Duurzaam bouwen

Ecologie viert hoogtij op
NIOO-terrein

“We wilden met onze nieuwbouw niet alleen de schade aan de natuurlijke omgeving beperken, maar juist de biodiversiteit stimuleren en verbeteren.”

Door Wendy Bakker en Reinoud Schaatsbergen


Het ultramoderne en vooral duurzame gebouw van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) heeft al vele prijzen in de wacht gesleept. In de zomer van 2017 is daar een bekroning voor de buitenruimte bijgekomen. NL Greenlabel waardeerde het NIOO-terrein met de hoogste score voor integrale duurzaamheid. Het gebouw geeft meer terug dan wat het aan het landschap heeft ontnomen.

“De natuur, vanaf het ontwerpproces tot in de realisering, was de belangrijkste inspiratiebron voor het gebouw.”

Foto: Perro de Jong, NIOO-KNAW

Voor een wetenschappelijk instituut dat wereldwijd de ecosystemen bestudeert, lijkt het niet meer dan logisch dat dit kiest voor een duurzaam gebouw om zich in te huisvesten. Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), dat in 2011 een nieuw gebouw in Wageningen betrok, wilde echter meer dan dat. “Als je een gebouw neerzet in het landschap vernietig je op die plek normaal gesproken enorm veel aan leven, zowel boven als onder de grond”, zegt professor Louise Vet, evolutionair ecoloog en directeur van het NIOO. “We wilden met onze nieuwbouw niet alleen de schade aan de natuurlijke omgeving beperken, maar juist de biodiversiteit stimuleren en verbeteren. Dat past ons ook als ecologisch instituut.”

Nummer 1
Die biodiversiteit is een kernthema van het NIOO en uitermate belangrijk voor de directeur, wat ook blijkt uit haar positie als voorzitter van de kwartiermakersgroep voor het Deltaplan Biodiversiteit. Haar werk voor die positie maakte haar op 10 oktober nummer 1 in de Trouw Duurzame 100 van 2018. Ze werd mede gelauwerd om haar streven alle betrokken partijen in het proces bij elkaar te brengen, van wetenschappers tot boeren, van natuurbeheerders tot banken en supermarkten, om het Nederlandse landschap te herstellen. Het NIOO-terrein is een mooi voorbeeld van de mogelijkheden.


Het gebouw van het instituut helpt de natuur vooruit. Niet alleen door het ecologisch onderzoek dat er plaatsvindt, maar ook omdat de natuur, vanaf het ontwerpproces tot in de realisering, de belangrijkste inspiratiebron was. De ambitie voor de buitenruimte is dat de diversiteit aan planten, insecten en dieren op het terrein toeneemt. Om de nieuwbouw goed in te passen in het landschap met aandacht voor de al aanwezige natuurlijke waarden, vroeg de directeur aan Ger Londo, botanicus en ’vader van de natuurtuingedachte’, om mee te denken over de inrichting van de tuin.


Ecologisch prikkeldraad

Ecologen hebben de natuurwaarden van het gebied in kaart gebracht voordat de bouw begon. Zo zijn de knotwilgen en oude elzenstoven die voor de nieuwe huisvesting moesten wijken tijdelijk opgeslagen in een depot, waarna ze opnieuw geplant zijn in een houtwal die het terrein omheint. Daarnaast zijn meer dan negenduizend inheemse struiken aangeplant op de tuunwal om te dienen als ecologisch ‘prikkeldraad’. “Deze levende haag is veel beter dan een kaal hekwerk”, zegt Louise Vet, die ervoor pleit deze natuurlijke manier van omheinen op industrieterreinen toe te passen. Mede omdat het nestelgelegenheid biedt aan vogels en voedsel in de vorm van zaden en vruchten. De heesters trekken bovendien bijen, vlinders en andere insecten. Lijnvormige elementen in het landschap zoals hagen zijn bovendien belangrijk voor vleermuizen en door dit op natuurlijke wijze te doen bespaar je veel staal als materiaal.

Louise Vet, foto: Perro de Jong, NIOO-KNAW

Foto: Perro de Jong, NIOO-KNAW

Foto: NIOO-KNAW

Foto: Johan van der Wielen

Groene daken

Een duurzaam gebouw kan niet zonder een groen dak dat in de zomer voor verkoeling zorgt, in de winter de warmte binnenhoudt en dat het te veel aan regenwater opvangt en geleidelijk aan de bodem afgeeft. Het NIOO heeft een uniek experimenteel blauw-groen dak. Hierop worden met een consortium van bedrijven, overheden, Wageningen Universiteit en andere stakeholders verschillende gemengde vegetaties en substraten beproefd in relatie tot de waterhuishouding. Zo wordt de plantsuccessie en de biodiversiteit bestudeerd, zoals de insecten en vogels die door de beplanting worden aangetrokken. Ze meten de hoeveelheid regenwater die verschillende vegetaties bufferen en testen welk daksysteem de hoogste isolatiewaarde heeft. Ook wordt gekeken hoe deze daken het efficiëntst kunnen worden beheerd.


In enkele jaren tijd heeft de biodiversiteit op het terrein een hoge vlucht genomen, en die ontwikkeling gaat door. Inmiddels is een voedselbos aangelegd op het terrein, zijn er vier bijenhotels bijgebouwd en wordt er verder gevlochten aan de heg op de tuunwallen. Twee keer per jaar worden de bloemrijke grasvegetaties gemaaid en het maaisel afgevoerd. Niet in een keer, maar gefaseerd: voor het behoud van voedsel, nestel- en schuilplekken van insecten en andere dieren.


Hoogste waardering

Het integrale pakket aan duurzame ingrepen dat de natuur heeft verrijkt, leverde het NIOO een gebiedspaspoort met duurzaamheidsklasse A van NL Greenlabel op: de hoogste waardering van het gebiedslabel. Wat dit project zo bijzonder maakt, volgens tuinontwerper en mede-eigenaar van NL Greenlabel Nico Wissing, is dat het landschap en de natuur als uitgangspunt zijn genomen in het totale proces van ontwerp tot realisatie en beheer. Veelal zie je dat het groen na de bouw als duurzaamheidsausje over de buitenruimte wordt heen gegoten, maar “hier is het gebouw te gast in het landschap”.

“Hier is het gebouw te gast in het landschap.”

De integrale versie van dit artikel is te lezen op Straatbeeld.