Beweegvriendelijke bedrijventerreinen: goed voor mens, dier, plant én portemonnee
Sporten en bewegen wordt meestal geassocieerd als iets wat je in je vrije tijd doet. Een groot deel van de Nederlanders beweegt op een gemiddelde kantoordag veel te weinig. En dat terwijl juist die regelmatige beweging heel belangrijk is. Een omgeving die uitnodigt om ook onder werktijd in de benen te komen kan helpen om dat te doorbreken.
Tekst: Manon van Ketwich | Beeld: De High Tech Campus in Eindhoven is een parkachtig gebied waar zeldzame planten voorkomen. Foto Shutterstock.
“De High Tech Campus in Eindhoven is een van de groenste bedrijventerreinen van Nederland. Er is al een zeldzame orchidee gespot. Als je daar loopt waan je je in de Ardennen.” Jelle de Jong
“Alleen bewegen in de lunchpauze is niet voldoende. En het is ook vanuit het perspectief van de werkgever niet wenselijk om 8 uur achter elkaar te zitten. Je lichaam komt namelijk in de slaapstand te staan.” Martine de Vaan
Kilometers maken op een reguliere kantoordag? Martine de Vaan bewijst dat het kan. Ze is initiatiefnemer van Weeting – Have a walking meeting en innovatiemanager van het Rijksvastgoedbedrijf. Ook is ze projectleider van de Citydeal Ruimte voor Lopen. Bewegen integreren in het werk is essentieel, vindt ze. “We hebben niet genoeg discipline om pauze te nemen of in onze vrije tijd voldoende te bewegen. Bovendien compenseert sporten ná de werkdag niet voor de negatieve gezondheidseffecten van een hele dag zitten. Onze maatschappij is er onbedoeld op gericht om ons de hele tijd te laten zitten. Met alle technologie die we hebben hoeven we eigenlijk niet meer op te staan. Daar komt de werkcultuur nog bij: de gedachte is dat als we gaan lopen, dat we dan niet aan het werk zijn. Dat zit heel diep.”
Doorbreken van ingesleten patronen
In september verscheen haar boek Walk your meeting, waarin ze tips en handvatten geeft hoe je je dagelijks overleg buiten kunt doen. “Het is een kwestie van het doorbreken van ingesleten patronen. Voor corona maakte ik regelmatig mee dat een overleg, dat ik graag lopend wilde doen, door de ander werd verplaatst naar 12 uur ’s middags. Zodat het tijdens de lunchpauze zou zijn. Daaraan zie je hoe diepgeworteld het idee is dat lopen niet kan tijdens het werk.”
Deze overtuiging zorgt ervoor dat heel veel mensen structureel te weinig bewegen. Niet slim, weet De Vaan. “Alleen bewegen in de lunchpauze is niet voldoende. En het is ook vanuit het perspectief van de werkgever niet wenselijk om 8 uur achter elkaar te zitten. Je lichaam komt namelijk in de slaapstand te staan. Het executieve deel van de hersenen, de neocortex, functioneert hierdoor steeds slechter. Er stroomt namelijk minder bloed naar je hersenen, én je hebt minder zuurstof, glucose en neurotransmitters in het bloed. Je reptielenbrein neemt het over. Het gevolg is dat je snel geprikkeld bent, edgy. De wetenschap is er, helaas is het nog steeds zo dat we het gevoel hebben dat we aan het spijbelen zijn als we onder kantoortijd naar buiten gaan.”
Niet overreden worden
De inrichting van bedrijventerreinen kan een belangrijke bijdrage leveren aan het beweeggedrag van kantoortijgers. “Door de inrichting van het terrein aantrekkelijker te maken én het ook mogelijk maakt om lopend te vergaderen voeg je kwaliteit toe aan je overleggen. Het begint ermee dat je tijdens je overleg niet het risico loopt om overreden te worden. Hier kan je op ontwerpen.” Vaak wordt het ontwerp van bedrijventerreinen gebaseerd op bereikbaarheid, en dan vooral per auto. Het begint dus met trottoirs en voetpaden die voldoende breed zijn. Maar het gaat ook om het creëren van aantrekkelijke wandelrondjes. Op de campus van TU in Delft is bijvoorbeeld zeker wel gedacht aan voetgangers, maar vooral om van A naar B te komen. Van het ene naar het andere gebouw, of van de ingang naar de bushalte. Een logisch wandelrondje is er niet.”
“Bedrijventerreinen zijn niet de meest inspirerende plekken”, weet Jelle de Jong, directeur van IVN Natuureducatie. “We hebben in Nederland zo’n 100.000 hectare aan bedrijventerreinen, dat is net zo veel als alle gebieden van Natuurmonumenten samen. Dat kot neer op ongeveer 3.500 bedrijventerreinen, waarvan slechts 1 procent groen-blauw is ingericht. 99 procent is versteend”, schetst De Jong de potentie van de bedrijventerreinen.
Het IVN is, samen met een brede coalitie aan bedrijven, trekker van het project Werklandschappen van de Toekomst. Het Ministerie van Binnenlandse zaken heeft namens deze groep een aanvraag gedaan bij het Groeifonds 2021. In april wordt bekend of de aanvraag wordt toegekend.
Het doel is om in elk geval 30 procent van de bedrijventerreinen groen en gezond te maken, dat is ongeveer het niveau waar woonwijken nu ook op zitten. “Het mag ook meer zijn”, aldus De Jong. “De inrichting zoals die nu is, is een concept uit de vorige eeuw. Men wilde de grote bedrijven niet meer in de binnenstad hebben, dus werden die verplaatst naar de buitenkant van de stad. Bedrijventerreinen werden fabrieksmatig ingericht, de overheid was verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de paadjes die tussen de panden lopen. Schoon, heel en veilig was voldoende.”
Gezond, leefbaar en beweegvriendelijk
Volgens De Jong zijn werklandschappen van de toekomst klimaatbestendig en is er ruimte voor veel biodiversiteit. Daarnaast zijn ze gezond, leefbaar en beweegvriendelijk. “Dat betekent dat de infrastructuur voor fietsen en wandelen goed moet zijn. Maar ook dat je bijvoorbeeld zorgt voor sportfaciliteiten én dat je die zaken goed ontsluit. Verder moet een terrein groen en aantrekkelijk worden ingericht. Een wandelpaadje moet langs een bomenrij voeren en niet vlak langs de weg waar vrachtwagens rijden.”
Hoe zou Martine de Vaan het aanpakken? “Bij bestaande terreinen zou ik eerst kijken naar de parkeerdiscipline. Meestal zijn er smalle stoepen, waar ook nog eens auto’s op geparkeerd staan. Verder zou ik samen met de gebruikers proberen om een rondje van 1,8 kilometer te creëren. Een aantrekkelijke route waar je met z’n tweeën naast elkaar kunt lopen. Ik ben het flaneerkwaliteit gaan noemen. Aantrekkelijk betekent bijvoorbeeld dat het groen is of dat je langs water loopt en liever niet langs ‘achterkanten’ van gebouwen. Ook moet de soundscape het geluidslandschap goed zijn, in ieder geval niet te veel verkeerslawaai. We zijn ons er niet bewust van hoe storend het geluid van bijvoorbeeld een drukke weg kan zijn. Waarom 1,8 kilometer? Dat is ongeveer een half uur, veel overleggen duren zo lang, en voor bijvoorbeeld overleggen van een uur die je deels lopend doet is het ook een geschikte afstand. Of je loopt het rondje twee keer voor een overleg van een uur.”
Niet in de berm
Wat De Vaan betreft is een rondje van een half uur de ondergrens. Mocht ze het zelf voor het zeggen hebben dan wordt het aantal routes rond een kantorencomplex uitgebreid. “Ik zou dan veel meer differentiëren. Naast het rondje van 1,8 kilometer voor twee personen zou ik ook een rondje maken voor drie personen. Je wil niet dat een minder assertieve collega in de berm belandt en het is ook handig voor een vergadering met een oneven aantal deelnemers waarbij je in groepjes uit elkaar gaat. Helemaal mooi is het om ook een route te maken van 1 kilometer waar je met z’n vieren naast elkaar kunt lopen. Verder zou ik de routes fantastisch groen inrichten en zorgen voor goede en logische verbindingen naar de omgeving, dat je niet als het ware over de plangrens struikelt. Dan moet er nog een belrondje bij. Bij de routes voor meer personen zou ik halverwege en vlak voor het eind bankjes neerzetten of een statafel, zodat je onderweg aantekeningen kunt maken. Bij Nyenrode staan standaard whiteboards buiten op het terras. Heel gaaf. Overigens zijn de beste overleggen zonder powerpoint of andere schermen.”
Wie ook meer wandelend zou willen overleggen, maar nog wat twijfelt zou De Vaan willen adviseren om te beginnen met het makkelijkste overleg. “Vanuit daar kan je het verder uitbouwen. Heel veel kan. Ik heb zelfs colleges van drie uur gegeven buiten, al wandelend. En voor bepaalde overleggen kan het inderdaad niet. Dat vinden mensen ook fijn om te horen.
In mijn boek heb ik een compleet hoofdstuk gewijd aan de vraag ‘meeting of weeting’, met een schema van de meest voorkomende soorten overleggen en of weeting toepasbaar is en zo ja hoe.” De voordelen zijn legio, voor zowel de werknemer als de werkgever. “Je haalt je hersenen uit de slaapmodus, je geheugen werkt beter, je wordt creatiever, je bevordert je taakinitiatie en het onderlinge contact wordt beter.” rond een kantorencomplex uitgebreid. “Ik zou dan veel meer differentiëren. Naast het rondje van 1,8 kilometer voor twee personen zou ik ook een rondje maken voor drie personen. Je wil niet dat een minder assertieve collega in de berm belandt en het is ook handig voor een vergadering met een oneven aantal deelnemers waarbij je in groepjes uit elkaar gaat. Helemaal mooi is het om ook een route te maken van 1 kilometer waar je met z’n vieren naast elkaar kunt lopen. Verder zou ik de routes fantastisch groen inrichten en zorgen voor goede en logische verbindingen naar de omgeving, dat je niet als het ware over de plangrens struikelt. Dan moet er nog een belrondje bij. Bij de routes voor meer personen zou ik halverwege en vlak voor het eind bankjes neerzetten of een statafel, zodat je onderweg aantekeningen kunt maken. Bij Nyenrode staan standaard whiteboards buiten op het terras. Heel gaaf. Overigens zijn de beste overleggen zonder powerpoint of andere schermen.”
Ardennen
Goede voorbeelden van beweegvriendelijke bedrijventerreinen zijn er al, vertelt Jelle de Jong. Waar nu het Schiphol Trade Park ligt, was eerst landbouwgrond. Toen de plannen voor het omturnen naar een bedrijventerrein werden gemaakt, kwamen er allemaal lelijke dozen tevoorschijn. Daarop werden de eisen opgeschroefd. Er werd opnieuw gekeken naar de openbare ruimte. De inrichting werd onder de loep genomen en het parkeren kreeg aandacht. Dat resulteerde in een bedrijventerrein dat voor 50 procent groen is ingericht en dat echt een park is geworden.”
Een aantrekkelijk bedrijventerrein zorgt dus voor gezondere en fittere werknemers. De voordelen zijn echter nog groter. Hittestress vermindert en de biodiversiteit neemt toe. “De High Tech Campus in Eindhoven is een van de groenste bedrijventerreinen van Nederland. Er is al een zeldzame orchidee gespot. Als je daar loopt waan je je in de Ardennen”, is De Jong enthousiast.
Blije werknemers, dieren en planten. En dat is nog niet alles. Want een werkomgeving van hoge kwaliteit oefent aantrekkingskracht uit op de toch al schaarse werknemers. Bovendien neemt de waarde van het vastgoed toe. Investeerder Marcel Boekhoorn kocht in 2012 voor 425 miljoen euro het terrein van de High Tech Campus aan. De geruchten gaan dat hij het in de zomer voor meer dan 1 miljard euro van de hand deed.
Meer lezen