Eelco Eerenberg: “Een gezondere stad is een leukere stad”
Wethouder gemeente Utrecht ziet verminderen gezondheidsverschillen als grootste uitdaging
Gezondheid is een van de speerpunten in de Omgevingsvisie van gemeente Utrecht. De stad werkt hard aan een gezonde leefomgeving. Een gesprek met wethouder Eelco Eerenberg (D66) over schone lucht, gezondheidsverschillen en de Barcode. “Wij zeggen hetzelfde als de dokter. En dan is het ineens betutteling? Daar kan ik met mijn hoofd niet bij.”
Eelco Eerenberg
Een gezonde stad, je kunt er moeilijk op tegen zijn. Toch is Utrecht, net als zo veel Nederlandse steden, nog niet op elke plek die gedroomde groene, duurzame en beweegvriendelijke stad die het wil zijn. Daar wordt aan gewerkt. Gecombineerd met een serieuze woningbouwopgave door de verwachte bevolkingsgroei een uitdaging. Wethouder Eelco Eerenberg ziet vooral kansen. “Al heel lang streven we in Utrecht naar gezond stedelijk leven voor iedereen. Dat betekent dat de stad in alle facetten mensen de gelegenheid geeft om gezond te leven. In de praktijk wil dat zeggen dat de stad groen is, dat het fijn is om er te wandelen en te fietsen en dat de lucht schoon is. Persoonlijk denk ik dat een stad die goed is voor kinderen, goed is voor iedereen. Ze moeten dus lekker kunnen buiten spelen en ervoor zorgen dat het makkelijk wordt gezonde keuzes te maken.”
Volgens Eerenberg is een gezonde stad er zeker niet alleen op gericht om zieke mensen beter te maken. “Een gezonde stad is gewoon fijner om in te leven. Daarnaast helpt het om in de toekomst de zorg betaalbaar te houden. Er gaat dus zeker een preventieve werking uit van het beleid dat we bestuurskundig health in all policies noemen.” Simpel gezegd betekent dit dat in alle beleidsstukken en plannen van de gemeente gezondheid een plaats heeft. Bijvoorbeeld als het gaat om woningbouw. Daarvoor is de Utrechtse Barcode ontwikkeld. Voor elke woning die erbij komt, wordt meteen gekeken naar welke voorzieningen er verder nodig zijn, zaken als sport, groen en cultuur. Met dit mechanisme wil de gemeente de balans tussen het aantal huizen en de omliggende voorzieningen goed houden.
Verdichting als kans voor de gezonde stad
De komende jaren groeit het aantal Utrechters naar meer dan 400.000. Die moeten allemaal ergens wonen. De ruimte is echter niet onbeperkt. Stedelijke verdichting ligt dus voor de hand. Een risico voor de gezonde stad? “Die groei is juist een kans om goede keuzes te maken. Neem de Merwedekanaalzone. Daar lag heel veel grond braak. We hebben het opnieuw ontworpen en van tevoren goed nagedacht over hoe je dat zo gezond mogelijk kunt doen. Dat resulteert in een buurt met heel veel groen, veel maatschappelijke voorzieningen en die ook nog eens autoluw is.”
Helaas is gebleken dat gezondheid ook samenhangt met de sociaal-economische status van mensen, iets wat Eerenberg persoonlijk aan het hart gaat. “Ik vind het pittig dat gezondheid oneerlijk verdeeld is. Met een goed gevulde portemonnee is het bijvoorbeeld makkelijker om gezond eten te kopen. De grootste opgave is wat mij betreft om die gezondheidsverschillen kleiner te maken. Want met een lagere sociaal-economische status ben je minder gezond.” Is het dan simpelweg zorgen dat deze mensen meer geld tot hun beschikking hebben of is het juist beter om ze te stimuleren tot gezonder gedrag? “Ik ben meer van de wortel dan van de stok. Ik zou er dus eerder voor kiezen om gezond gedrag te stimuleren. We investeren bijvoorbeeld in onderwijs. Met name in het speciaal onderwijs zitten kwetsbare groepen. Ik hoop op korte termijn significante stappen te kunnen zetten in het verkleinen van de gezondheidsverschillen. Ik vind het moeilijk te accepteren dat er soms alleen een weg of een spoorwegovergang zit tussen twee buurten met een verschillende sociaal-economische status en dus in de gezondheid van bewoners. Elke keer schrik je weer van die verschillen.”
Critici vinden dat gezond gedrag vooral een eigen keuze zou moeten zijn en dat de overheid zich niet zou moeten bemoeien met het eten van haar bewoners of een gezonde invulling van de vrije tijd. Betutteling, zo vinden zij. Eerenberg is het hier pertinent mee oneens. “Als een dokter tegen een diabetespatiënt zegt dat hij gezonder moet eten of minder alcohol moet drinken, vinden we dat prima. Hij heeft ervoor gestudeerd, zeggen we dan. Maar als wij als gemeente hetzelfde zeggen, is het ineens betutteling. Daar kan ik met mijn hoofd echt niet bij.”
Parijs haalde het wereldnieuws door de ambitie uit te spreken een vijftienminutenstad te willen zijn, Utrecht steekt de Franse hoofdstad naar de kroon met de tienminutenstad. Het komt erop neer dat de gemeente ernaar streeft dat op wat voor plek in de stad je ook woont, alle basisvoorzieningen op 10 minuten lopen of fietsen te vinden zijn. “We zijn hier al lang goed mee bezig. We hebben bijvoorbeeld een heel fijnmazig netwerk van speeltuintjes, dat hebben we goed voor elkaar. Maar op sommige plekken moeten we een inhaalslag maken.”
Gezondheid in het dna
De gezonde stad vraagt om een integrale benadering, dat weten ze in Utrecht. “Dit is niet alleen een zaak voor de gezondheidszorg, maar voor de hele organisatie. Het gaat niet vanzelf, je zult moeten investeren, dan gaat het in je dna zitten. Daarom hebben we bijvoorbeeld spelregels opgesteld voor stedenbouwers waarin beschreven staat waar je wel en geen school mag neerzetten. Integrale samenwerking is niet te bestellen. Je moet aan de slag in multidisciplinaire teams.”
Een goed voorbeeld van die integrale samenwerking is het programma Utrecht kiest voor schone lucht. “De vieze lucht die we inademen zien we niet, maar is er wel. Het is niet zoals bij water waar je heel duidelijk aan kunt zien of het vervuild is. Om schone lucht te krijgen moeten we keihard werken op verschillende terreinen. We stimuleren mensen gezonde keuzes te maken. Wie kiest om te wandelen of te fietsen, zit niet in de auto. Verder investeren we fors in oplaadinfra, zodat het echt interessant wordt om elektrisch te gaan rijden. We doen ook simpele dingen. We hebben op veel plekken in de stad bandenpompen neergezet. Door te zachte banden komt er veel meer fijnstof in de lucht. Een deel van wat we doen is lobbywerk, omdat vieze lucht ook van buiten de gemeentegrenzen komt, vanuit bijvoorbeeld Duitsland. En vervuiling door binnenvaart op het Amsterdam-Rijnkanaal is best heftig, daarom proberen we hierover afspraken te maken met de minister. Een heel breed pakket aan maatregelen dus, maar wel een pakket dat leidt tot significant schonere lucht.”
Daar kan niemand op tegen zijn, weet de wethouder. Sommige maatregelen raken echter direct aan de leefwereld van de Utrechter. “Daarom verstrekken we subsidie aan mensen die direct de nadelen ondervinden van een maatregel.”
Steeds vaker wordt het beleid van de gemeente ondersteund met data. “Een groeimodel”, vindt Eerenberg. “Momenteel meten we de luchtkwaliteit. En we hebben de Snuffelfiets, waarbij al fietsend data wordt verzameld. En, hier ben ik best trots op, we hebben afspraken gemaakt over het toevoegen van nieuwe laadinfra op basis van data. Meestal loop je met het plaatsen van nieuwe laadpalen achter de feiten aan. We hebben het nu zo geregeld dat een volgende laadpaal wordt neergezet als er een in de buurt heel goed wordt gebruikt. Op die manier loop je op de zaken vooruit. De data die we verzamelen in de gemeente zijn veelal voor iedereen beschikbaar, zodat elke Utrechter zelf kan kijken hoe het gaat.”
Grootste goed
Eerenberg is zich ervan bewust dat de gezonde stad nooit af is. “Het is nooit klaar, nee. Je krijgt telkens nieuwe inzichten. In elk geval hoop ik dat de algemene trend, dat er steeds meer aandacht voor gezondheid is, een blijvende is. Als het aan mij ligt wel. Want gezondheid is het grootste goed. Als je het hebt, denk je er niet zo veel aan. Het is dan ook aan de politiek om hier wél aan te blijven denken, ook als het over een tijdje beter gaat. Daar ben ik voor besteld. En uiteindelijk krijgen we daardoor een leukere stad.”