Reinoud Schaatsbergen, redacteur Biind

Stadssymbiose

Dat natuur in de stad niet alleen een kwestie van 'mooi groen' is, blijkt afgelopen jaren wel in steden als Amsterdam. Omgewaaide bomen onthullen een zorgwekkend beeld: is het 'bruin' van ons 'groen' wel levensvatbaar?

Laatst sprak ik met Tanja van der Knoop van Stichting Green City Buzz. Zij wees mij op de bomen die dit jaar in Amsterdam zijn gesneuveld door de heftige stormen die door Nederland raasden. Met een haast zichtbare pijn in haar hart sprak ze over de voedingsarme bodem die onder de kapotte boomstronken tevoorschijn kwam.


Op dezelfde dag sprak ik met Nadine Galle van Green City Watch. Zij wees mij op enkele scheefstaande bomen in de stad. ‘Die bomen,’ zei ze, ‘die vallen als eerste. Want de wortels van die bodem kunnen geen kant op.’ Misschien zitten er leidingen in de weg of begint precies naast de standplaats een betonnen fundering. Misschien zit er simpelweg geen leven in de bodem.

Beide interviews lees je in deze editie (hier met Tanja, hier met Nadine) en beide deden mij realiseren hoe noodzakelijk een gezonde bodem is. Toch hoor je daar nooit iets over. Is het omdat het ‘bruine’ deel van groen saai klinkt? Je zou eens moeten luisteren naar een ecoloog of bioloog over hoe schimmels nutriënten afstaan aan planten door een immens ondergronds communicatienetwerk; geloof me, dat is allesbehalve saai. Nog meer deden de gesprekken met Tanja en Nadine mij realiseren dat we de natuur nodig hebben, net zoals de natuur ons nodig heeft.

Volgens mij pakken we de kwestie ‘natuur in de stad’ dan ook verkeerd aan. Het is niet de één versus de ander. Het is een kwestie van samenkomst, van begrijpen dat mens en natuur uit een en dezelfde wereld zijn ontstaan. De symbiose van de twee is niet nieuw of onnatuurlijk; hij is er altijd al geweest. Toch kunnen beide pas van elkaar profiteren als beide zich op hun gemak voelen.


Als we dat nou eens beseffen, ga je zien dat de transformatie naar een natuurinclusieve omgeving een stuk gemakkelijker wordt.