Transitie naar circulair bouwen is haalbaar, met meer sturing
De woningbouw moet worden versneld. Om daar een impuls aan te geven presenteerde het kabinet onlangs het Plan van aanpak versnellen processen en procedures woningbouw. Innovatie en een transitie naar industrieel bouwen worden hierin genoemd als manier om tijd te besparen én een kostprijsverlaging te realiseren. Dat is zeker een stap in de goede richting, maar er is in die aanpak geen rekening gehouden met circulariteit. Daardoor lopen we het risico dat de generaties na ons straks opgescheept zitten met huizen met een kortere levensduur en vol grondstoffen die aan het eind van hun levensduur niet opnieuw kunnen worden gebruikt, stelt Christa de Vaan van ingenieursadviesbureau Arup. Ze pleit dan ook voor meer sturing.
Tekst: Manon van Ketwich
Alleen een integrale aanpak kan circulair bouwen écht verder helpen denkt Christa de Vaan. Ze is Associate Sustainability and Digital Transformation bij ingenieursadviesbureau Arup. “Elke partij in de keten heeft invloed en is mede bepalend voor de toekomst van een circulariteit bouwketen. Vaak verschuilen partijen zich achter het feit dat het aanbod aan haalbare circulaire oplossingen ontbreekt. Maar het begint met het stellen van de juiste vraag, dan komt het aanbod vanzelf. Door bijvoorbeeld van productleveranciers te verlangen dat zij een bepaald percentage van hun productaanbod in de vorm van hergebruikte producten invullen. In de toekomst zullen productleveranciers voor hun inkomende materiaalstromen moeten transformeren naar 100 procent hoogwaardig gerecyclede materialen en hergebruikte materialen. Dit is een businesscase waarmee productontwikkelaars zich kunnen onderscheiden.”
Rol leveranciers cruciaal
Op dit moment is urban mining nog grotendeels gekoppeld aan de sloopindustrie. “Om de cirkel daadwerkelijk rond te maken en dusdanig op te schalen dat exponentiële groei van circulair bouwen mogelijk wordt, is de rol van productleveranciers cruciaal,” zegt De Vaan. “Door in inkoopbeleid circulariteit mee te nemen, creëer je een incentive voor productleveranciers om producten te transformeren naar schaalbare producten die geschikter zijn voor reviseren en die uit elkaar kunnen worden gehaald tot 100 procent recyclebare materialen. Het vraagt van productleveranciers onder meer dat zij in hun interne fabricageprocessen rekening houden met een nieuwe ingaande stroom aan materialen en opslag. Het vraagt van de investeerders, ontwikkelaars, adviseurs, architecten en asset managers dat zij beginnen met het stellen van de juiste vraag aan de juiste partij.”
Circulaire MPG
Belangrijk is met elkaar te definiëren wat circulair is. Daarover is nog geen consensus in de bouwwereld wat leidt tot concessies, weet De Vaan. “De Milieu Prestatie Gebouwen is een wettelijke eis, daarmee loopt Nederland binnen Europa voorop. In de praktijk zien we echter dat de MPG soms juist de voorkeur geeft aan opties waarvan we weten en kunnen onderbouwen dat deze in de praktijk minder circulair zijn. Wij pleiten daarom voor een circulaire MPG. We passen deze momenteel toe om besluitvorming te onderbouwen. In een circulaire MPG worden aspecten als losmaakbaarheid, modulariteit, flexibiliteit, adaptiviteit, traceerbaarheid, hernieuwbaarheid en recyclebaarheid integraal meegenomen. Daarmee kunnen we goede van minder goede oplossingen differentiëren. Ik denk dat zo’n circulaire MPG onmisbaar wordt voor overheden, investeerders en andere partijen die zich bezighouden met de gebouwde omgeving.”
We moeten af van de weggooicultuur
Maar waarom is het überhaupt nodig om circulair te bouwen? De nood is nu ook weer niet zo hoog dat iedereen nu al massaal overstapt op circulair bouwen. Hoe komt dat? De Vaan: “In mijn buurt wordt momenteel een gebouw gesloopt, dat gaat helemaal aan stukjes. Duizenden tonnen aan grondstoffen die de verbrandingsoven in gaan. Zoals we nu omgaan met materialen is gewoon niet houdbaar, we moeten af van de weggooicultuur.
We hebben nu al te maken met materiaalschaarste en die zal in de toekomst alleen maar toenemen. Bovendien willen we minder afhankelijk worden van landen waarvan je niet afhankelijk wil zijn. Het is dus een combinatie van klimatologische en geopolitieke redenen, en de schaarste die heerst.”
Economische consequenties
Daarnaast is er voor investeerders ook een belangrijke financiële relevantie. “De aankomende jaren zal de rijksbrede doelstelling naar 100 procent circulair in 2050 meer concrete vormen aan gaan nemen,” constateert De Vaan. “Hetzelfde geldt voor de CO2-doelstellingen vanuit de EU. Daardoor zullen investeerders en kopers naast het energielabel ook de circulariteit van vastgoed mee gaan nemen in hun aankoop- of ontwikkelbeslissingen. Stel je voor dat je vandaag twee nieuwe gebouwen neerzet, een circulair en een niet circulair. In 2050 staat het niet circulaire gebouw voor een enorme berg afval, terwijl het circulaire gebouw juist uit bruikbare en recyclebare grondstoffen bestaat. Niet alleen bij de sloop, maar bij elke vervanging en renovatie, zul je daarmee worden geconfronteerd. Dat gaat grote economische consequenties hebben.”
Ambitieus maar haalbaar
Niets doen is in elk geval geen optie, vindt De Vaan. “De gebouwen van vandaag moeten de grondstofmijnen zijn van de circulaire economie van de toekomst. We bepalen met onze besluitvorming vandaag of de doelstellingen in 2050 haalbaar zijn. En ik denk wel degelijk dat we dit voor elkaar kunnen krijgen. De transitie naar een 100 procent circulaire economie en klimaatneutrale samenleving binnen 27 jaar is zeer ambitieus. Dat is alleen met exponentiële groei van nieuwe circulaire oplossingen mogelijk. Het verleden heeft echter uitgewezen dat exponentiële groei, hoe onrealistisch deze ook lijkt tóch mogelijk is. Een mooi voorbeeld is de enorme ontwikkeling en groei van zonnepanelen. In de afgelopen decennia werd de ontwikkeling hiervan jaar op jaar onderschat.
Geen afvalbulten, maar mijnen
Hetzelfde geldt voor houtbouw. Lange tijd werd gedacht dat het niet haalbaar was om grote projecten in hout uit te voeren. Maar met woontoren HAUT en het nieuwe hoofdkantoor van DPG Media in Amsterdam, Europa’s grootste hout-hybride kantoorgebouw, hebben wij al laten zien dat het kan. Inmiddels zien we dat houtbouw zich definitief gevestigd heeft als constructiemateriaal naast beton en staal. Het wordt nu standaard overwogen en in veel gevallen ook toegepast bij nieuwe projecten. Je ziet dat een paar koploper-projecten als een soort vliegwiel voor exponentiële groei kunnen fungeren. Dat is wat precies wat we ook bij circulair bouwen nodig hebben en de enige manier om ervoor te zorgen dat de gebouwen die we nu neerzetten over vijftig jaar geen afvalbulten zijn, maar mijnen waar de generatie na ons kostbare grondstoffen uit kan terugwinnen.
“Vaak verschuilen partijen zich achter het feit dat het aanbod aan haalbare circulaire oplossingen ontbreekt. Maar het begint met het stellen van de juiste vraag, dan komt het aanbod vanzelf.”