Smart City

‘Smart city is simpel: leave nobody behind

‘Smart city wijst op de mensen in de stad, niet op de technologie erachter’

Door Reinoud Schaatsbergen


Politiek, overheden, bedrijven, burgers; iedereen is bezig met smart city, met wekelijks media-aandacht voor projecten die iets met data of slimme systemen doen. Toch is smart city meer dan dat. ‘Smart city wijst op de mensen in de stad, niet op de technologie erachter,’ aldus Bram Reinders van het Institute for Future of Living. Hij voorziet op dit gebied een kanteling in onze samenleving.

Er zijn talloze initiatieven die vanuit het thema smart city een slimme en leefbare stad nastreven. Hoe onderscheidt het Institute for Future of Living zich?

Wij coördineren. Niet vanuit een technologische push, maar vanuit de behoefte van de inwoners van een buurt of wijk. Wat is er nodig om dat gebied leefbaarder te maken? We denken niet zozeer vanuit bedrijven om winst te maken, maar vanuit de bewoners. We willen dat echt omkeren. Het doel is om op een nieuwe manier businessmodellen, programma’s en projecten op te zetten die bestaande ecosystemen uitdagen.”


“Het Institute for Future of Living werkt toe naar een ANBI-status, dus we hebben geen winstoogmerk. We zijn ontstaan vanuit een handelsmissie naar Texas met duurzaamheid als nevendoelstelling, waar ineens ontzettend veel aandacht voor bleek te zijn. Dat dossier is naar mij toegegroeid, wat resulteerde in een gesprek met de minister-president met de concrete vraag: als smart city echt zo bottom-up is, hoe kom je dan tot een strategie? Onder leiding van ons instituut is toen de NL Smart City Strategie geschreven. Daarbij keken we ook naar de zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, die samengevat precies zeggen waar wij voor staan: leave nobody behind.

Het thema smart city lijkt onlosmakelijk met data verbonden te zijn. Toch heb je dat woord nog niet genoemd. Hoe kan dat?

“Digitalisering heeft veel voordelen. We doen er ook veel mee, maar we doen het er niet óm. Het gaat om de mens in de digitale samenleving. Wij vertalen de behoeften van de Nederlandse inwoners in concrete projecten door naast die mensen te staan. Dan krijg je een heel ander vertrekpunt waar mooie programma’s uit ontstaan. Die willen we schalen en herhalen.”


“Neem bijvoorbeeld de energietransitie. In een van onze projecten zetten we met vier wijken een coalitie op om samen naar aardgasvrij wonen toe te werken. De startvraag is: wat betekent dat voor huiseigenaren of -huurders? What’s in it for them? En dan echt naast de inwoners gaan staan en denken: hoe dan? Zo kun je op basis van bestaande kennis aantonen dat de energierekening lager kan als de bewoners investeren in buurtgericht opwekken en dat netjes verdelen. Zo creëer je een ander ecosysteem en verdienmodel. Dat is wat wij zien als smart city, of een smart society. Zelf noemen we het graag future of living.”

Dat is niet alleen een andere benaming, maar een heel andere insteek. Hoe willen jullie dat verkondigen?

“Wij zijn niet zo van op de voorgrond treden, maar meer van het doen. We zien al een kanteling gebeuren in de maatschappelijke discussies, zoals met de Steunverklaring Smart Society die wij mede hebben ondertekend. Wij proberen mee te werken aan een eerlijke verdeling van welvaart, aan een sociale lijm voor buurten. Daar zijn al mooie voorbeelden van.”


Hoe pakken jullie zoiets concreet aan?

“Wij organiseren coalities, een aantal mensen en/of bedrijven die de schouders onder een probleem of ambitie in een wijk of buurt willen zetten. Dat begint bij de gemeente. Daar doen we een uitvraag over wat er speelt en met welke wijk wij dat kunnen oppakken. Van daaruit is het bottom-up: samen met een wijkcomité, buurtvereniging of lokaal initiatief stellen wij een projectplan op. Wij brengen daarbij kennis in van wetenschappers, van bedrijven waar wij mee samenwerken en over beleidsstukken. Want dat ontbreekt vaak. Er zijn altijd wel inwoners die willen organiseren, maar je moet met ze om tafel om die kennis te bundelen.”

In zulke initiatieven zie je vaak een tekort aan financiële middelen. Hoe regelen jullie dat als non-profit organisatie?

“Daar moet ons land nog in kantelen. Niet omdat ik links denk, maar omdat er een nieuwe economie ontstaat. De grote budgetten zitten bij onze Rijksoverheid en de topsectoren. Daar verdelen belangrijke mensen honderden miljoenen, maar als je vanuit de buurten kijkt, zie je daar weinig van terug.

Daar lopen ze vast in de bureaucratie. Dat moeten we omkeren, zodat budgetten op een andere manier gealloceerd worden. Als je dat goed doet, kan je als land juist geld besparen.”


“Bovendien zijn wij een netwerk. Dat is belangrijk, want daarmee krijg je het snelste iets gedaan. Onder ons bevinden zich CEO’s van diverse bedrijven, die kunnen wel een deuk in een pak boter slaan. Als je hun de noodzaak van duurzamer leven kunt laten zien, dat ze zeggen: ‘Potverdorie, dat is zo’, dan krijg je iets op gang. Dat is waar wij aan bouwen: om van buiten naar binnen een project op te zetten en de onnodige kosten eruit te halen. Als je mensen in je netwerk hebt die er net zo over denken, waarom niet?”


“Het is een andere manier van denken. Dat gaat heel goed, al zeg ik het zelf. Sterker nog: met onze nieuwe Smart Cities Roadmap kijken we naar het hele Koninkrijk, dus we betrekken ook Curaçao. Daarin wordt gekeken hoe de projecten in Nederland worden opgezet en hoe ze in Curaçao iets soortgelijks kunnen doen. Samen met ministeries en bedrijven en telkens vanuit het idee: werken met, niet voor. Wij geloven in transparantie. Dat brengt vertrouwen en vertrouwen brengt transformatie.”

Prins Constantijn sprak in 2017 tijdens het Smart & Safe City Event in Scheveningen al over opschaling, of concreter: ‘Waar is de uitvoering?’ Hoe kijken jullie daar tegenaan?

“Er is nog niet zoveel ervaring. We schrijven veel, maar we doen het nog niet. Iedereen zoekt naar de rol van ministeries, van de G40 of de gemeenten. Wij denken dat dit niet van binnenuit geregeld kan worden. Een systeemverandering kan alleen van buiten komen. Wij willen niet een verkapt verlengstuk van een business development zijn, maar vanuit intrinsieke zuiverheid een mooiere leefomgeving creëren voor alle Nederlanders. Zo’n andere manier van programma’s opzetten, dat bestaat nog niet in Nederland.”

‘Smart city, smart society; zelf noemen we het graag future of living’

“Het blijft een enorme zoektocht. We zijn er ook nog niet. We hopen dat er een brede maatschappelijke beweging op gang komt, omdat veel mensen de toegevoegde waarde zien van concrete activiteiten, van samenwerking. Dat is ook wel een ding: smart city wordt gezien als iets van de G5 of andere grote steden, maar dat is niet zo. In Groningen is een prachtig zonnepark neergezet met de coöperatie Zonnedorpen, daarin werken we ook samen met de gemeente Loppersum. Dat zijn de best practices van Nederland.”


Waar zie je nu kansen om Nederland een stap verder te laten komen?

“Je ziet langzamerhand successen ontstaan. Ik hoop dat we die als land gaan zien. De coöperatie Zonnedorpen is trots op wat ze hebben neergezet; laat dat zien! Op gebied van energietransitie mag Groningen best paraderen, net zoals regio Eindhoven met mobiliteit, regio Amsterdam met circulaire economie en regio Den Haag met digitalisering. We hebben zulke mooie pareltjes in ons land. Laten we daar eens een ketting van maken.”

5 tips van Bram Reinders voor een smart city mindset

1. ‘Smart city wijst op de mensen in de stad, niet op de technologie erachter.’

2. ‘Data is een belangrijk ingrediënt, maar digitalisering staat altijd ten dienste van.’

3. ‘Redeneer vanuit de maatschappelijke behoefte. Van daaruit kom je op circulaire economie, op digitalisering, op mobiliteit. Al die zuilen vinden hun oorsprong bij de behoefte van de mens, niet andersom.’

4. ‘Connect and collaborate, dus niet command and control. Breng bedrijven, organisaties en burgers met elkaar in contact. Dan houd je het zuiver en krijg je een nieuw soort speelveld.’

5. ‘Verwerf statistische informatie – een nulmeting – over je buurt of stad. Zo’n ‘foto’ van waar je nu staat, met onderbouwde en feitelijke data, is heel belangrijk om een plan op te bouwen. Het CBS kan daarbij helpen, die is precies voor dat doel Urban Data Centers aan het opzetten. ‘


‘Iets concreets zoals de coöperatie Zonneparken van onder andere de gemeente Loppersum, dát zijn de best practices van Nederland’