Tekst: Eveline de Jong, Mobycon (foto)

Ruimte voor de voetganger: ontwerpen voor de gebruiker, niet als restruimte

In de afgelopen jaren steeg de afstand die mensen lopend afleggen, vooral de coronapandemie heeft een groot effect gehad op de het aantal kilometers dat wordt gelopen. Doordat mensen meer in of bij huis waren en woon-werkverkeer en reizen naar andere bestemmingen deels wegvielen, zijn mensen meer gaan lopen1. Vooral voor vrijetijdsdoeleinden, waaronder ook ‘ommetjes’ vallen, lopen mensen meer. Als gevolg van meer thuiswerken en digitaal vergaderen verwacht het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) een structureel effect van +2,3% meer loopafstand (vooral voor overige trips). Er wordt dus groei verwacht van het aantal meters wat wordt gelopen in Nederland, maar dit zullen vooral meters voor onze vrije tijd of overige trips zijn. Hoe kunnen we het aantrekkelijker maken om ook voor werk, school of onze boodschappen te gaan lopen?

Het belangrijkste verschil tussen lopen voor je vrije tijd en lopen voor de werk, school of boodschappen is directheid en gemak. Voor onze vrije tijd vinden we omlopen niet erg en is het soms ook wel het doel om vrij rond te lopen en te kijken waar je uitkomt. Maar als we lopen naar werk, school of naar de winkel kunnen een oversteek die niet fijn aansluit of een verkeerslicht waar je altijd lang moet wachten al het verschil maken tussen lopen, fietsen of de auto. We zijn voor deze dagelijkse verplaatsingen toch vaak op zoek naar efficiëntie.

Als we kijken naar het ontwerp van de openbare ruimte in woongebieden zijn er grote dingen die impact hebben op meer efficiënte looproutes, denk bijvoorbeeld aan doorsteekjes tussen gebouwen door of een brug op een strategische locatie. Maar ook kleinere dingen, zoals de plaatsing van vuilnisbakken en lantaarnpalen. We zien in huidige straten te vaak dat er bij het plaatsen van straatmeubilair niet wordt gekeken naar gewenste looproutes. Hierdoor krijg je situaties waarbij je na het oversteken meteen om een vuilnisbak heen moet lopen, of zulke krappe ruimtes tussen lantaarnpalen en bebouwing hebt dat je er moeilijk langs kunt lopen. Om nog niet eens te spreken over mensen met een scootmobiel, rolstoel of kinderwagen.

Het ontwerp voor voetgangersruimte vraagt meer dan enkel de restruimte toe te delen aan voetgangers en straatmeubilair. Voor het ontwerp van voetgangersruimte moet worden gekeken naar de wensen van de gebruikers, waaronder ook de gewenste routes en plek in de straat.

Daarnaast moet in het ontwerp worden gekeken naar de gebruikte materialen, ook in relatie tot toegankelijkheid voor slechtzienden, gladheid bij regenbuien of hittestress op warme dagen. Plaats voor vuilnisbakken, straatlantaarns en geparkeerde fietsen wordt nu vaak toebedeeld aan de ruimte voor voetgangers, hiervoor zouden servicestroken uitkomst kunnen bieden. Door in het straatontwerp expliciet rekening te houden en te ontwerpen voor de voetganger als gebruiker kunnen dit soort kleine dingen goed worden meegenomen vanaf het begin. Zo krijgt de voetganger de ruimte om meer te verplaatsen en om te verblijven.