Liften: terug van weggeweest?
Alle maatregelen ten spijt neemt het autobezit in Nederland nog steeds toe. En waar in grotere steden de alternatieven in de vorm van bijvoorbeeld deelvervoer en ov in ruime mate voorhanden zijn, lijkt het wel alsof in het landelijk gebied de afhankelijkheid van de auto steeds groter wordt. Brainport Bereikbaar onderzoekt in de Metropool Regio Eindhoven of het good old liften een aanvulling zou kunnen zijn op het bestaande vervoersaanbod. Daarbij focussen ze zich op liften in het landelijke gebied van de Kempen. Namens Accent Adviseurs is Eline Swinkels projectleider van dit Brainport Bereikbaar project.
Tekst: Manon van Ketwich
Eline Swinkels
Accent Adviseurs
Duim omhoog en wachten tot er iemand stopt. Liften was in de jaren ’70 en ’80 een populaire manier van reizen. Onder meer de invoering van de OV-studentenkaart zorgde ervoor dat er steeds minder lifters kwamen. Brainport Bereikbaar, een uitvoeringsorganisatie die namens 21 gemeenten werkt aan een optimale doorstroming en bereikbaarheid van de Brainportregio, acht de tijd rijp om liften weer een impuls te geven. “Onder meer om duurzaam mobiliteitsgedrag te stimuleren”, vertelt Eline Swinkels. De senior adviseur mobiliteit van Accent adviseurs is projectleider van F’kes Meerijden, een project dat al in 2015 een eerste start kende, maar dat pas in 2022 echt ging rollen, onder meer door de coronacrisis.
Jongeren en ouderen als doelgroep
F’kes meerijden voegt de optie van liften toe aan het bestaande vervoersaanbod in de Brabantse regio de Kempen. Dit gebied bevindt zich grofweg onder Eindhoven en Tilburg en boven de Belgische grens waaronder de vier gemeenten Bladel, Reusel-De Mierden, Eersel en Bergeijk. Het testproject richt zich met name op jongeren en ouderen zonder auto die in de kleinere kernen wonen, waar weinig tot geen ov komt. “Het autogebruik is hier erg hoog”, weet Swinkels. “In deze streek is het bijna vanzelfsprekend dat je als jongere op je zestiende met rijlessen begint en op je achttiende je eerste auto op de oprit krijgt.” Deels is dit goed te verklaren. In kleinere kernen als Vessem en Netersel komt alleen een buurtbus en die verbindt de kleine kernen niet rechtstreeks.
Sceptisch, maar hoopvol
Om het autogebruik in de streek terug te dringen, en daarmee bijvoorbeeld de A67 en de A58 te ontlasten, wordt nu ingezet op liften. Bij wijze van proef zijn in de regio zes liftzuilen geplaatst. Door op een knop te drukken kan de lifter aangeven welke richting hij op wil. Dit verschijnt op een lichtkrant, zodat een passerende automobilist dit kan zien. De zuil is verder uitgerust met een bankje om op te wachten. “We willen uiteindelijk toe naar een fijnmazig netwerk”, stelt Swinkels. “Met zes zuilen is er nog geen sprake van een netwerk, waarmee we in een bepaalde mate ‘terugkomgarantie’ waarborgen.” Toch hoopt Swinkels in 2024 voldoende informatie op te halen om te kunnen bepalen of liften een serieuze optie is voor Kempenaren. Op voorhand is ze sceptisch, maar hoopvol. “Ik twijfel. Liften is leuk, sociaal en waardevol. Tegelijkertijd zien we een zekere gereserveerdheid. Liften is iets van vroeger, mensen die dat nu nog doen worden soms een beetje raar gevonden. Er moet eerst iets veranderen in de mindset.” In dat licht bezien is De Kempen niet toevallig gekozen om dit proefballonnetje op te laten. “De sociale cohesie is hier groot, het is echt ons-kent-ons.”
Sociaal aspect
Het voorjaar van 2024 wordt aangegrepen om de proef volop aandacht te geven. Daarbij wordt niet alleen gefocust op het duurzame karakter van liften. Juist het sociale aspect is een belangrijk onderdeel van F’kes meerijden. “Wat mij betreft is dat de grootste kracht van het geheel. Het feit dat je leuke gesprekken hebt en dat je iemand kunt helpen.” Swinkels tipt ook het boek Zes minuten wachten op geluk, van Marjan Knippenberg, van de stichting Nederland Lift. Zij liftte ruim twee jaar elke woensdag naar haar werk en hield daarover een blog bij, wat uiteindelijk resulteerde in het boek.
Veiligheid
Hoewel liften dus heel leuk en waardevol kan zijn, zullen twijfelaars met name wijzen op het veiligheidsaspect. Wie stapt er nu zomaar bij een wildvreemde in de auto? Ondanks dat het veiliger lijkt dan vroeger, met de komst van de mobiele telefoon kan je anderen immers makkelijk laten weten waar je bent, is dit voor velen een drempel, weet ook Swinkels. “We hebben daarom op de website van F’kes meerijden (www.fkesmeerijden.nl) tips toegevoegd voor veilig liften. Zo adviseren we om op voorhand goed na te denken over hoe je iemand vriendelijk kunt afwijzen als je onderbuikgevoel niet goed is. Zorg dat je een smoes klaar hebt. Luister naar je instinct, voelt het niet goed, stap dan niet in. Dat gezegd hebbende komt het echt maar heel weinig voor dat iemand kwaad in de zin heeft.”
Het liften moet gezien worden als aanvullend vervoersaanbod. Juist in de kleine kernen heeft liften meerwaarde om de auto-afhankelijkheid te verminderen.