Berry van Holland

Living Lab Beweegvriendelijk Vinkhuizen zet in op draagvlak en netwerk


De bewoners van de Groningse wijk Vinkhuizen hebben meerdere mogelijkheden om in de buurt te sporten en bewegen. Toch bleef de gezondheid van de bewoners achter bij de rest van de stad, ondanks initiatieven van de gemeente om de beweegvriendelijkheid in Vinkhuizen te bevorderen. Subsidie bood nieuwe mogelijkheden om de buurt letterlijk en figuurlijk in beweging te krijgen.

Tekst: Manon van Ketwich | Beeld: Shutterstock, Living Lab Beweegvriendelijk Vinkhuizen

“We zijn op zoek gegaan naar andere manieren om de beweegvriendelijkheid te bevorderen”, vertelt Berry van Holland. Namens Hanzehogeschool is hij als projectleider verbonden aan het Living Lab Beweegvriendelijk Vinkhuizen.

Subsidie

Het project begon in januari 2020 met de subsidie van ZonMw die beschikbaar kwam. ZonMw is een organisatie die zich richt op gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. “Samen met de gemeente zijn we gaan kijken wat we konden doen.” In 2017 werd het Diamantpark heropend, een project dat vanuit het programma De Bewegende Stad van de gemeente Groningen werd gefinancierd. Het park kreeg een sportieve invulling, met een pannakooi, een freerunparcours en mogelijkheden voor buitenfitness. Het gewenste beweeggedrag bleef echter uit. Reden voor de gemeente om samen met Hanzehogeschool nogmaals de wijk in te trekken en een impuls te geven aan het beweeggedrag van de bewoners.

“De wijk staat wel bekend als een lagere SES-wijk”, schetst Van Holland. “Verder zou ik zeggen dat er een vrij gemêleerde groep bewoners is. Veel studenten, maar ook ouderen en gezinnen met jonge kinderen. Voor Groningse begrippen wonen er misschien wat meer mensen met een migratieachtergrond, maar dat zijn er nog steeds niet heel veel. Overigens had ik zelf op voorhand een vrij negatief beeld van de wijk, maar toen ik er rondliep was ik verrast. Het is er veel groener dan ik dacht en er zijn best veel mogelijkheden om te bewegen.”

Invloed corona

De subsidie van ZonMw was met name bedoeld om in de wijk een netwerk op de bouwen. “Daar wilden we dus mee starten, pas later zouden we onderzoek gaan doen in de wijk. Maar toen kwam corona om de hoek kijken”, vertelt Van Holland. “We konden dus niet zo makkelijk de wijk in om bijeenkomsten te organiseren of om bij mensen binnen te komen. Wél konden we één op één met bewoners door de wijk lopen. We hebben het proces dus wat omgedraaid. Het voordeel was dat we via die persoonlijke gesprekken ook weer met andere mensen in contact kwamen. Op die manier bouwden we toch aan ons netwerk.”

Intrinsieke behoefte of wens van de gemeente?

In de zomer van 2020 was het mogelijk de eerste bewonersbijeenkomst te houden. Het projectteam vroeg de deelnemers wat ze zelf zouden willen en hoe ze daarbij geholpen konden worden. Maar, wilden de bewoners wel meer bewegen? Oftewel: was er een intrinsieke behoefte om meer te sporten en te bewegen, of was het meer de wens van de gemeente. “Dat is een goede vraag”, denkt Van Holland na. “Het klopt dat het vooral de gemeente was die aan de slag wilde met de beweegvriendelijke omgeving. Ik denk dat we op deze manier ook mensen hebben aangetrokken die er iets mee wilden.” Van Holland noemt dit als een van de leerpunten die hij, achteraf gezien, anders zou aanpakken, met de kanttekening dat corona een beperkende factor is geweest.

“Dat is een goede vraag”, denkt Van Holland na. “Het klopt dat het vooral de gemeente was die aan de slag wilde met de beweegvriendelijke omgeving. Ik denk dat we op deze manier ook mensen hebben aangetrokken die er iets mee wilden.” Van Holland noemt dit als een van de leerpunten die hij, achteraf gezien, anders zou aanpakken, met de kanttekening dat corona een beperkende factor is geweest. “Ik had met de kennis van nu veel vaker de wijk in willen gaan, meer exposure richting wijkbewoners willen hebben. Dan hadden we veel meer in gesprek kunnen blijven, over allerlei onderwerpen, niet alleen over sporten en bewegen. We hadden het project dan integraler kunnen oppakken, omdat er misschien andere opgaven naar boven waren gekomen. Bewegen was vast een van die onderwerpen geweest, maar ook hittestress speelt in deze wijk en de wens voor meer biodiversiteit. Complexere vraagstukken dus. We gaan wel proberen om deze onderwerpen mee te nemen, maar of dat lukt ligt voor een groot deel aan de gemeente. Die moet het uiteindelijk financieren.” ndelijkheid te bevorderen”, vertelt Berry van Holland. Namens Hanzehogeschool is hij als projectleider verbonden aan het Living Lab Beweegvriendelijk Vinkhuizen.

Wandelroute

Uit de gesprekken met de buurtbewoners bleek dat er weliswaar best wat sportvoorzieningen in de buurt waren, maar dat die niet altijd in de behoefte voorzagen. Iemand opperde om de waterwegen in de wijk aan elkaar te verbinden zodat, als er ijs ligt, er een mooi rondje geschaatst kan worden. Dit idee bleek te complex. Daarnaast gaf men aan dat ze graag een wandelroute wilden hebben, dit idee is uiteindelijk door de projectgroep opgepakt en verder uitgewerkt. De wandelroute wordt zo’n vijf kilometer lang en voert langs een aantal kunstwerken. Er wordt nog gekeken naar de precieze uitvoering, gedacht wordt ook aan een paar kortere lussen die aan elkaar geknoopt kunnen worden, zodat het ook mogelijk wordt om kortere afstanden te lopen.

“Een netwerk opbouwen kost tijd. Het contact leggen, vertrouwen opbouwen. Bovendien leeft er in een wijk een bepaalde historie waar je rekening mee moet houden.”

Het idee voor een pumptrack werd in eerste instantie niet door de projectgroep opgepakt, maar wel door iemand anders. “Dat hoorden we eigenlijk pas een paar maanden geleden. Diegene was al heel ver met de plannen, had ook al een ontwerpbureau benaderd. We zijn aan het kijken of we de pumptrack alsnog in het Living Lab kunnen betrekken, vertelt Van Holland.

Sociaal team en dan verder

Van Holland en zijn collega’s begonnen vrij blanco aan hun project. Ze werden in contact gebracht met het sociaal team in Vinkhuizen en gingen vanuit daar verder. “We hadden van tevoren geen idee met welke organisaties we wilden samenwerken. Het sociaal team was ons aanspreekpunt in de wijk. We hebben onder meer contact gehad met een zorginstelling waar overwegend mensen met een licht verstandelijke beperking verblijven. Daar was al een beweegplek die tevens toegankelijk is voor buurtbewoners, maar waar weinig gebruik van werd gemaakt. Met hen hebben we gekeken naar mogelijkheden om dat meer open te stellen.”

“Over het algemeen kunnen we zeggen dat het netwerk zich ontwikkelt. In de loop der tijd hebben we wel zo’n 50 tot 60 mensen gesproken, sommigen komen en gaan. Het is een levend netwerk en het is leuk om te zien hoe dynamisch het is. Wel hebben we geleerd dat het een vreselijk lang proces is. Een netwerk opbouwen kost tijd. Het contact leggen, vertrouwen opbouwen. Bovendien leeft er in een wijk een bepaalde historie waar je rekening mee moet houden. Een aantal bewoners was sceptisch over wat we wilden doen. Je moet met de bewoners meebewegen en je onafhankelijk opstellen.”

Top-down of bottom-up?

Welk effect de grote tijdsinvestering uiteindelijk gaat hebben wordt de komende tijd duidelijk, als de wandelroute daadwerkelijk gerealiseerd en gebruikt gaat worden. “Ik heb me wel eens afgevraagd wat er zou zijn gebeurd als gekozen was voor een top-downbenadering, in plaats van bottom-up. Dus dat de gemeente zelf het initiatief had genomen voor een wandelroute in de wijk. Het realiseren van zo’n route is niet zo invasief, ik denk niet dat daar heel veel bezwaar tegen zou zijn geweest. Uiteindelijk zijn het 50 paaltjes die de grond ingeslagen moeten worden. Dat ligt anders voor de pumptrack die er ook komt. Als dat zomaar was neergelegd waren er vast mensen op de barricade geklommen.” Van Holland denkt wel dat het intensieve proces verschil zal maken voor het gebruik van de wandelroute. “Daarnaast zie je nu initiatieven ontstaan voor andere wandelroutes, die langs groene plekken in de wijk voeren of langs sportplekken. We hebben misschien wel voor een klein olievlekje gezorgd dat zich over Vinkhuizen verspreidt.”

Omdat vooraf geen nulmeting is gedaan naar het beweeggedrag van mensen in Vinkhuizen zal straks lastig aan te tonen zijn of de aanleg van de wandelroute verschil maakt. “Bovendien zijn mensen door corona over het algemeen meer gaan wandelen in de buurt, dus je weet dan niet waar eventueel toegenomen beweeggedrag aan toe te schrijven is. De winst zit ‘m nu ook in dat de gemeente veel meer dan eerst openstaat voor ideeën van bewoners. En zonder corona zou de wandelroute er misschien al zijn geweest en hadden we er meer vraagstukken aan kunnen koppelen.”

“Ik had met de kennis van nu veel vaker de wijk in willen gaan, meer exposure richting wijkbewoners willen hebben. Dan hadden we veel meer in gesprek kunnen blijven, over allerlei onderwerpen, niet alleen over sporten en bewegen.”