Ebusco: de Tesla van de elektrische bussen

Foto: Ebusco

Auteur: Guus Puylaert

Ebusco uit Deurne kwam in 2012 als nieuwe speler op de bussenmarkt en legde zich toe op de ontwikkeling van elektrische bussen. “Ebusco is echt een pionier op het gebied van e-bussen”, vertelt innovatiemanager Patrick Heuts. Het bedrijf zet veel stappen om deze pionier ook echt te blijven.

Patrick Heuts

Heuts is zelf sinds 2015 werkzaam bij het techbedrijf dat bussen bouwt. “Veel traditionele fabrikanten bouwen op basis van dieselbussen hun elektrische bussen. Daardoor zijn die voertuigen altijd te zwaar. Bij Ebusco zijn het batterijsysteem en de elektrische aandrijving de kern. Daar bouwen we de bus eromheen. Daardoor krijg je een heel andere opbouw van de bus.”

Hij maakt de vergelijking met Mercedes, dat ooit een dieselmotor ontwikkelde en daar de (vracht)auto omheen bouwde. Maar liever spiegelt hij Ebusco aan Tesla. “Je moet out of the box durven denken en met vernieuwende ideeën komen. Natuurlijk kom je daarbij als nieuw bedrijf wel struikelblokken tegen, maar nieuwe ideeën zijn in zo’n markt erg goed.”

Springplank naar Europa

Kon een bus van Ebusco tien jaar geleden nog een batterijpakket van 200 kWh mee aan boord, inmiddels is dat meer dan 400 kWh. In Nederland rijdt Ebusco onder meer in Dordrecht, Leiden en Utrecht. Eind 2020 levert het ook bussen aan Connexxion voor de regio Haarlem en Amsterdam.

Op de streeklijnen in Groningen en Drenthe doet Ebusco inmiddels ervaring op met langere afstanden. Uiteindelijk is dat een springplank naar het buitenland, verwacht Heuts. “De Duitse markt komt nu pas een beetje op gang omdat de diesellobby enorm is, dus het is goed om daar alvast te zijn. Wij rijden al in München, Borkum, Eisenach en Bad Neustadt. Bonn en Frankfurt volgen later dit jaar. Maar ook Scandinavië is een interessante markt.”

Het frame van de bus is van composiet

Vernieuwende ideeën

Eén van die vernieuwende ideeën is om te werken aan significante gewichtsreductie van de bus. “Iedere kilo die je kunt kwijtraken, zorgt voor een hogere efficiency. En dan heb je bovendien minder batterijen aan boord nodig, wat nog meer gewicht scheelt. Dus dan gaat het hard.”

Daarnaast wil Ebusco ook een volledig autonome bus op de markt brengen. En dan niet eentje op een vrijliggende baan, zoals de ParkShuttle van 2getthere, maar eentje die in de stad kan rijden met conflicterend verkeer. Dat duurt nog zeker vijf jaar, verwacht Heuts. “Veiligheid staat voorop en op dit moment is de rekenkracht daarvoor nog te beperkt.”

Knellende regels

Hiernaast wil Ebusco zich ook onderscheiden in de markt van de laadinfrastructuur. Zo ontwikkelt de bussenbouwer energycontainers, die energie opslaan en zo het stroomnetwerk kunnen ontzien. “Dat kan een oplossing bieden met kleinere netaansluitingen. Zo kan je toch veel energie uit het net halen zonder nieuwe aansluitingen en extra kabels te trekken.”

Netbeheerders kunnen die containers alleen nog niet eenvoudig inzetten. “Naarmate batterijtechnologie doorontwikkelt, wordt dit steeds aantrekkelijker en biedt kansen in de energietransitie. We zijn afhankelijk van wetten en regels, die soms behoorlijk knellend zijn. Het is heel gek als je niet echt kunt anticiperen op de toekomst.”

Assembleren in China

Veel mensen denken dat Ebusco zijn bussen importeert vanuit China. Ten onrechte, aldus Heuts. “De assemblage gebeurt in China, de rest in Nederland. Wij hebben een enorme R&D-afdeling, want in de kern zijn wij een techbedrijf dat bussen bouwt. Wij werken met China vanwege de productiemogelijkheden en werken via het Apple-model: we ontwerpen alles zelf en houden de controle.”

De samenwerking met China is wel een politiek gevoelig onderwerp, zeker sinds de ophef rondom de Chinese bussenbouwer BYD in de concessie IJssel-Vecht. Maar Ebusco bemoeit zich niet met politiek, zegt Heuts. “Wij kunnen die assemblage nog niet zelf doen, daarom zitten we in China. Dit is een bedrijfsmatige keuze om überhaupt te kunnen leveren. Als wij een tender winnen, zoals met Connexxion op Schiphol, dan gebeurt dat op basis van technologie. Dat heeft niets met Chinese of Europese productie te maken.”