Governance van hubs: hoe houd je lokale regie én regionale samenhang

Tekst: Michiel Doelman, Ward de Jong (Keypoint)

Mobiliteitshubs zijn in opkomst als een oplossing om duurzame mobiliteit te bevorderen en bereikbaarheid te verbeteren. In de provincie Utrecht speelt deze ontwikkeling volop. Gemeenten in de provincie zijn actief met de ontwikkeling van buurt- en wijkhubs, maar een uniforme aanpak ontbreekt. Hierdoor verschillen het proces van planning en uitvoering per gemeente, wat leidt tot een gebrek aan samenhang binnen de provincie. Deze versnippering belemmert de brede toegankelijkheid van deelmobiliteit en maakt een kosteneffectieve uitrol lastig.

“Voor het creëren van een hub moet je samen met de aanbieder het business model oppakken.” – Gemeente Zeist

De provincie Utrecht ziet mobiliteitshubs als een belangrijke bouwsteen in haar Knooppuntenprogramma, met specifieke aandacht voor buurthubs, wijkhubs en kleinere knooppunten. Om deze hubs duurzaam en effectief te realiseren, is er behoefte aan een gecoördineerde aanpak en heldere governance. De centrale vraag hierbij is: hoe kunnen provincie en gemeenten samen optrekken in de uitrol van hubs, zonder lokale flexibiliteit te verliezen?

Keypoint heeft samen met Roelofs verschillende ‘governance’ scenario’s onderzocht en in kaart gebracht. Op basis van documentenonderzoek, interviews met experts en gesprekken met zes middelgrote gemeenten in provincie Utrecht (De Ronde Venen, Woerden, Zeist, Soest, Nieuwegein en Veenendaal) zijn twee uiterste scenario’s binnen het spectrum geschetst:

  • 'Centrale regie': één partij fungeert als centrale regisseur en neemt de coördinatie en uitvoering van alle activiteiten rondom de hub op zich. Andere partijen besteden hun taken, verantwoordelijkheden en budgetten uit aan deze centrale regisseur.
  • 'Eigen regie': iedere partij is volledig verantwoordelijk voor de eigen organisatie en kwaliteit van hun activiteiten rondom hubs. Er is geen sprake van mandatering of delegatie; elke partij handelt zelfstandig en sluit eigen afspraken met derden/externe partijen.

Hybride model

Beide modellen kennen hun voordelen, maar sluiten niet volledig aan bij de behoefte aan zowel regionale afstemming als lokale autonomie. Om die reden is een hybride governancemodel ontwikkeld, die elementen van beide modellen combineert. Deze vorm speelt in op de diversiteit van gemeenten in provincie Utrecht, en biedt tegelijkertijd een kader voor gezamenlijke regionale samenwerking.

In de hybride governancevorm behoudt een gemeente de regie over de locatiekeuze en de lokale implementatie van hubs, terwijl de provincie de verantwoordelijkheid draagt voor regionale coördinatie, ondersteuning en gezamenlijke inkoop. Deze hybride vorm biedt gemeenten de mogelijkheid om zelfstandig te opereren binnen een regionaal afgestemde strategie, waardoor schaalvoordelen en uniformiteit beter worden benut. De hybride vorm kent rondom de hubs een aantal eigenschappen:

  • Regie en rolverdeling Gemeenten hebben regie over het eigen grondgebied en de provincie heeft een ondersteunende rol. Deze rol bestaat onder meer uit het coördineren van de regionale samenwerking, het aanbieden van expertise en het ontwikkelen van blauwdrukken en standaardcontracten voor afspraken met derden. Derde partijen zijn aanbieders van deelmobiliteit en partijen die het beheer en onderhoud van de hubs verzorgen.
  • Financiering Er is sprake van gezamenlijke financiering waarbij gemeenten, de provincie en aanbieders van deelmobiliteit aan bijdragen. De gemeente is verantwoordelijk voor de realisatie en operationele kosten, terwijl de provincie financiële ondersteuning biedt via subsidies en kennisdeling. De aanbieders van deelmobiliteit dragen bij door investeringen in eigen faciliteiten binnen de hubs, zoals de deelvoertuigen. Heldere afspraken over een duurzaam (lange termijn) businessmodel zijn noodzakelijk om financiële haalbaarheid en continuïteit van de hubs te waarborgen. Dit kan bijvoorbeeld door de onrendabele top in de eerste jaren deels te laten financieren door de gemeente.
  • Afstemming Er moeten uniforme afspraken en kaders komen die gelden voor alle hubs in de regio. Deze kaders moeten duidelijk en transparant beschrijven welke verantwoordelijkheden bij welke stakeholders liggen.
  • Realisatie Gemeenten trekken gezamenlijk op bij de realisatie van hubs, ondersteund door de provincie als coördinator binnen de regionale samenwerking. Dit vraagt om een gezamenlijke strategie voor inkoop van materialen zoals bebording, de inrichting en het beheer van de hubs. Samenwerking tussen meerdere gemeenten leidt tot lagere kosten (schaalvoordelen) en meer uniformiteit in uitvoering en beheer.
  • Communicatie Een gezamenlijke communicatiestrategie van gemeenten en aanbieders van deelmobiliteit is noodzakelijk om het gebruik van hubs te stimuleren en bewoners te betrekken. Gemeenten informeren inwoners, terwijl aanbieders hun eigen diensten promoten.
  • Beheer & onderhoud Beheer en onderhoud worden regionaal georganiseerd, bijvoorbeeld via uitbesteding aan een externe partij. Dit wijkt af van het lokale onderhoudsregime en zorgt voor één serviceniveau voor alle hubs. Deze aanpak biedt financiële schaalvoordelen en zorgt voor uniformiteit in uitstraling en kwaliteit binnen de regio.
  • Monitoring & evaluatie Monitoring en data-analyse worden regionaal georganiseerd, met de provincie als beheerder en coördinator. Door data centraal te verzamelen en te delen, wordt efficiënter gewerkt en kosten bespaard. Een gecoördineerde aanpak maakt het mogelijk afspraken te maken met aanbieders over datalevering, wat bijdraagt aan een gestroomlijnder en transparanter monitoringsproces.

Tot slot

Een ‘hybride governance’-vorm, waarin gemeenten de regie voeren over hun eigen gebied en zelf bepalen waar hubs komen en wat er wordt gerealiseerd, en waarbij de provincie een ondersteunende en coördinerende rol speelt, blijkt het meest effectief voor de uitrol van kleinschalige mobiliteitshubs. Deze vorm sluit goed aan bij de rol die provincie Utrecht wil innemen: faciliterend, verbindend en gericht op schaalvoordelen en uniformiteit. Kortom, een hybride governance-structuur zorgt voor een duurzame en haalbare uitrol van deelmobiliteitshubs, afgestemd op zowel de lokale als de regionale ambities.

“Belangrijk in de samenwerking is duidelijkheid scheppen in de standaard kaders voor een hub.” – Gemeente De Ronde Venen
“Als hubs regionaal worden uitgerold, ontstaat er een netwerk en kan beheer en onderhoud worden uitbesteed.” – Gemeente Soest