branded content

Feelgood versus No Cure No Pay

'Een robuuste gezonde leefomgeving begint bij opdrachtgevers met lef.’

Door: Mieke Latijnhouwers, projectleider Tuin- & Landschapsarchitect bij BTL Advies


Als leider van het team landschapsarchitectuur bij BTL Advies zie ik veel offertevragen langskomen en hoor ik veel wensen van opdrachtgevers als input voor ons werk. Ook spreek ik een grote diversiteit aan sollicitanten en studenten. Ik merk een verschuiving in de benadering van groene opgaves. Wat is de basis van ons ontwerpwerk in de huidige praktijk?

BTL Advies vindt dat iedereen recht heeft op een gezonde leefomgeving. Een robuuste groene structuur vormt hierin de basis, als een soort nutsvoorziening. We zetten ons hiervoor in door advies en ontwerpwerk te leveren voor overheden en private partijen. Vergroening van de stad, natuurontwikkeling in het buitengebied en ecologisch onderzoek is de basis van onze opdrachten.

Aanjagen groene ontwikkeling

Recentelijk was ik aanwezig bij een Biind-bijeenkomst over hoe de ontwikkeling van de natuurinclusieve omgeving aan te jagen. We hebben het over vele nuttige aandachtspunten gehad. Een groot gedeelte van het gesprek ging over bewustwording van burgers en over mogelijkheden om initiatieven bottom-up te stimuleren. Over hoe sociale groepen samen te brengen zodat daar iets moois uit kan ontstaan. Over wedstrijden voor vergroening van je voortuin. Dat verbaasde me.

Kiezen uit bomenlijst

Een week later zat ik bij een middelgrote gemeente aan tafel voor een kennismakingsgesprek. De groenbeheerder vertelde me met gepaste trots over zijn bomenlijst. Deze had hij zorgvuldig afgestemd op de groeiomstandigheden in deze specifieke gemeente. Bij nieuwe aanplant kunnen bewoners met behulp van deze lijst de bomen zelf kiezen, liefst met veel variatie. Dat verbaasde me.

Feelgood versus No Cure No Pay

Bovenstaande situaties streven hetzelfde na: een robuuste groene en gezonde leefomgeving voor mens en dier. De benaderingen zijn echter compleet verschillend. En ik betwijfel of we ons doel ermee bereiken. De werkwijze om verduurzaming van de buitenruimte te bewerkstelligen door het aanwakkeren van bewustwording en bottom-up initiatieven is waardevol, maar brengt uiteindelijk niet de gewenste robuuste structuur. Het resulteert in compacte wereldjes met een eigen waarheid die voor de initiatiefnemers goed voelt. De benadering om harde resultaten te eisen vind ik eigenlijk wel sympathiek omdat hier onderzoek en wetenschap om de hoek komen kijken. Maar ook hiermee alleen redden we het niet om die robuuste gezonde leefomgeving voor mens en dier te maken. Het is een veel te eenzijdige, enge benadering.

Opdrachtgever aan zet

Maar hoe dan wel? Het zou heel logisch zijn om mijn team, de landschapsarchitecten, de belangrijke rol toe te dichten van grote oplosser. Helaas, die rol hebben ze in de geschiedenis vaak genomen maar ook even zo vaak verloren. Ik denk dat het begint bij opdrachtgevers met lef. Zij zijn in de positie om ambitie te stellen en daar richting aan te geven. Stevig ingrijpen in ruimteslurpers zoals autoverkeer, ruimte geven aan robuuste groene structuren waar meer sociale interactie plaatsvindt tussen fietser en voetganger en waar ecologische systemen zelfstandig kunnen gedijen.

En mijn team dan?
Staan de landschapsarchitecten dan buiten spel? De ecologen bepalen immers hoeveel toename van biodiversiteit er te behalen valt, de sociologen zetten in op kansen voor geluk, de verkeerskundigen richten zich op de mobiliteitsvisie en de economen rekenen de boel door.

Toch vergeten we dan één onmisbaar aspect: een stad is een cultuurdaad van jewelste waar duizend en een dingen samen komen op een compact oppervlak.


Ontwerpers zijn van nature kampioen ruimtepuzzelaars, bemiddelaars en niet te vergeten najagers van een esthetische ervaring.

Zij kunnen als geen ander al deze aspecten inpassen, de verschillende mogelijkheden en consequenties onderzoeken en verbeelden en er een verrassende schoonheid aan meegeven. Is dat niet de eerste levensbehoefte van de mens?