Babet Hendriks, Mobycon
De Mobiliteitsdonut
De professionele bubbel waar veel mobiliteitsexperts in zitten, vertelt ons dat meer ruimte voor lopen en fietsen de oplossing is voor vele maatschappelijke opgaven. In diezelfde bubbel worstelen we echter ook met de vraag hoe we écht kunnen kiezen voor fietsen en lopen.
Echt gaan voor fietsen en lopen betekent dat er ergens anders iets af moet of minder kan. Echt ergens voor gaan is cruciaal omdat we maar één keer de ruimte kunnen verdelen en het geld kunnen uitgeven. Om het gesprek over deze keuzes te kunnen openen heeft Mobycon de Mobiliteitsdonut ontwikkeld. De Mobiliteitsdonut is een nieuwe manier om na te denken over de impact van onze keuzes in mobiliteitsbeleid en welke balans we in ons mobiliteitsbeleid willen terugzien.
De donut is geïnspireerd op het gedachtegoed van econoom Kate Raworth, de Donuteconomie genoemd. In haar boek beschrijft Raworth hoe traditionele economische theorieën een wereld mogelijk gemaakt hebben waarin nog steeds extreme armoede heerst, terwijl de allerrijksten elk jaar rijker worden. Bovendien tast economisch handelen onze leefwereld zo sterk aan dat onze toekomst gevaar loopt. Als alternatief introduceert zij de Donuteconomie die kan helpen om in de samenleving op het punt te komen waarop in de behoefte van iedereen kan worden voorzien, zonder dat dit ten koste gaat van onze planeet. Dit illustreert ze aan de hand van een donut. De bandbreedte van de donut wordt bepaald door de binnenste cirkel, het voorzien in de basisbehoeften van iedereen, en de buitenste cirkel die het plafond aangeeft van de (onder andere ecologische, maatschappelijke, ruimtelijke) mogelijkheden.
Deze redenering hebben we vertaald naar de mobiliteitswereld. De binnenste cirkel van de donut staat voor basismobiliteit.
We hebben een bepaalde combinatie nodig van vaardigheden, toegang tot de infrastructuur en bereikbaarheid om onderweg te kunnen gaan en onszelf te ontwikkelen. Als het hieraan ontbreekt, spreken we van mobiliteitsarmoede. Tegelijkertijd maakt de Mobiliteitsdonut ook de grenzen aan de groei expliciet.
Alsmaar inzetten op verder reizen en meer mogelijkheden creëren, veroorzaakt negatieve gevolgen voor onze leefomgeving, maar hypermobiliteit heeft ook financiële, sociale en maatschappelijke gevolgen. Blijven we binnen de bandbreedte van deze cirkels, dan kunnen we spreken van mobiliteitsgeluk. Wat die bandbreedte is, verschilt per stad en regio. De grenzen zijn (deels) onderhevig aan politieke discussie. Maar met de Mobiliteitsdonut op tafel, kunnen we in gesprek over de implicaties van ons mobiliteitsbeleid en de gewenste maatregelen.
De Mobiliteitsdonut stelt de vraag hoe het investeren van miljarden in het verminderen van de reistijd van een hypermobiele groep reizigers in verhouding staat tot het fiets- en loopvriendelijk maken van bestaande woonwijken. Door een maatregelenpakket te beschouwen door de oogharen van de Mobiliteitsdonut worden we kritisch voor wie we ontwikkelen. Is het verstandig en eerlijk om de grenzen van de donut te blijven oprekken terwijl er nog veel mensen in het gat van de mobiliteitsarmoede vallen? Bovendien maakt de donut ook de relaties duidelijk naar andere beleidsterreinen met wie we moeten samenwerken om de donut in balans te brengen.
Met de Mobiliteitsdonut in de hand ontstaat er een kader waarin iedere investering in de mobiliteit getoetst wordt aan de hand van de grenzen aan de groei. Het geeft een plek aan ecologische, financiële en sociale grenzen aan de mobiliteit en kan de discussie helpen verschuiven van het continue streven naar meer en verder, en kan ons helpen om ons te richten op de menselijke waarde van de mobiliteit.