Betrek de burger, geef hem data

Door Reinoud Schaatsbergen


Een goede luchtkwaliteit is een zaak van ons allen. We zien dan ook steeds vaker burgers meewerken aan het meten van luchtkwaliteit of geluid om tot oplossingen te komen. Een goede ontwikkeling, maar ook één die gevolgen heeft op overheidsniveau. Hoe gaan we daar mee om?

Smart City

Foto: Met het we-nose netwerk meet provincie Zuid-Holland de luchtkwaliteit in het Rijnmondgebied.


Jan Harm Brouwer, teamleider lucht en geluid bij Provincie Zuid-Holland, zoekt ook naar antwoord op die vraag. De provincie heeft diverse pilots lopen waarin burgers sensorkastjes te leen krijgen om lucht en geluid te meten. De data die daaruit voortkomen, zijn inzichtelijk voor de burgers via een RIVM-website, maar zijn de data ook bruikbaar om keuzes op te baseren? “Nee,” geeft Brouwer toe.


Omdenken

Elke stad, gemeente of provincie is op zijn eigen manier bezig met smart city. Daar is geen vaste methode voor, het zijn er talloze, maar elk heeft eenzelfde doel: op basis van data beslissingen maken om de leefomgeving leefbaarder te maken. Toch hoeft dat niet altijd zo te zijn. In het geval van provincie Zuid-Holland halen burgers data binnen over lucht- en geluidkwaliteit voor een langduriger en duurzamer doel.


“Tot nu toe gaf de overheid op basis van modelberekeningen aan hoe het stond met lucht en geluid,” vertelt Brouwer. “We zeiden dus: zo doen we het en niet anders. Dat is niet haalbaar in de toekomst. Als je burgers niet meeneemt in de werkelijkheid en ze niet nadrukkelijk een plaats geeft in meten en beoordelen, dan is het lastig om draagvlak te creëren voor het vraagstuk.

Jan Harm Brouwer, teamleider lucht en geluid bij Provincie Zuid-Holland.

Want als hun betrokkenheid versterkt, versterkt ook hun inbreng.” Dit belang vindt zijn oorsprong in een discussie die steeds vaker de kop opsteekt. Brouwer merkte dat veel burgers niet meer geloofden in de cijfers over de luchtkwaliteit die de overheid presenteerde. “Beide partijen waren heilig overtuigd van hun gelijk, maar de een had cijfers en de andere niet. Dat zorgt voor een onprettige verhouding. Dus zorgden we ervoor dat ook de burgers kunnen meten. Dan elimineer je het onderbuikgevoel en kun je praten over de feiten.”

RIVM biedt eerste “paddenstoel” voor burgermetingen luchtkwaliteit aan project in Rotterdam.

Citizen Science projectteam van Provincie Zuid Holland en Gemeente Rotterdam houden bijeenkomst met deelnemers van het Citizen Science project.

Voorbeeld van een meetkastje bij een woning.

Stapje voor stapje

Er zijn dus twee meetsystemen: het luchtmeetnet van de provincie en de (redelijke verspreide) meetkastjes bij burgers. Is dat niet dubbelop? “Ons eigen luchtmeetnet kost veel geld, dus ik kijk continu of het niet slimmer, beter, sneller en goedkoper kan. Als burgers ook meten en data met ons delen, wordt het systeem slimmer. Toch vormen de pilots in dit stadium weinig meer dan de basis voor het gesprek dat wij met burgers hebben om bewustwording te verhogen. De data die wij uit de pilots halen, zijn niet robuust genoeg, simpelweg omdat de technologie nog niet zover is.”


Een bijkomend voordeel van het project is er een die Brouwer pas later ontdekte: de pilots helpen mee aan het vergroten van de betrokkenheid door hen te laten ontdekken wat er speelt, maar ook om hun rol te versterken.

Brouwer: “Neem die burgers eens serieus. Data is op verschrikkelijk veel plekken te vinden, dus waar moeten ze vanuit gaan? Dat wordt een steeds groter probleem. De overheid heeft nu een soort informatiemonopolie, maar die gaan we verliezen. Daar moeten we nu op inspelen, anders moet je continu in de verdediging.”


“Wij willen het gesprek faciliteren, tussen ons en de burger maar ook tussen burgers zelf. De weg ernaartoe is behoorlijk lang, simpelweg omdat de (meet)apparatuur niet uitontwikkeld is. Aan de andere kant staat de vraag: hoe ontwikkelt de burger zich? Je ziet dat er steeds meer mensen op hoger niveau behoefte hebben om in gesprek te gaan, om een rol te spelen. Wij vinden als overheid dat we die rol moeten gunnen.”

Lees het volledige interview, inclusief de vervolgstappen voor provincie Zuid-Holland, op de website van Biind.