Volvo gelooft in een elektrische toekomst
Auteur: Guus Puylaert
In 35 jaar tijd zag Wijnand van den Brink, innovatiemanager bij Volvo Trucks, de markt behoorlijk veranderen. “Diesel was nooit voer voor discussie. Maar nu is het de discussie welke energiebron het best rendeert. Voor stadsdistributie geloven wij in batterij-elektrisch.”
Volvo Trucks heeft onlangs zijn eerste volledig elektrische, stadslogistieke trucks af geleverd in Nederland. De transitie naar zero emissievervoer liep weliswaar vertraging op door de coronacrisis, maar de innovatiemanager merkt een groeiend besef voor schoner en stiller vervoer. “Als zero emissiezones in 2025 ingericht moeten zijn, moeten gemeenten, verladers en bedrijven nu aan de slag.”
Volvo leverde op 18 juni de eerste FE Electric 6x2 aan Renewi en wordt ingezet voor afvalinzameling in binnenstedelijke gebieden. © Wijnand van den Brink
Geschikt voor de stad
Elektrisch rijden is met name geschikt voor stadsdistributie en afvalinzameling, vertelt Van den Brink. In een ideale situatie leveren grote vrachtwagens de vracht op een hub aan de rand van de stad af en distribueren kleinere zero emissietrucks de goederen de stad in. “Onze trucks halen een range van maximaal 300 kilometer op één acculading. Lange distributieroutes haal je daar niet mee. Wij zetten in op fijnmazige distributie, stadslogistiek en afvalinzameling, met ’s nachts opladen op de thuisbasis. Je hoeft dan overdag niet bij te laden op een snellaadstation.”
Om het maximale uit die ronde te halen, ontwikkelde de fabrikant een computerprogramma, waarin afleveradressen van de klant worden ingegeven en de optimale route wordt berekend. “We houden rekening met de laad- en lostijden, ladinggewicht, met de actuele verkeerssituatie en berekenen of de beoogde route mogelijk is. We kunnen adviezen geven aan de planning.”
Een andere manier van denken
Een ander punt van aandacht is de laadinfrastructuur. De snelle marktontwikkelingen vragen om ‘een andere manier van denken’, zegt Van den Brink. “Een dieselmotor paste vroeger eigenlijk wel in elk voertuig. Bij nieuwe energiebronnen is er niet één techniek die alles afdekt. Je moet dus per situatie kijken wat je wilt doen en welke energiebron daarvoor geschikt is.”
In de logistieke sector ligt de transitie naar elektrisch vervoer ingewikkelder dan in de bussenwereld, omdat de route per dag anders kan zijn. Desondanks verwacht Van den Brink dat ‘binnen een paar jaar’ ook grotere vrachtwagens volledig batterij-elektrisch kunnen rijden. “Als je met één vrachtwagen de stad in kunt, in plaats van twaalf bestelwagens, scheelt dat enorm bij bijvoorbeeld bevoorrading van supermarkten en warenhuizen.”
'Elektrisch rijden is anders werken. Met daarin een belangrijke rol voor de planner en de vrachtwagenchauffeurs.'
Voor langere afstanden, zoals de populaire logistieke route Antwerpen – Rotterdam, ziet Van den Brink meer toekomst in waterstof. “Samen met Daimler werken we aan de ontwikkeling van een nieuwe fuel cell. Daarmee kunnen we met hoger gewicht rijden en langere afstanden afleggen. Maar om dit te laten slagen, moeten we standaardiseren in bijvoorbeeld de laadinfrastructuur. Vragen die spelen: hoe haal je al die stroom uit het energienet? Overheden moeten hierin faciliteren en stimuleren.”
‘Elektrisch rijden is anders werken’
Ten slotte is het volgens de innovatiemanager belangrijk om het hele transportbedrijf en ook de verlader te motiveren om mee te gaan. “Elektrisch rijden is anders werken. Met daarin een belangrijke rol voor de planner en de vrachtwagenchauffeurs. Als een chauffeur niet lekker in zijn auto zit, dan gaat de transitie niet lukken. De planning moet rekening houden met de mogelijkheden van de techniek. Dat heeft wenningstijd nodig. Als we met chauffeurs praten, komen we er vaak achter dat die al om zijn. Het is leuk om te merken dat de chauffeur dan niet meer anders wil dan zo’n stil en trillingsvrij voertuig!”