Gerben van der Host
Digitale tools voor bereikbare en leefbare stad
Het beleid van wegbeheerders komt direct tot uiting in de toepassingen van verkeerslichten. Met deze en andere digitale middelen heb je direct invloed op de bereikbaarheid en leefbaarheid van gebieden. Maar ook andere doelen kunnen worden gediend. Verkeerskundige instrumenten krijgen op die manier een integrale toepassing.
Tekst: Manon van Ketwich
Persoonlijk vind ik dat bereikbaarheid gaat over keuzevrijheid. Hoeveel keuzevrijheid heb je, binnen een bepaalde acceptatiegrens, om ergens te komen?
Veel adviseurs van Vialis zijn specialisten op het gebied van duurzame, veilige doorstroming over weg, water en spoor. Dat geldt ook voor verkeerskundige Gerben van der Horst die zich vooral heeft gespecialiseerd in het verkeerskundig domein. “Door mijn opleiding aan de TU Delft heb ik een brede achtergrond. Maar de meeste vragen van wegbeheerders gaan toch wel over verkeerslichten.” Bereikbaarheid lijkt de laatste tijd extra aandacht te krijgen, als één van de grote maatschappelijke opgaven waar we in Nederland mee te maken hebben. “Woningbouw en klimaatadaptatie zijn de meest urgente thema’s”, vindt Van der Horst. “En bereikbaarheid is daar een afgeleide van, want dat mag met het aanpakken van die andere opgaven, niet verloren gaan.”
Anders kijken naar bereikbaarheid Maar waar hebben we het eigenlijk over als we praten over bereikbaarheid? “Persoonlijk vind ik dat het gaat over keuzevrijheid. Hoeveel keuzevrijheid heb je, binnen een bepaalde acceptatiegrens, om ergens te komen? Dat verschilt natuurlijk per modaliteit en per persoon. Als je er op deze manier naar kijkt, betrek je bereikbaarheid veel meer op de mens, terwijl het bij dit onderwerp vaak over locaties gaat. Het gaat dus om, om de keuzevrijheid te vergroten. Je moet je dan afvragen voor wie je het doet en daar een oplossing bij bedenken. In de geschiedenis is naar mijn mening te veel een tunnelvisie ontstaan, waardoor we een steeds grotere keuzevrijheid hebben gecreëerd voor mensen die toch al veel te kiezen hadden.”
De stap van de menselijke factor naar verkeerslichten lijkt een grote, maar dat valt mee, vindt van der Horst. “Het is geen gekke stap, hoor. Met verkeerslichten heb je direct invloed op het verkeer, het zijn echt verlengstukken van het beleid van de wegbeheerder. En waar het in de stad vroeger veel ging over het beperken van voertuigverliesuren en het bevorderen van de doorstroming, wordt nu meer en vaker gekozen voor langer groen voor fietsers en voetgangers. En nog breder, met verkeerslichten kun je zaken regelen rond milieuzones en venstertijden voor bezorgend verkeer. Je kunt bijvoorbeeld prioriteit geven aan vrachtverkeer op specifieke corridors en tijdslots.”
De vraag is of de werking van verkeerslichten ook bewust wordt opgemerkt door automobilisten, fietsers en voetgangers. Snapt de automobilist dat hij langer moet wachten omdat fietsers voorrang krijgen in het mobiliteitsbeleid? Of is het alleen maar irritant om lang voor het rode licht te staan. “Goede vraag”, vindt Van der Horst. “Ik denk dat op dat vlak nog veel te winnen is. Het verschilt natuurlijk per kruispunt welke keuzes de wegbeheerder maakt, maar het zou misschien wel wat duidelijker gemaakt mogen worden voor de weggebruiker.”
Technologie biedt mogelijkheden voor meer veiligheid Hoe ziet Van der Horst de toekomst? “Verkeerslichten blijven onderdeel van het straatbeeld. Er zijn mensen die denken dat dit niet zo is, vanwege de technologische ontwikkelingen in voertuigen zelf. Ik ben daar sceptisch over. Vooral doordat er zo veel verschillende auto fabrikanten zijn. Dat maakt het lastig om elke auto op dezelfde manier te laten reageren wanneer ze een kruispunt naderen.”
Van der Horst denkt wel dat connected vehicles met verkeerslichten gaan interacteren. “Nu al zijn er apps die kunnen voorspellen of een voertuig groen of rood krijgt. Ik denk dat wegbeheerders niet per se staan te springen om deze ontwikkelingen. Het is namelijk een stimulans om de auto te gebruiken, wanneer deze comfortabeler wordt, terwijl we juist willen dat minder auto’s de weg op gaan. Wél wordt het door dit soort technologie steeds veiliger en dat is natuurlijk heel goed.”
Voor verkeersmanagement zijn verkeerslichten een sterk instrument, maar er zijn meer mogelijkheden. “Je kunt naar de weginrichting kijken. Op het digitale vlak zijn DRIPS (Dynamische Route-informatiepanelen) mooie instrumenten om weggebruikers een bepaalde route te laten kiezen. Ze worden vaak ingezet bij evenementen en wegwerkzaamheden. Met het oog op de toekomst denk ik wel dat ze vaker ingezet kunnen worden om de bereikbaarheid te regelen. Met onze toepassing Verkeer.nu kunnen we verschillende netwerkscenario’s maken. Daarmee is bijvoorbeeld het verkeer op koopavonden anders te begeleiden dan op andere dagen.”
Meer toepassingen
Tot slot kunnen digitale verkeerskundige instrumenten ook andere doelen dienen, stelt Van der Horst. “Een mooi voorbeeld is Almere, waar we naast slimme camera’s ook milieusensoren hebben opgehangen. Bij een bepaalde mate van overlast in de luchtkwaliteit kunnen we het verkeer anders sturen. Daarmee bevorder je de gezondheid en leefbaarheid in een gebied. De bekende groene golf heeft als voordeel dat auto’s minder hoeven af te remmen en op te trekken, dat scheelt enorm in het geluid. De doorstroming die ermee gepaard gaat is voor bestuurders een enorme motivatie om de geadviseerde snelheid te rijden, in plaats van de maximum toegestane snelheid.”
Ondanks de vele voordelen van technologie en digitale hulpmiddelen, wil van der Horst nog wel een kanttekening maken. “Ook zonder apps en data is er met verkeerskundig beheer heel veel te bereiken. Je kunt veel met technologie en dat is goed. Maar het is een middel, niet het doel.”