Toegankelijkheid

Betrek burgers bij ontwerp nieuwe fietsroutes

‘Voor een efficiënte inrichting kom je al snel op het terrein van de fietser en voetganger.’

Door Chris Visser, gemeente Vlaardingen


Chris Visser, young professional bij de gemeente Vlaardingen, maakt zich hard voor het inrichten van een functionele buitenruimte voor fietsers en voetgangers. Daarbij betrekt hij graag de burgers.

Mijn fascinatie gaat uit naar het zo functioneel mogelijk inrichten van de beperkt aanwezige ruimte, zodat we zo efficiënt mogelijk kunnen voortbewegen. Enerzijds gaat het dan om zo min mogelijk te hoeven remmen of stoppen, waarmee een comfortabele rit ontstaat. Anderzijds gaat het in de stedelijke omgeving over het aanbieden van mobiliteit, waarvoor zo min mogelijk ruimte nodig is. Voor een efficiënte inrichting kom je dan al snel op het terrein van de fietser en voetganger.


Functionele inrichting

Mijn voorliefde hiervoor startte in 2015, toen ik een jaar lang fietspaden ontwierp in Londen. In dat traject stond burgerparticipatie centraal. In Londen streed je in de stedelijke omgeving voor elke decimeter die de fietser kon worden geboden en was de term ‘effectieve breedte’ de heilige graal. Vanuit een toegankelijke stad voor iedereen is dit ook een minimumeis voor mensen met een beperking. Sindsdien kijk ik met verwondering naar de mogelijkheden om een functionele buitenruimte te vinden die de fietser en andere deelnemers van de straat faciliteert.


Destijds was de vraag of een functioneel ontwerp zich richtte op het faciliteren van één type gebruik, of dat functionaliteiten voor zoveel mogelijk activiteiten beschikbaar moeten zijn. In de stedelijke omgeving gaat het daarbij meestal om deze tweede variant.

Zo voelde ik mij als fietser in Londen zelden veiliger dan op de vier meter brede busbaan. Vanuit dezelfde gedachte kan een fietspad ook worden gebruikt als een skeeler- of hardlooproute. Een functionele inrichting voorziet daardoor in gebruik voor alle doelgroepen, jong en oud.


De verkeerskunde kenmerkt zich door een flink aantal richtlijnen. Deze richtlijnen lezen als adviezen, waarin vaak ook een boven- en ondergrens zijn benoemd. Om gevoel te krijgen voor deze normen is het waardevol om het gesprek aan te gaan met collega’s uit het eigen team en daarbuiten. De ervaringen die men heeft opgedaan komen al snel op tafel. Het is nuttig om deze verhalen over het gewenste verkeersbeeld te doorgronden om tot een eigen standaard te komen.


Fietsen in Vlaardingen

Binnen het Actieplan Fiets van de gemeente Vlaardingen gebruiken we deze menselijke ervaring als aanknopingspunt. Na een korte uitleg over de draagkracht van het onderwerp fiets, werd een klankbordgroep van inwoners uit Vlaardingen om hun persoonlijke fietservaring ondervraagd.

Men reageerde in eerste instantie welwillend op het onderwerp door het actieve karakter en het ‘buiten zijn’. Daarna volgden ook de mindere kanten van het vervoersmiddel. Regen en wind kunnen mensen tegenhouden en ook wordt de krachtinspanning en tijdsduur van het fietsen vaak overschat. Als fietsfan is het voor mij verfrissend om buiten de bubbel van de verkeerskundigen te stappen.


Het gesprek met de stadsbewoners zet me aan het denken over het mobiliteitsgedrag van de ander. Hierdoor krijgt men begrip van andermans cultuur en het risicogebied wat betreft acceptatie van tijd, geld en moeite. Naar mate de tijd vordert, trekt iedereen zijn grenzen binnen deze domeinen. Het acceptatieniveau verschilt per individu.

Als young professional dartel ik nog weleens in dit persoonlijke schootsveld van de ander. Deze persoonlijke benadering komt nogal grof over, maar je ontdekt al snel typisch herkenbaar mobiliteitsgedrag. De burgerparticipatie dient zo niet enkel als kennis- en signaleringsbron, maar ook ter inspiratie.

Cultuur en comfort

Het bevragen van deze cultuur zie ik als een van de nuttige zaken die ik uitvoer binnen een divers team. Het is goed om te weten waar men vandaan komt en wat het acceptatieniveau is van de inwoners om te gaan fietsen. De enquêtes en interviews die we tijdens dit proces ophaalden, hielpen mijn collega’s en mij naar een plan toe te werken.


Dit proces heeft mij geleerd dat je niet alleen staat in de doelen die je wilt bereiken. Er zijn voldoende actoren die je kunnen ondersteunen bij het ontwikkelen van een fietsplan. Zo komt de jarenlange ervaring van oudere professionals samen met het gebruik en de noodzaak die de jongere professionals zien.


Beter fietsklimaat

Op dit moment zijn we in het proces zo ver dat de focus is geplaatst op enkele speerpunten om tot een beter fietsklimaat in Vlaardingen te komen. We zijn volop bezig met het opstellen van de functionele uitwerking, om de vraag van de gebruiker af te stemmen op de mogelijkheden die gemeentebreed kunnen worden geboden. Ondanks alle participatie en focus op meerdere terreinen kwam echter een oude bekende naar voren als favoriet voor een fietsstad: een soepel, rood asfalt fietspad.

‘Ik voelde mij als fietser in Londen zelden veiliger dan op de vier meter brede busbaan.’