Marcel Wijnker
Vlaanderen maakt werk van toegankelijk openbaar vervoer
Er beweegt momenteel veel in Vlaanderen op vlak van mobiliteit. Met basisbereikbaarheid wordt een nieuwe visie op mobiliteit geïntroduceerd en met het Masterplan Toegankelijkheid zet Vlaanderen een inhaalslag in naar een toegankelijk openbaar vervoer. Inter, het Vlaams expertisecentrum toegankelijk en Universal Design houdt stevig de vinger aan de pols en ondersteunt de Vlaamse overheid om haar ambities waar te kunnen maken.
3 goede redenen om meer haltes toegankelijk te maken
1. Iedereen moet zich (duurzaam) kunnen verplaatsen
“We willen elkaar kunnen ontmoeten, naar school en het werk gaan. En als daar verplaatsingen voor nodig zijn, willen we die liefst zelfstandig kunnen ondernemen, zonder afhankelijk te zijn van anderen. Dat geldt voor iedereen, ongeacht leeftijd en omstandigheden, met of zonder handicap.”
2. Toegankelijke haltes vervolledigen de verplaatsingsketen
“Voor het slagen van basisbereikbaarheid is het cruciaal dat iedereen vlot op en af kan stappen. De keten is zo sterk als de zwakste schakel, als er één schakel in de verplaatsingsketen de behoeften niet kan inlossen, dan kan niet iedereen de verplaatsing maken. Toegankelijke haltes zijn dus een belangrijke schakel in de verplaatsingsketen.”
Keten van toegankelijkheid
3. Toegankelijkheid geeft ademruimte aan het doelgroepenvervoer
“Hoe meer mensen met een (tijdelijke) beperking zich zelfstandig met het openbaar vervoer kunnen verplaatsen, hoe meer ademruimte er vrijkomt voor het doelgroepen-vervoer. Het doelgroepenvervoer kan zich dan focussen op de mensen die assistentie en begeleiding nodig blijven hebben voor hun verplaatsing.”
Basisbereikbaarheid
Basisbereikbaarheid, zo heet de nieuwe visie op mobiliteit in Vlaanderen. Het streefdoel is om het openbaar vervoer en de vervoersnetwerken in Vlaanderen beter af te stemmen op de vraag. Belangrijke bestemmingen zoals scholen, ziekenhuizen, bedrijventerreinen en winkelcentra moet je makkelijk met het openbaar vervoer kunnen bereiken. Op die manier wil de Vlaamse overheid mensen verleiden om voor duurzame alternatieven te kiezen in plaats van altijd de eigen auto.
Infografiek basisbereikbaarheid
Combimobiliteit moet ervoor zorgen dat iedereen vlot aan de haltes op de belangrijke assen raakt
Combimobiliteit is het combineren van verschillende vervoersmogelijkheden. Bijvoorbeeld met de fiets naar de halte en van daar verder met bus of tram. Met de trein naar een grote stad en van het station met een deelfiets of step verder naar de bestemming. Ook deelauto’s en taxi’s horen daarbij. Op goed herkenbare vervoersknooppunten zullen reizigers kunnen wisselen van vervoermiddel. Hiervoor werd een huisstijl ontwikkeld en een nieuwe naam bedacht: Hoppin.
Infografiek combimobiliteit
‘Basisbereikbaarheid, zo heet de nieuwe visie op mobiliteit in Vlaanderen. Het streefdoel is om het openbaar vervoer en de vervoersnetwerken in Vlaanderen beter af te stemmen op de vraag.’
Basisbereikbaarheid geldt voor iedereen
Iedereen moet meekunnen in de nieuwe mobiliteitsvisie. Ook mensen met een beperking, ouderen die slecht te been zijn of ouders op stap met een kinderwagen moeten zich zoveel mogelijk duurzaam kunnen verplaatsen. Daarbij is een toegankelijk openbaar vervoer cruciaal. Voor de voertuigen gaat dat in Vlaanderen de goede kant op, maar de toegankelijkheidscijfers van de haltes zijn niet goed. Slechts 12% zijn toegankelijk voor mensen met een motorische beperking en maar 6% van de haltes heeft geleiding voor blinden en slechtzienden. Het moeilijke aan dit verhaal is dat de wegbeheerder verantwoordelijk is voor de haltes. En dat zijn in 62% van de gevallen de steden en gemeenten.
Masterplan toegankelijkheid
De Vlaamse overheid lanceerde eind 2020 het Masterplan Toegankelijkheid met ambitieuze, maar haalbare doelstellingen voor het toegankelijk maken van halte-infrastructuur. De overheid zal zelf het goede voorbeeld geven voor de haltes op de gewestwegen en de lokale besturen worden met financiële en inhoudelijke ondersteuning gestimuleerd om de haltes op de gemeentewegen toegankelijk te maken. Inter neemt daarin een belangrijke rol op.
Doelstelling van het Masterplan Toegankelijkheid
- 50% van de haltes moeten toegankelijk zijn tegen 2030. Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn maakt zich sterk dat hierdoor ongeveer 70% van de reizigers gebruik kunnen maken van een toegankelijke rit.
- Bestaande haltes zijn minimaal
toegankelijk mits assistentie.
- Nieuw (her)aangelegde haltes zijn
autonoom toegankelijk voor personen met
een motorische beperking en voor blinden
en slechtzienden.
- 100% van de haltes die opgenomen zijn in een Hoppinpunt (vervoersknooppunt) zijn tegen 2030 autonoom toegankelijk.
- Nieuwe haltes in een Hoppinpunt worden
meteen toegankelijk aangelegd.
Inter geeft inhoudelijke ondersteuning
Als partner van de Vlaamse overheid is Inter nauw betrokken bij het Masterplan Toegankelijkheid. Achter de schermen werkte Inter intensief mee aan de beleidsvoorbereiding. En bij de uitrol ondersteunt Inter de gemeenten inhoudelijk, met coachingtrajecten en een online lerend netwerk om kennis te delen en te inspireren. Samen met de financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid, een charter en een tweejaarlijkse prijs ‘Meer Mobiele gemeente’, moet dit de aanzet zijn om eindelijk werk te maken van een openbaar vervoer voor iedereen.
Coachingtraject ‘Masterplan toegankelijke haltes’
Vlaanderen biedt over een periode van vijf jaar, dertig gemeenten per jaar een coachingtraject aan, waarbij Inter de gemeente begeleidt bij de opmaak van een actieplan voor de aanpak van hun haltes.
Zo’n traject bestaat uit vijf stappen.
1. Als eerste stap vertalen we de Vlaamse ambities naar de gemeentelijke context. De stad of gemeente bekrachtigt de ambities.
2. De steun van alle betrokkenen is een kritische succesfactor om die ambities waar te maken. We creëren draagvlak door te luisteren naar ervaringen en noden, maar ook door te informeren. We geven de verantwoordelijke(n) van de gemeente daarom een korte theoretische vorming en samen met plaatselijke ervaringsdeskundigen gaan we op haltebezoek.
3. Daarna gaan we de haltes in kaart brengen. Dit gebeurt objectief door een toegankelijk-heidsadviseur van Inter. En op basis van bestaande criteria. Daarnaast sturen we ook een testpanel van gebruikers op pad. Zo hebben we een dubbele check. Ook voor het stellen van prioriteiten in de aanpak is hun mening belangrijk. Door te screenen, krijgen we een beeld van wat er nog moet gebeuren, maar de screening dient ook als nulmeting. Op basis hiervan kan later de toegankelijkheid van de haltes worden gemonitord.
4. Inter onderzoekt samen met de gemeente voor iedere halte wat er moet gebeuren om er een toegankelijke halte van te maken. En hoe de nodige verbeteringswerken passen in geplande projecten en vooropgestelde budgetten. Die gegevens tonen hoeveel extra budget er nog nodig is. Ook zaken zoals timing en personeelsinzet komen aan bod. Alles wordt samengebracht in een actieplan voor 2030. Als het plan is goedgekeurd kan de uitvoering starten.
5. In het coachingtraject zal Inter actief helpen om toegankelijkheid op te nemen in gemeentelijke reglementen, richtlijnen en procedures. Om zo de aandacht voor toegankelijkheid te verduurzamen bij de gemeenten. Het coachingtraject zou een hefboom kunnen betekenen om toegankelijkheid op de politieke en maatschappelijke agenda te zetten. Zodat er een blijvende aandacht komt voor toegankelijkheid in de werking van de diensten, en toegankelijkheid een vaste plaats krijgt in kwaliteitsmonitoring.
Dit meten we ook met een eindevaluatie.
Lerend netwerk en helpdesk
We trekken de leerprocessen van de gemeenten open via een kennis- en actieplatform, zodat ze elkaar kunnen bestuiven en inspireren. We organiseren daarom provinciale netwerkmomenten en ontwikkelen een online kennisportaal.
Tijdens de provinciale netwerkmomenten bieden we ambtenaren de kans kennis en ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren. Zo versterken ze elkaar in kennis en moed bij de uitvoering van het Masterplan.
Maar ook de gemeenten die niet (onmiddellijk) in een coachingtraject kunnen stappen, moeten toch al met kennis van zaken aan de slag kunnen gaan met toegankelijke haltes. Daarom ontsluiten we alle kennis hierover online en via één adres. Op dit kennisportaal vind je niet alleen technische informatie, zoals alle informatie over het Masterplan toegankelijke haltes, regelgeving en richtlijnen, typetekeningen, standaardbestekteksten … Je kan er ook inspiratie opdoen van collega’s over hoe zij deze operatie aanpakken, over de obstakels die andere gemeenten ondervinden en hoe zij hiermee omgegaan zijn.
En natuurlijk mag iedereen die vragen heeft over toegankelijkheid die altijd voorleggen aan Inter. De helpdesk helpt iedereen graag op de goede weg. #IedereenOveral
Inter: samen werken aan toegankelijkheid
Voor inhoudelijke ondersteuning en coaching bij de uitvoering van het Masterplan Toegankelijkheid kunnen lokale besturen rekenen op Inter. Het Vlaams expertisecentrum voor toegankelijkheid en Universal Design is de aangewezen partner om de Vlaamse ambities met betrekking tot toegankelijkheid te ondersteunen. Inter heeft als missie te bouwen aan een samenleving waarin iedereen gewoon kan meedoen. Jong en oud, onder alle omstandigheden, met of zonder beperking. #IedereenOveral