Het vergrootglas en de verrekijker


Is de deelscooter een bedreiging voor de fietsstad?

Terwijl haast iedere Nederlandse stad zich dè fietsstad van het land wil noemen en inzet op actieve mobiliteit, doemt er een gevreesde concurrent op aan de horizon; meestal groen en soms wit met paars. De deelscooter doet namelijk ook in steeds meer middelgrote steden zijn intrede en daar moet je als gemeente snel iets van gaan vinden. Alleen de vraag is, gaan we er wat van vinden door met een vergrootglas te kijken of met een verrekijker?

Auteur Nick Knoester, Over Morgen

Nick Knoester, Overmorgen

Als je door het vergrootglas kijkt zie je sporadisch een foutgeparkeerde deel-e-scooter op de stoep staan en vallen al die vaak minstens net zo onhandige geparkeerde particuliere scooters en (swap)fietsen je niet meer op. Laat staan dat het je opvalt hoeveel ruimte die meestal gelukkig wel goed geparkeerde auto inneemt (maar met zoveel beschikbare ruimte is dat ook geen kunst).

Als je door een vergrootglas kijkt naar wie er op die deelscooters rijden zie je vaak kwieke jonge mensen, waarvan je je afvraagt: ‘Kunnen die jongelui niet gewoon de fiets pakken?’ Waarschijnlijk vallen je dan al hun leeftijdsgenoten die zich een eigen fossiele scooter voortbewegen je minder op (ondanks dat zij wel hun best doen om op te vallen middels het geluid en de geur die hun uitlaat achterlaat).

Misschien vallen ze je überhaupt minder op, omdat je in een geprivilegieerde wijk woont waar minder vervuilende scooters rondrijden (en waar juist de deelscooteraanbieders naartoe trekken). Bovendien heb je dan ook geen oog voor de voorbijrazende auto’s. En als je ze wel opvallen, doe je de aanname dat zij allemaal grote afstanden afleggen, terwijl die automobilisten juist in driekwart van de gevallen ‘fietsafstanden’ afleggen.

Dus wat nu als we dat vergrootglas inruilen voor een verrekijker en we turen naar de horizon? Dan zie ik eerder kansen dan selectieve ongemakken. Kansen die soms niet direct tot uiting komen, maar er wel degelijk gloren.

Als je naar de horizon tuurt, zie je deelscooteraanbieders die hun gebruikers slim sturen op hun gedrag en zorgen dat de nieuwe gebruikers beter worden opgevoed om de scooters netjes achter te laten. Daarmee verdwijnt de hinderlijk geparkeerde deelscooter uit het straatbeeld.

Grijze haren onder de helm

Als je naar de nabije toekomst kijkt in de middelgrote steden zie je eenzelfde ontwikkeling qua verbreding van de doelgroep als in de grote steden, waar de voertuigen steeds meer ingeburgerd raken. Wie in Rotterdam of Amsterdam kijkt ziet steeds vaker grijze haren onder de helm vandaan wapperen. Hiermee is de e-scooter de gangmaker voor nieuwe gedeelde mobiliteit. Het zorgt ervoor dat die cynische oom, verknocht aan zijn eigen auto, zich er zelf aan gaat wagen en daarmee wordt de deur open gezet naar de rest van het deelmobiliteitsscala. Maar het lukt je eerder om hun interesse te wekken met een stille, hippe scooter dan met pakweg een rode Volkswagen Up (die wel hard nodig is als drager van het hele systeem).

''Wie in Rotterdam of Amsterdam kijkt ziet steeds vaker grijze haren onder de helm vandaan wapperen.''

Als je met de verrekijker naar de iets verdere toekomst kijkt, zie je dat er een hele generatie is opgevoed met deelmobiliteit, door die deelscooter. Die generatie is straks gewend aan het checken van de telefoon voor hun mobiliteit, in plaats van dat die eigen auto diepgeworteld in hun systeem zit. Deze doelgroep gaat straks aan hun toekomstige werkgevers vragen of ze het gebruik van deelscooters en deelauto’s kunnen faciliteren, in plaats van ouderwets lonken naar die leaseauto. En zo zorgen ‘die luie studenten die nu net zo goed kunnen gaan fietsen’ misschien nu voor minder fietsritjes, maar straks ook voor minder ruimtebeslag door die goed geparkeerde eigen auto.