Samen spelen krijgt prioriteit in Den Haag
In een inclusieve leefomgeving is het belangrijk dat iedereen, van jongs af aan, kan meedoen in de maatschappij. Kinderen, met of zonder beperking, moeten kunnen spelen met hun vriendjes. Lang niet alle speelplekken zijn echter geschikt voor alle kinderen. In Den Haag is een inhaalslag gaande. In verschillende stadsdelen zijn of worden inclusieve en toegankelijke speeltuinen gerealiseerd.
Auteur: Manon van Ketwich
Het is volop verkiezingstijd voor Nisha Soekhai en Johan Molenkamp, wanneer ze aanschuiven voor het interview. Gemeenteambtenaren worden geacht om hun steentje bij te dragen aan het reilen en zeilen op de stembureaus. Soekhai is stadsdeelmedewerker Spelen & Participatie in het stadsdeel Escamp. Molenkamp is stadsdeelmedewerker Fysiek Domein en Participatie in Leidschenveen en Ypenburg. “Spelen is mijn core business”, vertelt de goedlachse Molenkamp. In zijn stadsdeel, aan de Van Campenvaart, werd afgelopen jaar speeltuin De Koe opgeleverd. Een speeltuin waar kinderen met en zonder beperking samen kunnen spelen. Het diende als inspiratie voor Soekhai, die voor de speeltuin in het Melis Stokepark zocht naar speeltoestellen die voor alle kinderen geschikt waren. “Ik doe dit werk in mijn stadsdeel alleen. Ik neem dus graag de goede ideeën van mijn collega’s over. Johan komt regelmatig langs als hij weer iets nieuws heeft”, vertelt ze. “Deze speelplek stond al heel lang op mijn wensenlijstje. Hij was namelijk niet toegankelijk genoeg voor mensen met een beperking. Eind 2020 en begin 2021 kwam er geld vrij. Ik kreeg net bericht dat de speelplaats af is”, klinkt het vrolijk.
'Vroeger bedacht je zelf iets en zette je het er neer, nu is er echt eigenaarschap bij de doelgroep.'
Bestuurlijke prioriteit
Dat er extra geld beschikbaar is gekomen, is het directe gevolg van de ambities van wethouder Kavita Parbhudayal. Molenkamp: “Deze wethouder heeft twee doelen. Ten eerste inclusief spelen en ten tweede het spelen voor de oudere jeugd van 12 tot 16 jaar. Daarnaast is natuurlijk spelen altijd een hot topic. Nisha en ik hebben allebei ingezet op inclusief spelen in onze stadsdelen. Vorig jaar is de speelplek aan de Van Campenvaart gedaan, dit jaar volgt de Katschiplaan en nog vier projecten.”
Een goede zaak, vindt Soekhai. “Ik vind dat inclusief spelen in Den Haag nog niet op het niveau is dat het zou moeten zijn. We kunnen dan ook echt wat betekenen bij de herinrichting van de speelplekken door inclusieve speeltoestellen toe te voegen. Zeker mandschommels zijn voor iedereen leuk. Alleen, niet alle speelplekken zijn toegankelijk voor alle doelgroepen. Met een zandondergrond op een speelplaats is het lastig gebruik te maken van een speeltoestel als je afhankelijk bent van hulpmiddelen zoals een rolstoel.” Het is dus niet alleen een kwestie van een paar inclusieve speeltoestellen neerzetten, de inrichting van de omgeving is net zo belangrijk, wil Soekhai hiermee zeggen. “Daarvoor is samenwerking nodig. Met de verschillende disciplines binnen het stadsdeel zowel fysiek als sociaal en verschillende afdelingen binnen de gemeente bijvoorbeeld.”
Veranderende mindset
Samenwerking is sowieso cruciaal, ook met het sociale domein. Molenkamp: “We kijken eerst naar de aanwezigheid van de doelgroep, leeftijdsopbouw en de behoefte. Bij de Van Campenvaart hebben we dat in samenwerking met een instelling als Ipse De Bruggen gedaan en met belangenvereniging Stichting Voorall. Zij hebben geholpen met het opstellen van het projectplan. Daarna maken we een aantal ontwerpen en maken we samen met de doelgroep een keuze. In dit geval zochten we naar toestellen die voor alle kinderen geschikt zijn. De mindset is aan het veranderen. Vroeger zette je gewoon een wipkip, een schommel en een glijbaan neer. Nu bepaal je dat samen.
Last but not least worden buurtbewoners actief betrokken bij de totstandkoming van een nieuwe speelplek. Bij de speelplek aan de Van Campenvaart hebben ze zelfs een actieve rol bij het beheer en onderhoud. Molenkamp: “Deze speelplek bevindt zich in de Waterwijk, een Vinex-wijk van zo’n 20 jaar oud. Er staan veel eengezinswoningen. De kinderen in de wijk worden ouder en dat zorgt af en toe voor problemen. De speeltuin aan de Van Campenvaart was alleen geschikt voor kinderen met een beperking. De rest van de plek was een groot plantsoen waar veel kinderen hangen en voor overlast zorgen. Toen we deze speelplek wilden aanpakken was het wat mij betreft een voorwaarde dat ook de andere issues werden aangepakt.
Daar hebben we een speciaal programma voor opgezet. De buurt heeft de speelplek omarmd en het is nu een van de drukstbezochte plekken van Ypenburg.”
Geven en nemen
Soekhai: “Het fysieke en het sociale domein blijven twee verschillende werelden. Het integrale werken is er echter wel, we zoeken elkaar steeds vaker op. De collega’s van het sociale domein en de beheerders van het fysieke domein weten goed wat er in de wijken speelt, en welke mensen er wonen. Dat heb je nodig om de participatie op gang te krijgen. De gemeente investeert in de wijk, maar wil er ook iets voor terug, namelijk bewonersparticipatie” Soekhai zet dan ook stevig in op het contact met bewoners en waar dat kan met de kinderen. “Als een bewoner melding doet van een kapot speeltoestel, wensen en/of ideeën heeft voor uitbreiding van een speelplaats dan houd ik die mensen vast. Tegen de tijd dat er een herinrichting aan komt of dat er een vorm van participatie gewenst is, heb ik alvast contact met iemand in de wijk.”
Molenkamp gaat op zijn beurt te rade bij een groep kinderen. “Een jeugdraad die bestaat uit tien kinderen. Ze maken vlogs, om mij te triggeren. Ze geven in die filmpjes aan wat hun wensen zijn voor een speelplek. Ik luister daar goed naar. Ik kan natuurlijk niet alles inwilligen, maar wel veel. Vroeger bedacht je zelf iets en zette je het er neer, nu is er echt eigenaarschap bij de doelgroep.”
Samen spelen
De gemeente Den Haag koos na samenspraak met Voorall en bewoners van de nabijgelegen zorginstelling voor een speelontwerp van leverancier BOERplay. Er is een groot op maat gemaakt klimtoestel geplaatst, waarop kinderen kunnen klimmen en waar kinderen met hun rolstoel op en af kunnen rijden. Ook staat er een draaitoestel waarin kinderen in rolstoel en zonder rolstoel tegelijkertijd kunnen draaien. Een vlakke ondergrond en duidelijke belijning zorgen ervoor dat kinderen die moeilijk kunnen zien, hier ook veilig kunnen spelen.
Ook zijn er voelwanden in de vorm van doolhofborden, trampolines en duikelrekken geplaatst. En een grote multiswing schommel, waaronder een vogelnestschommel. Met circulair ruimtegebruik in gedachten zijn betonplaten uit de oude speeltuin hergebruikt om de brede paden aan te leggen. “Samen spelen is inderdaad niet alleen een kwestie van het plaatsen van aangepaste toestellen, het gaat ook om het welkome gevoel wat kinderen, met en zonder eventuele beperking, krijgen als zij samen spelen in een speeltuin”, vertelt Nathalie Broeders van BOERplay. “Alle input die wij verkrijgen vanuit alle stakeholders die betrokken zijn bij de inrichting van een speelplek, verwerken wij tot een passend inclusief speelontwerp wat voor alle kinderen uitdaging en ontspanning biedt. Dus het mooie is eigenlijk dat je werkt aan samen spelen, vooral door samen te werken.”
De inclusieve speeltuin heeft de naam “Koe-speeltuin” gekregen, wat ook duidelijk zichtbaar is door het gezellige zitmeubel wat speciaal voor deze speeltuin ontworpen is.
Bijzonder is verder de beleeftuin, met planten die je kan voelen en ruiken. Deze is speciaal aangelegd voor de bewoners van de vlakbij gelegen zorglocatie van Ipse De Bruggen, die hier samen met hun familie komen.