Energiehub als oplossing voor congestie
Tekst: Peter Bekkering
Congestie op het Energienetwerk kan zowel ingrijpende gevolgen hebben voor de inrichting van nieuwbouwwijken als voor de duurzaamheidsambities in bestaande gebieden. Stevin Technology Consultants heeft met energiehubs hiervoor een onderdeel van de oplossing.
Michiel van der Zanden is consultant en business developer bij Stevin Technology Consultants, waar hij verantwoordelijk is voor de energiehub propositie. Stevin staat voor activating potential binnen de publieke infrastructuur en richt zich op uitdagingen binnen het asset- en organisatiesysteem van de energiemarkt, mobiliteit en water. Klanten zijn onder meer lokale overheden zoals gemeenten en provincies, netbeheerders en vervoersbedrijven. Zijn collega Michel van Leeuwen focust zich momenteel bij Stevin met name op de versnelling van de energietransitie. Daarbij ligt zijn focus onder andere op congestie op het energienet, het voorkomen van congestie, congestiemanagement en de gevolgen van congestie voor de gebouwde omgeving.
Grote gevolgen
Van Leeuwen legt uit dat de gevolgen in bepaalde gebieden groot zijn: “Neem Utrecht. Daar heeft netwerkbeheerder TenneT zowel afname- als terugleveringcongestie afgekondigd voor de hele regio Utrecht. Het gevolg is dat alle aansluitingen groter dan de huis-, tuin- en keukenaansluitingen niet meer mogen worden aangesloten op het net en op een wachtlijst komen. Voor een nieuwe wijk betekent dat dat er geen voorzieningen zoals een school of supermarkt gebouwd kunnen worden en dat heeft weer gevolgen voor de mobiliteit.” Van der Zanden vult aan: “Als je overkoepelend naar congestiemanagement en de huidige netwerkcongestie kijkt, zie je dat de grootste bottleneck vooral zit bij de koppeling tussen het landelijk en het provinciaal netwerk. Dat heeft als gevolg dat je heel snel een heel groot probleem hebt.”
De congestie heeft niet alleen invloed op nieuwbouw, ook bestaande bouw wordt erdoor geraakt. Van Leeuwen: “Grote bedrijven die bezig zijn met elektrificeren, bijvoorbeeld van hun wagenpark, maar ook bij het gasloos maken van hun gebouwen, kunnen te maken krijgen met netwerkcongestie. ”(1) Het is ook zeker niet alleen een probleem van de dichtbevolkte gebieden. Van Leeuwen: “In dunbevolkte gebieden waar traditioneel de vraag laag was, zijn de netten veel minder zwaar aangelegd. Door de aanleg van grote wind- en zonneparken is er veel congestie ontstaan op de teruglevering aan het net in deze regio’s.”
Energiehub
Stevin ziet in energiehubs een deel van de oplossing voor de congestieuitdaging. Van der Zanden: “Een energiehub is een slim ingericht netwerk van bestaande en nieuwe elektriciteitsinfrastructuur van omgevingspartijen op en rondom knooppunten.
Een energiehub voorziet de omgeving op deze manier van o.a. elektriciteit tegen zo laag mogelijk maatschappelijke kosten.” Zo laag mogelijke maatschappelijke kosten betekent dus ook efficiënt gebruik maken van energie infrastructuur. Iedereen aangesloten op het net heeft een eigen energieprofiel. Vraag en aanbod variëren door de dag heen en de volledige transportcapaciteit is dus niet altijd nodig. Door met elkaar afspraken te maken over wie op welk moment afneemt, kunnen meer mensen worden aangesloten op dezelfde netcapaciteit.
Daar blijft het echter niet bij. Van der Zanden: “Wij zien dat wanneer we in gesprek gaan met lokale omgevingspartijen dat er allerlei initiatieven ontstaan die verder gaan dan alleen elektriciteit. Zo worden bijvoorbeeld bepaalde assets zoals een wasstraat, een tankinstallatie of een remise gedeeld.” Stevin ziet energiehubs daarom vooral als oplossing voor plekken met een complexe energievraag zoals bedrijventerreinen, industriegebieden en tankstations. Gebieden waar vaak ook behoefte is aan een laadinfrastructuur. Daarnaast is het volgens Van der Zanden een oplossing die inspeelt op de groeiende vraag naar zelfvoorzienende energiesystemen en naar duurzame bedrijventerreinen.
Voorkant
Ook bij nieuwbouwwijken waarbij naast woningen ook infrastructuur zoals scholen en supermarkten moeten worden gerealiseerd adviseert Stevin om aan de voorkant al na te denken over energiehubs en om ook al rekening te houden met de mobiliteit. Helemaal mooi is als hierbij een samenwerking met een aanliggend bedrijventerrein gevonden kan worden. Van Leeuwen: “Daarbij moet je goed kijken naar de vraag en het aanbod in zo’n gebied en wanneer zich pieken en dalen voordoen. Hoe beter je die op elkaar kunt afstemmen, hoe efficiënter je de bestaande netcapaciteit kunt gebruiken. Daarom zijn netbeheerders ook erg geïnteresseerd in energiehubs, omdat het kansen biedt aan een net dat eigenlijk geen capaciteit meer heeft.”
Doelgroepen voor de energiehub zijn gemeenten, netbeheerders, vervoerders, concessieverleners en omgevingspartijen zoals grote en kleine ondernemers. Van Leeuwen: “Een uitdaging daarbij is dat elke stakeholder zijn eigen behoeften heeft.” Van der Zanden vult aan: ”Een gemeente kijkt meer dan 20 jaar vooruit, een netbeheerder meer dan 40 jaar, een vervoerder 10 jaar, een concessieverlener 30 jaar en een omgevingspartij wil het liefst nu aan de slag en kijkt hooguit 5 jaar vooruit. Om die partijen bij elkaar te krijgen is regie nodig en die vervullen wij met onze onafhankelijke visie en aanpak op energiehubs.”
1. Dit is afhankelijk van de regio. Zie: https://capaciteitskaart.netbeheernederland.nl/ voor de congestie gebieden kaart.