Gijs Meijer
Sweco
Alleen groen is niet genoeg
“We hebben lang geprobeerd om natuurinclusief bouwen te stimuleren, maar dat werkt niet. Daarom zou het gewoon verplicht moeten zijn”. Een duidelijk standpunt van Gijs Meijer, adviseur biodiversiteit en ecologie bij ingenieursbureau Sweco.
Tekst: Manon van Ketwich
Lang hield Gijs Meijer zich vooral bezig met het behoud van natuur en het voldoen aan wet- en regelgeving bij projecten. Enkele jaren geleden koos hij voor een andere insteek. Natuur kan namelijk heel veel meerwaarde hebben, en veel projecten zag ik gemiste kansen. “In mijn werk houd ik me vooral bezig met biodiversiteit in de stad en dorp en de randzones daarvan. Sweco zet zich in voor de maatschappij van de toekomst, dat betekent dat je verder moet kijken dan de korte termijn en dat je de natuur moet versterken. Vroeger ging duurzaamheid vooral om energie, tegenwoordig ook klimaatadaptatie en inmiddels is biodiversiteit aan een opmars bezig een volwaardig duurzaamheidsthema te worden.”
De projecten waar Meijer bij aanschuift zijn divers. “Zo hebben we een beleidsplan biodiversiteit geschreven voor de gemeente Wijchen, hebben we voor de gemeente Nieuwegein een uitgebreide ontwerphandreiking gemaakt voor een natuurinclusieve binnenstad en zijn we bezig met het ontwerpen van natuurinclusieve gebouwen.”
Natuur is veerkrachtig
Ondanks de alarmerende nieuwsberichten over biodiversiteit is Meijer niet helemaal negatief gestemd. “In de stad gaat het niet eens zo slecht, daarbuiten daarentegen wel. De stad wordt een steeds belangrijker leefgebied voor allerlei soorten en er is ook verrassend veel natuur in de stad. Het toont aan dat de natuur veerkrachtig is. In de stad liggen veel kansen en mogelijkheden. Ik wil ervoor zorgen dat mensen in hun eigen leefomgeving een stukje natuur kunnen ervaren. Het versterken van de verbinding van mens en natuur is zo belangrijk. Zowel voor onze gezondheid, maar ook om meer waardering voor onze flora en fauna te krijgen. Dit draagt hopelijk bij aan een betere zorg voor onze natuur en een duurzamere toekomst.”
“De stad wordt een steeds belangrijker leefgebied voor allerlei soorten en er is ook verrassend veel natuur in de stad. Het toont aan dat de natuur veerkrachtig is.”
Door mooie plaatjes heen prikken
Het bewustzijn rond biodiversiteitsverlies wordt groter, op steeds meer plekken wordt geprobeerd er iets aan te doen. “Ik zie veel goedbedoelde acties die zich eigenlijk alleen richten op honingbijen, terwijl er voor veel meer soorten iets moet gebeuren. Daar kan je als ecoloog echt van meerwaarde zijn. Gelukkig worden we steeds eerder betrokken bij projecten, ontwerpers vinden het ook belangrijk dat we meedenken. Wij prikken door mooie plaatjes heen.” Meijer verwijst naar de artist impressions die vaak van nieuwe projecten worden gemaakt en die er meestal heel groen uitzien. “Alleen groen is niet genoeg”, weet Meijer. “Groen is niet hetzelfde als bloemrijk, natuurinclusief. Daar komt veel meer bij kijken.” Hoe moet het dan wel? “Laat je inspireren door de natuur in de omgeving, door de lokale biodiversiteit. Je hoeft echt niet bij elk project heel intensief met een ecoloog samen te werken. Daar zijn simpelweg niet genoeg ecologen voor. Maar zorg er wel voor dat je een visie hebt voor de lange termijn. Kies in elk geval voor inheemse planten. Het wordt wel een soort ecologenriedeltje, maar we zeggen het niet voor niets.”
“Gebouwen kunnen we zien als rotsen, met kieren en gaten voor vogels en andere dieren.”
Volwassen thema
Meijer ziet dat natuurinclusief bouwen een meer volwassen duurzaam thema aan het worden is . Bovendien groeit het maatschappelijk besef dat de biodiversiteit onder druk staat. “We zien dan ook dat natuurinclusief bouwen steeds vaker onderdeel van de uitvraag van opdrachtgevers is. Projecten worden steeds integraler aangepakt. Helaas hebben we nog te weinig zicht op wat voor effect dat heeft, omdat er nog te weinig wordt gemonitord doordat met name op projectbasis wordt gewerkt.”
Dat het ook anders kan toont gemeente Eindhoven aan. Daar werden een aantal jaar geleden negen plekken in de stad aangewezen om te vergroenen. Momenteel wordt onderzocht wat de waarde is voor biodiversiteit. Meijer: “In 2018 zijn de eerste locaties vergroend, dit najaar is de laatste locatie aangepakt. Bij de eerste plek werd alleen maar gras ingezaaid en typsiche ’gemeentestruikjes’ aangeplant, daarna is overgegaan naar vast uitheemse planten en bij de laatste locatie zijn veel inheemse planten gebruikt.” Deze koerswijziging houdt ook verband met het inzicht dat het versterken van de biodiversiteit goed samen kan gaan met klimaatadaptatie. “Het onderwerp klimaatadaptatie loopt voor ten opzichte van natuurinclusief bouwen en richtte zich in eerste instantie vooral op het opslaan van water. De eerste wadi’s bestonden dan ook alleen uit gras. Nu zien we dat vaker wordt gekozen voor diverse inheemse planten en struiken. Dat heeft meerdere voordelen. Het zorgt voor een betere doorworteling van de bodem, waardoor water beter wegloopt. Bovendien is het gewoon mooier, de natuurbeleving is beter, wat een positieve invloed heeft op onze mentale gezondheid.”
Spiegelen van beplanting
De projecten waar Meijer zich mee bezighoudt concentreren zich vaak op een bepaalde locatie. Terwijl het voor een goede biodiversiteit zaak is dat er groene verbindingen worden gelegd. “Inderdaad moeten we de stad zien als een ecosysteem, een rotsachtig landschap, en moet de verbinding tussen groene gebieden worden gelegd. Gebouwen kunnen we zien als rotsen, met kieren en gaten voor vogels en andere dieren. Bij projecten probeer ik altijd de grootste knelpunten en barrières in kaart te brengen, ondanks dat die niet altijd op de locatie van het betreffende project zijn. Het is belangrijk om verder dan je projectgebied te kijken, over de grenzen heen. Verder kun je veel doen met het spiegelen van beplanting. Je laat dan in je project planten terugkomen die elders in de stad en omgeving ook voorkomen. Daarmee maak je het soorten die van nature voorkomen naar hun zin.” Deze techniek werd al toegepast bij de nieuwe Eindhovense wijk Buurtschap te Veld. “Die wijk wordt gebouwd in de buurt van een beek. We hebben de natuur die langs die beek voorkomt doorgetrokken naar de wijk, dat resulteert in 100 procent inheemse beplanting van bomen, struiken, bloemrijke zomen en graslanden.”
Om echt stappen te kunnen maken moeten we volgens Meijer af van de vrijblijvendheid van natuurinclusief bouwen. “We hebben jarenlang geprobeerd om te stimuleren, dat werkt niet. Wel voor bijzondere icoonprojecten, maar 90 procent van wat er gerealiseerd wordt is standaard werk. Daarom moeten we natuurinclusief bouwen verplichten. Het klopt dat er al heel veel eisen liggen, maar dan kan deze er ook nog wel bij.”