Rob Ebbing, Spark parkeren
Stationstuinen Barendrecht: groen, compact én goed bereikbaar door slim parkeren
Net als in heel Nederland staat ook Barendrecht voor een flinke uitdaging op het gebied van woningbouw. In de nieuwe wijk Stationstuinen wordt gebouwd aan een plek waar wonen, werken, leren en recreëren samenkomen. Een groene, gezonde leefomgeving die goed bereikbaar is met duurzame vervoerswijzen. Dit vraagt om slimme keuzes voor parkeren.
Tekst: Manon van Ketwich
Het succes en de financiële haalbaarheid van een gebiedsontwikkeling hangt in hoge mate af van de bereikbaarheid.
Stationstuinen is een bedrijventerrein dat tegen het NS-station aan ligt. Het gebied wordt momenteel herontwikkeld tot een duurzaam woon-, werk- en leefgebied, met ruimte voor 3.500 woningen en 67.500 m² aan voorzieningen. De kernwaarden ‘groen en bewust’, ‘gezond bereikbaar’ en ‘plek voor iedereen’ dienen als leidraad. Concreet betekent dat onder meer dat de auto vrijwel geheel uit het straatbeeld verdwijnt.
Hubs en pakketwanden
“In de kern van het gebied worden geen auto’s toegelaten”, verduidelijkt Rob Ebbing, die namens Spark de gemeente adviseert over het parkeren in de gebiedsontwikkeling. “Parkeren gebeurt in openbare hubs en beperkt in niet-openbare privéstallingen. Bezorgend verkeer wordt mondjesmaat toegelaten. Kleinere pakketjes zullen afgeleverd worden in pakketwanden in de hubs.”
Klinkt eenvoudig, maar uiteraard zit er spanning tussen de genoemde kernwaarden, weet Ebbing. “Het succes en de financiële haalbaarheid van een gebiedsontwikkeling hangt in hoge mate af van de bereikbaarheid. De auto speelt hierbij een cruciale rol. De auto is, ondanks aanwezigheid van ov en het stimuleren van alternatieven als de fiets en deelmobiliteit, immers nog steeds ons belangrijkste vervoermiddel en vereist de aanwezigheid van een goede infrastructuur en parkeerruimte. Liefst bij de bestemming.”
125 deelauto’s
Binnen De Stationstuinen krijgt langzaam verkeer prioriteit en wordt gericht ingezet op een beperkt autobezit en -gebruik. De aanwezigheid van hoogwaardig ov, NS-station Barendrecht en goede fietsverbindingen maken dit mede mogelijk. Voor verplaatsingen binnen De Stationstuinen wordt voor de verschillende modaliteiten de STOMP-hiërarchie (Stappen, Trappen, OV, Mobility as a Service, Privé-auto) aangehouden. Om bewoners te verleiden het privé autobezit te beperken komen er onder meer 125 deelauto’s in de hubs te staan.
Voor de inrichting van de wijk betekent het ook dat veel aandacht gaat naar de verblijfskwaliteit. Groen en compact zijn de sleutelbegrippen. Het wordt hiermee aantrekkelijk gemaakt om de fiets te pakken om bij het station te komen of een stukje te lopen.
Regie door de overheid
De gemeente wordt verantwoordelijk voor al het parkeren in de wijk, waar dat normaal gesproken voor een groot deel bij ontwikkelaars ligt. Het past volgens Ebbing in de trend waarbij de overheid in toenemende mate regie pakt over de ruimtelijke ontwikkeling in ons land. “Dit stelt gemeenten beter in staat om te komen tot een duurzaam werkend parkeerconcept.” De gemeente is als (parkeer)beleidsmaker optimaal toegerust om nu of op termijn waar nodig te sturen zodat vraag naar en aanbod van parkeerruimte met elkaar in evenwicht komen en blijven.
Om ervoor te zorgen dat iedereen, inclusief de toekomstige bewoners, weet waar hij aan toe is, wordt met alle stakeholders het parkeerconcept doorgesproken. “Dat doen we in zogenaamde parkeerateliers. Samen met verschillende afdelingen van de gemeente, maar ook de ontwikkelaars en makelaars. We onderzoeken en bespreken samen de werking van het nieuwe parkeerconcept. Het gaan denken in parkeerrechten in plaats van parkeerplaatsen is hierbij een onderwerp. Dit helpt in de concretisering bij ontwikkelingen met een parkeernorm van onder de 1.0. Hoe gaan we om met parkeernorm kleiner dan 1,0? Welke woning krijgt een parkeerrecht? Hoe ga je dat juridisch vormgeven? Het is op dat vlak echt pionieren.”
Step in the dark
De toekomstige wijk biedt ruimte aan een variatie aan woningen. “De autoafhankelijkheid verschilt per bewoner. Wanneer iemand meerdere verschillende banen heeft, of op een dag wisselend op meerdere verschillende plaatsen werkzaam is, kan het (met bagage) lastig worden om dat allemaal met de fiets of het ov te bereizen. Daarbij moet rekening gehouden worden met mensen die niet over de financiële middelen beschikken om altijd met het ov of deelmobiliteit te reizen.”
Ebbing kijkt ernaar uit om te zien hoe het mobiliteitsbeleid gaat uitpakken in de praktijk. “Op onderdelen is het toch een step in the dark om met elkaar een goed werkend en kostenefficiënt parkeerconcept te ontwikkelen zodat we mobiliteit en bereikbaarheid voor iedereen op een zo goed mogelijke manier geregeld krijgen. Niet alleen bij oplevering maar ook daarna.”