De inclusieve beweegvriendelijke leefomgeving

Van de totale bevolking boven de 12 jaar, doet iets meer dan de helft wekelijks aan sport (Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor, CBS i.s.m. RIVM). Onder mensen met een lichamelijke beperking, een migratieachtergrond en onder ouderen is dat aandeel nog een stuk lager. De fysieke leefomgeving kan een belangrijke rol spelen in het omhoog krikken van die cijfers.

Tekst: Manon van Ketwich

Lillian van den Berg


Kenniscentrum Sport & Bewegen heeft een inspiratiepagina ontwikkeld met tips voor het ontwikkelen van een inclusieve beweegvriendelijke leefomgeving. Maar, zo stelt specialist Lilian van den Berg van het Kenniscentrum: “Je kunt het nooit honderd procent goed doen voor iedereen.” Logisch ook, als je bedenkt dat er legio redenen zijn waarom iemand niet goed kan of wil sporten en bewegen.

Verschillende oorzaken

“We zien veel verschillende oorzaken dat mensen achterblijven”, stelt Van den Berg. “Het kan zijn dat zij bijvoorbeeld belemmeringen ervaren vanwege gezondheid, sociale status of financiële positie. In het Nationaal Sportakkoord wordt o.a. aandacht besteed aan mensen met een lichamelijke beperking, ouderen, chronisch zieken, mensen met een migratieachtergrond, een psychische beperking en mensen die in armoede leven. Bij die eerste drie speelt meestal het lichamelijke gezondheid een rol, terwijl bijvoorbeeld mensen met een migratieachtergrond minder zijn opgegroeid met sporten en bewegen en dus ook minder een voorbeeld hebben.”

De inspiratiepagina van het kenniscentrum richt zich op professionals, als beleidsmakers en buurtsportcoaches. Elke groep vraagt een andere aanpak en veel zit, zoals al vaak is gebleken, in de bewustwording. Niet alleen bij de beleidsmakers, maar bij iedereen. Van den Berg illustreert het met een voorbeeld. “Een vrouw in een rolstoel maakt elke dag een ommetje door de buurt, behalve op dinsdag, omdat dan het vuilnis wordt opgehaald en de stoep wordt geblokkeerd door de kliko’s.”

100 procent inclusief niet haalbaar

Het kan dus in kleine dingen zitten dat een omgeving beweegvriendelijker wordt en dus inclusiever. Losliggende stoeptegels kunnen ouderen een onveilig gevoel geven, voor rolstoelers zijn ze een lastig obstakel net als voor blinden en slechtzienden. Maar, zoals Van den Berg al aanhaalde, een honderd procent inclusieve beweegvriendelijke leefomgeving voor iedereen is praktisch niet haalbaar. “De geleidelijnen voor blinden en slechtzienden zijn bijvoorbeeld niet prettig voor mensen met een rollator. Een plek waar kinderen kunnen skaten is ook niet fijn voor blinden, omdat daar heel veel gebeurt en er weinig overzicht is.”

Het advies van Van den Berg zou dan ook zijn om goed te kijken naar de omgeving van een locatie. Zo kies je in een buurt waar veel ouderen wonen voor brede stoepen. “Maar wees ook creatief. In het bos kan je prima een combinatie maken van smalle bospaadjes voor hardlopers en een pad dat deels verhard is om goed met een rolstoel overheen te gaan. Wees je bewust van verschillende wensen qua toegankelijkheid en houd aandacht voor verschillende groepen.”

Tips van het Kenniscentrum

Op de Inspiratiepagina Inclusieve beweegvriendelijke leefomgeving staan tips en inspiratie voor het plannen en ontwerpen van een beweegvriendelijke omgeving voor mensen met een beperking of chronische aandoening.

De pagina is met name bedoeld voor hen die werkzaam zijn in het ruimtelijk domein, het sociaal domein, een studie volgen met betrekking tot de openbare ruimte of voor hen die de belangen behartigt van mensen met een beperking.

Voor elk type beperking zijn tips benoemd voor de hardware (praktische ontwerptips), software (beweging stimuleren) en orgware (participatie). Er zijn tips op het gebied van dementie en motorische, auditieve en visuele beperkingen.