Project

Beleeftuin Buiten Zinnig maakt recreatie functioneel

De wijze waarop (nieuwe) inwoners worden betrokken bij het onderhoud van de tuin dient als lichtend voorbeeld voor andere buurtgerichte groenprojecten.

Door: Reinoud Schaatsbergen

Foto’s van de tuin: Manon van Ketwich


Integraal werken betekent ook de inwoners van een gebied betrekken. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Toch, zodra dat je lukt, heb je goud in handen, zo bewijst centrum Vogellanden met haar Beleeftuin Buiten Zinnig in Zwolle. De tuin ligt er nu al een aantal jaar en wordt nog steeds – of beter gezegd: steeds beter – gebruikt en beheerd door uiterst betrokken vrijwilligers en inwoners van de buurt.

Vogellanden is een centrum voor revalidatie en bijzondere tandheelkunde in de Zwolse wijk Pierik. Pal naast het gebouw ligt een openbaar toegankelijke ontmoetings- en beleeftuin waar van alles te beleven is. Bezoekers kunnen er wandelen, cliënten krijgen er therapie of doen oefeningen en buurtbewoners organiseren er evenementen, zoals groenten oogsten en gezamenlijk koken. “Vorig jaar was de pompoenenoogst, toen gingen we met iedereen soep maken,” vertelt een trotse fysiotherapeut Elles Kombrink.


Groen verbindt

De tuin wordt intensief gebruikt, al heeft dat wat aanlooptijd nodig gehad, geeft Kombrink toe. Voordat de schoppen in de grond gingen in 2016 moest het centrum het namelijk doen met een grasveldje waar de afdeling fysiotherapie oefeningen kon doen met cliënten. “Dat was zo onderhoudsarm als mogelijk ingericht. Zeker niet inspirerend, dus,” vertelt ze.


“Later moest de hele oefentuin tegen de vlakte om ruimte te maken voor de nieuwe afdeling van tandheelkunde. Dat leverde veel puin en aarde op waar even niets meer werd gedaan. Toen dacht ik: zou het niet gaaf zijn om hier een prachtige tuin te realiseren?” Kombrink zag in dat zoiets onderhoudsintensief en dus duur zou zijn, maar ze zette door en sloeg de handen ineen met Landschap Overijssel. Die samenwerking loonde: in 2016 ontving Vogellanden een driejarige subsidie vanuit het programma Groen Verbindt van het Oranjefonds, bedoeld om cliënten van zorginstellingen in contact te brengen met mensen uit de buurt om zo begrip en sociale cohesie te stimuleren.


“Daar konden we een mooie start mee maken,” vertelt Kombrink, maar daar bleef het niet bij. Ook de Provincie Overijssel verschafte een subsidie van €75.000,-. “In die drie jaar hebben we veel kunnen doen, waarbij de tuin al in de zomer van 2016 in gebruik werd genomen. Toen de tuin klaar was, voor zover een tuin klaar kan zijn, is het beheer vooral in handen gekomen van een poel van vrijwilligers. Dat wordt echt breed gedragen. Ik zag net nog iemand in de tuin graven en toen dacht ik: ‘Wie ben jij?’ Het is harstikke leuk om te zien dat steeds meer mensen zo betrokken raken.”

Elles Kombrink, fysiotherapeut bij Vogellanden.

Intrinsieke motivatie

Hoe zijn deze vrijwilligers zo betrokken geraakt? Het antwoord vond Vogellanden in een andere vraag: wat is de meerwaarde voor ze om hier te tuinieren? “Zo zijn we gaan werven, eerst met een paar enthousiaste buren die zelf weinig of geen grond hebben. Daarna ging het als een lopend vuurtje door de wijk, onder andere bij mensen die met pensioen zijn of die zich aansluiten na revalidatie,” vertelt Kombrink. “Eigenlijk doordat we zo’n vaste, hechte club vrijwilligers hebben, lukt het om onderhoud te waarborgen.”


Die groep was er natuurlijk niet zomaar. “Net zoals een tuin moet betrokkenheid groeien. Dat begon met het puin ruimen tot aan het inzaaien van de eerste planten. Daarna hebben we geflyerd en zijn we activiteiten gaan organiseren, zoals nestkastjes schilderen, yogales en een wandelgroep, om aandacht op de tuin te vestigen. O, en door eten aan te bieden, dat werkt fantastisch en is heel gezellig! Mensen ervaren echt eigenaarschap in de tuin, ze adopteren zelfs hun eigen stukje. Dan komen ze ook gerust om acht uur ’s ochtends om onderhoud te plegen.”

De gouden vrijwilliger

Vogellanden is niet geheel afhankelijk van vrijwilligers. De samenwerking met Landschap Overijssel blijft namelijk zijn vruchten afwerpen in de vorm van het verlenen van advies en expertise. “Zij helpen met begeleiden en ze leveren gereedschap en planten. Daarnaast vindt er veel afstemming plaats met het Waterschap en is er een ecoloog van gemeente Zwolle betrokken.”


Toch blijven de vrijwilligers een speerpunt. Dat is volgens Kombrink te danken aan één specifiek persoon: “Herman, onze gouden vrijwilliger,” zegt Kombrink enthousiast. “Hij is gepensioneerd bioloog, inmiddels in de 70, maar hij staat regelmatig van ’s ochtends tot ’s avonds laat in de tuin. Als Herman er niet was geweest, was de tuin er ook niet geweest.”

Herman, de gouden vrijwilliger van de Beleeftuin.

Functionele recreatie

De mensgerichte aanpak van de beleeftuin wordt gereflecteerd in de invulling van de tuin. Ontmoeting en verbinding staan centraal, geeft Kombrink aan, bijvoorbeeld door de tuin als transitiezone te gebruiken tussen revalidatie en samenleving, zodat revalidanten in een rustige omgeving sociaal contact kunnen leggen. Dat geldt net zo goed voor de planten. “We planten zoveel mogelijk inheems aan, geen exoten. Dat mag vrijelijk groeien en het wordt alleen beheerd als het echt nodig is, zoals een vlinderstruik die ergens onbedoeld doorheen groeit.”


Die verbinding tussen mens en natuur is ook functioneel, legt Kombrink uit: “We willen dat mensen zich vrij voelen in de natuur, in hun bewegingen. Daarom zijn er niet veel geëffende paden aangelegd. Cliënten leren zo wat hun mogelijkheden en onmogelijkheden zijn. Het gevolg is dat mensen veel sneller de natuur gaan opzoeken, ook na hun revalidatie.” Cliënten worden ook verbonden aan de activiteiten, zoals lessen in tuinieren, maar de verantwoordelijkheid blijft bij de vrijwilligers liggen.


Om de tuin levendig en aantrekkelijk voor onder andere insecten te houden, inventariseren vrijwilligers wekelijks wat er groeit. “Zo kunnen we zeggen dat het in week vijftien wat magertjes is, dus dan planten we bij. We houden ook rekening met welke insecten worden aangetrokken. Biodiversiteit is echt een speerpunt. Dat creëert heel veel leven om je heen en dat maakt het een fijne plek om te zijn. Ik zag laatst een revalidant snoepen van de bessenstruik, dat deed haar denken aan haar opa. Dat was echt nostalgie voor haar.”

‘We willen dat mensen zich vrij voelen in de natuur, in hun bewegingen. Daarom zijn er niet veel geëffende paden aangelegd.’

Aanstekelijk

De sterke betrokkenheid van zowel vrijwilligers als revalidanten leidde soms tot onverwachte resultaten, geeft Kombrink aan: “In het begin was ik best huiverig voor vandalisme gezien anderen er ook in kunnen. Toch is er maar één keer iets gebeurd, toen is er iets met een stift geschreven, maar dat was het.” Kombrink vermoedt dat het enthousiasme van Herman, de gouden vrijwilliger, anderen aansteekt.


“Hij roept bijvoorbeeld jongeren naar binnen, echt iedereen, om te vragen of ze willen helpen. Ook scholieren komen hier in de tuin werken. Dus, misschien is het een kwestie van bewustwording? Mensen voelen zich welkom in de tuin en de afspraken die we hebben, zoals geen alcohol of honden in de tuin, zijn ook bekend in de wijk.”


De tuin blijft een lopend project, letterlijk een levend geheel. “Je hebt altijd weer plannen en dingen die mooier kunnen,” zegt Kombrink. De wijze waarop (nieuwe) inwoners worden betrokken bij het onderhoud van de tuin door Vogellanden dient als lichtend voorbeeld voor andere buurtgerichte groenprojecten.

Hoe kijken bewoners aan tegen natuurinclusief bouwen? Provincie Overijssel laat hen aan het woord in deze video.