Groen/Smart City

Internet en natuur gaan hand in hand

'Ik vind dat je weinig kan zeggen over steden bouwen als je niet weet hoe de aarde werkt.'

Door: Reinoud Schaatsbergen

In het kader van ontschotting is Green City Watch een lichtend voorbeeld. Het geoAI bedrijf combineert twee thema’s die vandaag de dag onontkoombaar zijn – smart cities en natuur – tot een verrassend resultaat. Zelf noemen ze het renaturing urban development. Wij interviewden Nadina Galle, medeoprichter van Green City Watch, over de ambitie om moderne techniek in te zetten voor de natuur.

'Mijn rol binnen Green City Watch is om continu onderzoek te vertalen naar de praktijk, zodat het klopt op basis van wat mensen willen die er leven en niet op basis van planologisch onderzoek van twintig jaar geleden.'

Laten we beginnen bij het begin: wat is Green City Watch?

“Het is wereldwijd een trend dat steden steeds drukker worden en steeds meer verdichten. Zo ook in Amsterdam. Daar moeten zo’n 50.000 nieuwe woningen komen (voor 2025, red.), vaak ten koste van groen. Onderzoek van UvA liet al zien dat in de afgelopen dertien jaar het groen in Amsterdam met elf procent is afgenomen. Ik heb het dan niet over parken, maar echt lokaal groen dat niet zo beschermd is als bijvoorbeeld het Vondelpark. Wij willen het over die ruimtes hebben.”


“Wij zagen daarin een grote niche: het objectief monitoren van de kwaliteit van de groene ruimte. Dat doen wij met hoge resolutie satellietbeelden en drone imagery, want daarmee kun je stadsparken over de hele wereld meten zonder dat je ooit in het park hoeft te staan. Natuurlijk blijven er dingen die je net niet ziet vanuit de lucht, maar het is beter dan helemaal niet monitoren.”


“Wij willen met de luchtbeelden vooral de sociale en economische waarde van groen in de stad in kaart brengen. De manier waarop dat in het verleden werd gedaan, is bijzonder inefficiënt. Er worden in situ metingen en enquêtes gehouden die duur zijn en veel tijd kosten, waardoor het vaak gewoon niet wordt gedaan. Zo kregen alleen de kwalitatieve parken aandacht, terwijl het grootste deel van het stadsgroen ongemeten bleef.”

Over Nadina

Nadina Galle richtte in 2018 Green City Watch op samen met Jim Groot en Chris van Diemen en is ook medeontwikkelaar van #UrbanNatureAmsterdam, de eerste groen een blauwe kaart van onze hoofdstad. Ze doet momenteel promotieonderzoek aan University College Dublin en later dit jaar ook bij het Massachusetts Institute of Technology (MIT). “Mijn rol binnen Green City Watch is om continu onderzoek te vertalen naar de praktijk, zodat het klopt op basis van wat mensen willen die er leven en niet op basis van planologisch onderzoek van twintig jaar geleden.”

Satellietbeelden zijn natuurlijk niet nieuw. Wat doet Green City Watch anders?

“Wij gebruiken meerdere bronnen en het lichtspectrum tegelijkertijd en vergelijken die middels computeralgoritmes. Dat heet machine learning. Daarmee ontwikkelen wij concepten gebaseerd op academisch onderzoek. De beelden die wij gebruiken zijn nauwkeurig tot op dertig centimeter. Zo zie je niet alleen groen, maar ook wát voor groen het is: gras, bomen en soms ook verschil tussen soorten. Op dat gedetailleerde niveau maken wij een compositie die ons ecologisch gezien veel kan vertellen. We kunnen afwateringsbelemmeringen spotten, of bijvoorbeeld de verhouding tussen groen en grijs in inrichting duiden. Samen met een meting van bankjes of speeltuinen kunnen we ook een sociale indicatie geven aan een gebied.”


“In deze analyses maken we nu gebruik van zo’n twintig indicatoren, elk gebaseerd op academisch onderzoek. Het doel is om uit te breiden naar honderd indicatoren die alle aspecten van stadsgroen begrijpen. Tenslotte zijn we een AI-platform; het gaat ons om de betekenis van de data. Een foto zegt niet zoveel. Die is leuk als ‘praatplaat’, maar het is de machine-interpretatie die de doorbraak is. We ontwikkelen met onze machine learning algoritmes steeds meer nuance. We willen daarmee ook meer op buurt- en straatniveau gaan werken en lokaal nieuwe inzichten geven. Dat is voor ons heel belangrijk.”


“De grootste meerwaarde van het platform is dat er consistent gemonitord kan worden over langere periodes. Als je een interventie uitvoert, zeg tegel eruit en groen erin, heb je geen idee wat voor impact dat creëert als je niet ook een uitgangswaarde hebt. Zo heeft gemeente Amsterdam bijvoorbeeld informatie over hoeveel tuinen de stad telt, maar niet of die betegeld zijn. En als ze al groen zijn, is ook niet bekend hoe groen ze zijn. Ik vind dat je een jaar na zo’n interventie moet kunnen zeggen wat er is veranderd. Met onze technieken kun je die compositie uitrekenen en om de zoveel weken vergelijken.”

Kun je een voorbeeld geven van de toepassing van het platform?

“Amsterdam kwam naar ons toe met een concreet probleem: in sommige parken in de hoofdstad bleef langdurig hemelwater staan omdat ze iets lager zijn aangelegd. Een soort natuurlijke drainage plekken, zeg maar. Daardoor kwamen speeltuinen en bomen soms weken of maanden onder water te staan, wat slecht is voor bodem en hout. Amsterdam heeft een noodprocedure om het water weg te pompen, maar die is prijzig, dus het liefst weet je op voorhand dat dit probleem zich gaat voordoen.”


“Wij hebben met Green City Watch radar imagery als nieuwe databron toegevoegd. Dat stelt ons in staat om plekken te identificeren waar gauw stilstaand water komt te liggen en we geven betekenis aan die plekken. Amsterdam kan zo preventieve maatregelen nemen en veel kosten besparen, aangezien je niet die prijzige waterpompen hoeft aan te slepen. We gaan volgend jaar ook een stap verder door een reactief model te maken die is gekoppeld aan weersverwachtingen. Dan krijgt de gemeente op de dag van hevige regenval een seintje van de gebieden met de hoogste prioriteit. De stad krijgt hiermee een nieuw managementtool zonder zware investeringen.”

Via radar imagery kan geïdentificeerd worden waar gauw stilstaand water blijft liggen.

Het is haast een verplichte vraag, maar hoe zit dat met privacy als je beelden gebruikt van bijvoorbeeld achtertuinen?

“Dat is ook een van de meest gestelde vragen die wij krijgen. Wat wij doen is datareeksen interpreteren. We zijn geen paparazzi. De visualisaties die wij gebruiken zijn vergelijkbaar met Google Maps. Iedereen kan met Google in je achtertuin kijken. Dus we volgen de privacy ontwikkelingen daar met aandacht. Wat belangrijk is om te weten, is dat je met die beelden geen mensen kunt herkennen.”


Maar Green City Watch doet meer met die beelden dan Maps, toch?

“Inderdaad, we doen veel meer. Wij kunnen diverse lagen qua groen en water zien, met als doel een indicatie te geven van de ecologische waarde van de stad. Ik denk dat inwoners vooral daarover geïnformeerd willen worden. Ik denk dat mensen graag ook zelf met groen in hun stad aan het werk zijn en het hen niet zoveel uitmaakt of dat op privéterrein of op stadsgrond is. De gemeente zou kunnen zeggen dat er alleen naar openbare ruimte gekeken moet worden, maar voor de inwoners is die grens eigenlijk al aan het vervagen.”

Monitoren van het Oosterpark in Amsterdam.

De combinatie van slimme techniek en natuur zie je nog weinig. Hoe is dat idee bij Green City Watch ontstaan?

“Wij hebben aardwetenschap gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam, maar tijdens de masteropleiding werd er geen aandacht besteed aan de stad . Het werd onze missie om die twee – stad en aarde – samen te brengen. De logische manier daarvoor is middels technologie. Uit dat idee kwam Green City Watch voort. Niet per se het bedrijf, maar de filosofie: het Internet of Nature.


“Ik ben opgegroeid in Canada en Amerika. Daar wordt de natuur in de bebouwde kom gezien als iets wat je moet ‘overwinnen’. Als kind vond ik dat al raar: wie zijn wij om de natuur weg te halen, als er al zoveel andere dingen in leven? Nog steeds vind ik dat je weinig kan zeggen over steden bouwen als je niet weet hoe de aarde werkt. Nu is Nederland geen land met onmetelijke natuur, maar er wordt veel meer aandacht aan de duurzaamheid van de stad besteed ten opzichte van Amerika.”


“In de komende dertig jaar moet er bebouwd gebied bij komen met een oppervlakte zo groot als Zuid-Afrika, terwijl er geen best practices zijn voor de vergroening. Dan heb ik het niet over het intekenen van stukken groen, maar vooral over planologische normering, wetgeving en de naleving daarvan. Die zorg speelt ook bij Indonesische steden waar wij voor werken.”

Hoe kan dit Internet of Nature daar verandering in brengen?

“Het gaat om het samenbrengen van biologische wetten, natuur, stad en mens op zo’n manier dat je duurzame steden niet alleen beter kan begrijpen, maar ook kan verbeteren. In het bijzonder ook middels de activiteit van de bewoners. De bestaande planologische processen zijn te traag en arbeidsintensief. Ze schieten hun doel voorbij als managementtechniek voor de stad van morgen. Het Internet of Nature maakt het groenbeheer mogelijk omdat het inzicht en transparantie geeft. Het wordt een revolutie voor de plantsoenendienst omdat zij direct met de bewoners kunnen samenwerken om het stadsgroen te optimaliseren.”


“Aan de basis staat een rap uitbreidend netwerk van sensoren die er om allerlei redenen toch al zijn of komen. Het Internet of Nature koppelt al die sensoren zodat nieuwe toepassingen een kans krijgen. Green City Watch is zo’n toepassing, maar een andere voorbeeld is een sensornetwerk dat de vochtigheid van de bodem meet en automatisch melding maakt als bomen X, Y of Z extra water nodig hebben. Zie het als een soort Smart Urban Forest.”

Green City Watch bracht voor Jakarta in kaart hoeveel en wat voor soort groen er in de stad is.

Grootse plannen, dus. Hoe ver gaat de ambitie?

“Wij bestaan dik een jaar en zijn al veel drukker dan we hadden verwacht. Na onze eerste opdracht in Indonesië hebben we een vervolgtraject aangeboden gekregen om de dertig grootste steden van Indonesië te analyseren. Ook hebben we een afspraak lopen met Sydney in Australië en zijn nu in gesprek met Amsterdam. We willen graag meer met Nederlandse steden aan de slag. Het is tenslotte onze thuisbasis. Bovendien kan hier nog veel onderzoek worden verricht.”


Onze ambitie is dat Green City Watch uiteindelijk een wereldplatform is waar elke stadsbeheerder en bewoner toegang tot heeft om planning, beheer en monitoring van stadsgroen te verbeteren en ervaringen uit te wisselen. Voordat we daar zijn, willen we vooral samenwerken aan de problemen van een stad. Dat resulteert in demo’s die als voorbeeld dienen en tegelijk ons helpen richting te geven aan het platform, om te testen welke indicatoren belangrijker zijn. Wat de wetenschap zegt hoeft namelijk niet overeen te komen met de prioriteiten van de stad. Zoals speeltuinen die onder water staan, daar had ik zelf nooit aan gedacht. We zijn dus vooral bezig met het aanscherpen van wat we hebben, samen met onze klanten.”

'Door radar imagery kun je bijvoorbeeld risicogebieden voor overstroming identificeren, preventieve maatregelen nemen en veel kosten besparen, gezien je niet die prijzige waterpomp hoeft aan te slepen.'