Ruimte voor bewegen steeds lastiger te vinden

Nederland staat de komende jaren voor een enorme woningbouwopgave. Liefst 1 miljoen woningen moeten erbij komen. Het liefst ziet de overheid dat we het grootste deel van die woningen binnen de huidige stadsgrenzen bouwen. Wat betekent dat voor de beweegvriendelijkheid van onze steden?

Tekst: Manon van Ketwich

Mariëlle Beenackers

Vooropgesteld: een deel van de 1 miljoen woningen die er de komende 10 jaar gebouwd gaan worden komt in de plaats van bestaande bebouwing. Het gaat dus niet altijd om publieke ruimte die bebouwd wordt. “Soms gaat het om transformatie van industriegebieden, soms komt er nieuwbouw in plaats van oude woningen, maar wel met meer dichtheid”, vertelt Mariëlle Beenackers van het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam. Ze doet onderzoek naar de invloed van stedelijke verdichting op de gezondheid van mensen. Frank van Lenthe (hoogleraar Sociale Epidemiologie van het Erasmus MC en hoogleraar Ruimtelijke diversiteit en ongelijkheid in de volksgezondheid, Universiteit Utrecht) denkt dat het desondanks steeds lastiger wordt ruimte voor bewegen te vinden. “In dat licht is het interessant te kijken welke invloed de pandemie heeft op de vraag naar kantoorruimte. Ik sprak deze week een medewerker van een bank die van zijn werkgever een ruim budget kreeg om zijn thuiskantoor in te richten. Dat geld willen ze besparen door minder kantoorruimte aan te gaan houden. De vraag is wat ervoor terugkomt: woningen of openbare ruimte?”

Toename in druk op publieke ruimte Dat de ruimte schaarser wordt, lijkt duidelijk. Maar welke gevolgen heeft dat voor de beweegvriendelijke leefomgeving? Beenackers: “Veel onderzoek naar verdichting en gezondheid is afkomstig uit landen als de Verenigde Staten en Australië (waar ik eerder onderzoek deed). In wijd opgezette suburbs kan verdichting daar positief uitpakken voor de gezondheid, doordat mensen bijvoorbeeld makkelijker kunnen wandelen of fietsen naar hun bestemming. In een compact land als Nederland is het lastiger de kansen te zien en is verdere stedelijke verdichting eerder een risico voor de beweegvriendelijke omgeving. Als ik hier zie dat rondom de stations in Den Haag woontorens worden gebouwd voor 50.000 extra Hagenaren, dan verwacht ik een enorme toename in de druk op de publieke ruimte. Dan is het extra belangrijk dat er veel aandacht is voor de kwaliteit van de publieke ruimte en dat dat als voorwaarde wordt meegenomen in de plannen. Toch zal het lastig blijven om van verdichting in Nederlandse steden echt een kans te maken voor beweegvriendelijkheid.”

Frank van Lenthe

“In een compact land als Nederland is het lastiger de kansen te zien en is verdere stedelijke verdichting eerder een risico voor de beweegvriendelijke omgeving.”

Potentiële risico’s Van Lenthe: “Zo denk ik er ook over. Ik zie verdichting als grotere bedreiging dan kans, tenzij er echt structureel aandacht komt voor de gezondheidseffecten in de besluitvorming en uitvoering, en niet alleen wordt gekeken naar de economische voordelen. We zullen moeten nadenken over de potentiële risico’s, het belang van een gezonde leefstijl. Je ziet dat stedenbouwkundigen steeds meer de notie krijgen dat gezondheid een belangrijk onderdeel van hun ontwerpen is.” “In de loop der jaren is gezondheid een beetje uit het oog verloren bij het ontwerp van steden en gebouwen”, vult Beenackers aan. “De laatste tijd zien we het weer terug komen als selling point.”

Peperdure grond Voor een beweegvriendelijke omgeving telt niet alleen de aanwezigheid van loop- en fietsroutes, formele sportvoorzieningen spelen een belangrijke rol. Nu de ruimte in steden steeds schaarser wordt, lijkt het bijna onmogelijk om voor al die nieuwe bewoners ook nog de voetbalclub en tennisvereniging op relatief korte afstand neer te zetten. En dat terwijl het belangrijk is om die voorzieningen niet allemaal standaard naar de randen van de stad te verwijzen, aldus Beenackers. “Nabijheid is heel erg belangrijk, zeker voor mensen uit lagere sociaaleconomische groepen In Rotterdam-Zuid kreeg een hockeyclub een tijdelijke plek midden in de stad. Er ontstond een enorme toeloop van nieuwe leden uit alle lagen van de bevolking in de tijd dat de club daar gevestigd was. Diezelfde aanloop zie je ook bij Cruijff Courts en Krajicek Playgrounds.” Van Lenthe vult aan: “Grote sportvelden nemen nu eenmaal veel ruimte in, zeker binnen steden is die grond peperduur. We moeten ervoor zorgen dat wat er momenteel is, blijft. Vooral ook vanwege de sociale functie van een sportvereniging. Overigens gaat het niet alleen om nabijheid, ook de kwaliteit van voorzieningen verdient aandacht en kan verschillen tussen buurten.”

Voordelen en nadelen in kaart brengen Van Lenthe: “De maatregelen die je treft hebben allerlei dynamieken. Er zijn heel veel factoren, je zult de positieve en negatieve gevolgen in kaart moeten brengen.” Het is lang niet altijd gezegd dat een maatregel die bewegen stimuleert uiteindelijk een positief gevolg heeft voor de gezondheid van mensen. Beenackers haalt een onderzoek aan uit Eindhoven. “Dat onderzoek ging over de dichtheid van wijken. Het bleek dat hoewel mensen in dichtbevolktere wijken vaker wandelden en fietsten om ergens te komen, er toch meer sterfte was. De negatieve gezondheidseffecten van een hogere dichtheid leken toch de overhand te hebben ondanks dat er dus ook voordelen zijn.”

Verprutsen voor de komende 30 jaar “Het is goed te weten wat er in een buurt speelt. De oplossingen moet je samen met de mensen bedenken”, vindt Van Lenthe. Het is een van de tips die hij projectontwikkelaars, ontwerpers en overheden meegeeft om de stedelijke leefomgeving zo beweegvriendelijk mogelijk te houden. “Denk met meerdere mensen vanuit verschillende professies na, gebruik die kennis en creativiteit.” De tweede tip die Van Lenthe geeft: “Zorg voor elk besluit dat je neemt dat je de gevolgen voor de gezondheid van bewoners kent. De meeste maatregelen worden genomen voor de lange termijn. Als je er niet goed over nadenkt, verpruts je het voor de komende dertig jaar.”