebt.”