Martijn van Eck

We moeten meer verlangen van onze woonomgeving om het inclusief te maken


Nu we de Covid-pandemie in Nederland langzaam verlaten vroeg ik mij af hoe we onze steden zouden intekenen als we helemaal opnieuw zouden mogen beginnen. De desolate straten in mijn stad leken op landingsbanen. En als je veel wandelt en fietst zoals ik in de Coronatijd heb gedaan en je zet de bril op van een mindervalide persoon, dan valt dit niet mee. Terwijl we onze omgeving in die tijd ontzettend zijn gaan waarderen. Ik vroeg mij af: moeten we niet meer verlangen van onze woonomgeving? Een leefomgeving die niet alleen leefbaar is, maar een die ons gezond maakt en houdt? En dat kan alleen als we dit voor iedereen doen: waar de behoeften van iedereen zijn inbegrepen in het ontwerp van de buitenruimte.

Tekst: Martijn van Eck (Kragten)

Vrijuit kunnen bewegen heeft prioriteit

We hebben gezien dat mensen gedurende de coronatijd minder zijn gaan bewegen. Vooral de doelgroep ouderen, 65-plussers, hebben minder tijd doorgebracht in de openbare ruimte en mensen met een lichamelijke beperking of aandoening zijn minder gaan bewegen, zoals uit onderzoek blijkt (1). Het resultaat hiervan is dat ze conditioneel achteruit gingen, minder kracht hadden, sociale contacten misten en last hadden van meer stress (2). Vrijwel alleen fietsen en wandelen was in die coronaperiode nog mogelijk. Des te belangrijker dat onze eigen leefomgeving zo is ingericht dat iedereen in de samenleving zelfstandig en zonder belemmeringen op pad kan.

Is inclusief dan alleen toegankelijk?

De ‘Richtlijn toegankelijkheid’ van het CROW is hierover duidelijk. Een inclusieve beweegvriendelijke openbare ruimte wil zeggen: ‘toegankelijk voor iedereen’. Iedereen moet zich zelfstandig, veilig en comfortabel kunnen bewegen.

Een goede ingerichte openbare ruimte is toegankelijk voor elke gebruiker zodat hij of zij zich zelfstandig kan voortbewegen zonder hulp van derden. Maar is toegankelijkheid alleen genoeg? Mijn antwoord hierop: nee. Een aspect als veiligheid en een smaakvolle omgeving is eveneens van invloed op het beweeggedrag van jong en oud. Stel je voor dat de kortste route vanuit een vanuit een wijk naar het winkelcentrum een route is langs een onaangename, drukke weg. Je vraagt je dan af: ‘Welke oudere gaat er voor zijn of haar plezier wandelen?’

In concrete projecten waar we als Kragten actief in zijn, zien we op alle schaalniveaus dat veiligheid en esthetiek onderwerpen zijn waar verbeteringen zijn aan te brengen. Het speelt zich overal af, of het nu gaat om verkeer en vervoer, speelruimte of sport- en beweegruimte. Een inclusieve beweegvriendelijke omgeving is in onze optiek niet alleen toegankelijk voor alle inwoners, de omgeving is ten minste ook veilig en aangenaam. Een ander onderwerp dat te maken heeft met inclusie is dat plannen en projecten tot stand komen met belanghebbenden zoals bewoners, ouderengroepen, jeugdambassadeurs, ontwerpers, vervoersmaatschappijen, zorginstellingen en beleidsambtenaren vanuit het sociale en fysieke domein. Een inclusieve beweegvriendelijke omgeving houdt rekening met de behoeften van mensen met een beperking.

Inclusieve omgeving = toegankelijk + veilig + aangenaam + participatie

De roep om inclusief te verplaatsen komt vanuit de straat zelf

In de mobiliteitsprojecten zien we dat het begint bij ambities om een stad of stadsdeel voor mensen die het nodig hebben toegankelijk te maken. Ambities die samengevat worden vanuit datgene wat opgehaald is bij belanghebbenden in diverse ‘denktanks’.

Stel je voor dat de kortste route vanuit een wijk naar het winkelcentrum een route is langs een onaangename, drukke weg. Je vraagt je dan af: ‘Welke oudere gaat er voor zijn of haar plezier wandelen?’

Wat we vaak zien is dat oudere straten aangrenzend aan nieuwe straten en pleinen minder toegankelijk zijn. De volledige verplaatsingsketen moet toegankelijk zijn en is zo sterk als zijn zwakste schakel. Wie wil werken aan een toegankelijke stad moet daarom de zwakke schakels benoemen en wegwerken. Maar er zijn meerdere aspecten die bij mobiliteitsprojecten aan het licht komen die gaan over toegankelijkheid. Veroersarmoede bijvoorbeeld. In diverse steden komt aan het licht dat er wel sprake is van een ‘basisnetwerk’ en infrastructuur, maar dat de bushaltes voor ouderen te ver weg liggen en er eigenlijk geen andere keuze is dan de buurtbus. En zeker in gebieden waar men op of onder de armoedegrens leeft en waar mensen er een minder gezondere leefstijl op na houden. Juist in die gebieden is jezelf kunnen verplaatsen, of dit nu met een rollator is of met het openbaar vervoer, ontzettend belangrijk.

Ook betaalbaar openbaar vervoer is een belangrijk aspect en dit is voor diezelfde doelgroep echt niet altijd vanzelfsprekend. En er is veel mogelijk, als het maar bespreekbaar gemaakt wordt met vervoermaatschappijen, de regio, provincie en gemeenten. Maak vervoer tenminste aantrekkelijk door bijvoorbeeld te werken met speciale tarieven. Voor 1 euro naar de zaterdagse markt.

Angst om op pad te gaan

Een ander aspect wat we regelmatig tegenkomen in de gesprekken die we voeren of vanuit de enquêtes die we doen, is dat de doelgroep ouderen met een beperking zelf niet op pad durft te gaan vanwege barrières om er te komen. Denk bijvoorbeeld aan razend verkeer en veel omgevingsgeluid waardoor mensen gedreven door angst niet de deur uit kunnen. Dit raakt aan meerdere onderwerpen, zoals (verkeers)veiligheid en een vervoersnetwerk voor mindervaliden. Maar ook aan het inzichtelijk maken van belangrijke voorzieningen specifiek voor die doelgroep. Het inzichtelijk maken van routenetwerken door middel van data-analyse is hierbij van grote waarde.

Bestuurlijke steun voor draagvlak

In het geval van een mobiliteitsplan is het van belang dat de ambities op het gebied van inclusiviteit vastgelegd worden in een mobiliteitsvisie die vervolgens bekrachtigd wordt door steun van de raad. Zonder bestuurlijke commitment wordt het immers heel lastig om de juiste maatregelen op het gebied van inclusiviteit voor elkaar te krijgen. Vanuit daar wordt er vervolgens samen met betrokkenen en met de kennis die voorhanden is, toegewerkt aan een pakket van maatregelen.

1) Dool, R. van den (2020). Sport en bewegen in tijden van covid-19. Utrecht: Mulier instituut

2) Jonge, M. de & Lindert, C. van (2020). Invloed van de corona maatregelen op actieve mensen met een beperking (factsheet 2020/36). Utrecht: Mulier Instituut