Alle mensen in beweging

De beweegdeelname van mensen met een beperking is nog altijd een stuk lager dan die van mensen die geen beperking hebben. Monique Berger, lector van het nieuwe lectoraat Technologie voor Inclusief Bewegen en Sport aan de Haagse Hogeschool, probeert hier verandering in te brengen. “Mijn doel is om ALLE mensen in beweging te krijgen.”

De technologie maakt het ons steeds makkelijker om een gezonde leefstijl aan te houden. Helaas is dat voor mensen met een beperking nog altijd geen vanzelfsprekendheid. Een stappenteller is nutteloos voor iemand in een rolstoel. Het lectoraat Technologie voor Inclusief Bewegen en Sport brengt mensen met een beperking in beweging. Monique Berger, sinds dit jaar lector van dit nieuwe lectoraat, legt uit hoe ze dit doen. “We richten ons op drie onderdelen: stimuleren van bewegen, het registreren, monitoren en analyseren van bewegen en tot slot het ondersteunen en faciliteren van bewegen. In de praktijk komt het erop neer dat we allerlei projecten doen. Zo dragen we bij aan het Beweegloket waar mensen een beweeg- of sportadvies op maat krijgen en waar we met studenten, zogenaamde “friends” mensen meenemen naar een beweeg- of sportactiviteit maar en doen we vooral ook veel onderzoek. Soms op het gebied van technologie, zoals het monitoren van bewegen voor “alles wat rollt” (rolstoel, rollator ed). Een smartwatch telt je stappen, maar voor iemand in een rolstoel werkt dat anders. Voor paralympische rolstoelsporters is een methode met het gebruik van sensoren ontwikkeld die de bewegingen van rolstoelsporters meet en de sporter en coach van feedback voorziet over hun bewegingen. We zijn momenteel bezig om die technologie voor iedere rolstoelgebruiker beschikbaar te maken.”

Zien bewegen, doet bewegen. Ook bij kinderen. Waarom zou je niet een rolstoelclinic geven voor alle kinderen, niet alleen voor die met een beperking?”

Aansluiten bij bestaande apps

Om de drempel voor sporten en bewegen zo laag mogelijk te maken zou het goed zijn als de fysieke leefomgeving uitnodigt tot bewegen. Berger: “Op Google Maps kun je zien hoe je zo snel mogelijk van A naar B komt, met de auto, fietsen of lopend. Het zou mooi zijn als je dat ook kunt bepalen voor iemand in een rolstoel. We zijn aan het kijken of we dat voor elkaar kunnen krijgen met alle beschikbare data. Zodat je de route kunt kiezen met de minste heuvels en andere obstakels. We willen uitzoeken hoe we met allerlei sensoren kunnen aansluiten bij bestaande apps.” Berger heeft een achtergrond als bewegingswetenschapper en was eerder werkzaam voor het lectoraat Revalidatie en als docent werkzaam bij de opleiding Bewegingstechnologie. Een deel van de werkzaamheden voor dat lectoraat zet ze nu voort. “Een van mijn doelen is het inclusief maken van de Sportcampus en de omgeving daarvan in het Zuiderpark in Den Haag. Mijn droom is dat we daar iedereen door elkaar heen zien bewegen, met en zonder beperking. Er is daar een skatepark. Dat willen we graag geschikt maken voor het trainen van bijvoorbeeld rolstoelvaardigheid, terwijl daar tegelijkertijd ook geskatet kan worden.”

credits: Valerie Kuypers

Zuiderpark

Voor het project Beweegvriendelijk Zuiderpark heeft het lectoraat een startsubsidie ontvangen. Die wordt met name gebruikt om draagvlak te creëren. Berger: “Met onze studenten zijn we onder meer bezig om best practices uit de hele wereld te verzamelen. Daarnaast houden we draagvlaksessies, met de gemeente, maar ook met bewoners en andere betrokkenen. Daarvoor proberen we met behulp van focusgroepen, uitvraag te doen bij verschillende doelgroepen wat zij belangrijk vinden en wat ze nodig hebben. Vervolgens, als we hebben bepaald wat we willen, gaan we lobbyen voor hóe we dit voor elkaar gaan krijgen. Je hebt gelijk als je zegt dat we het misschien niet voor iedereen goed kunnen doen. Het skatepark zal niet zo snel geschikt zijn voor iemand die blind is. Maar het Zuiderpark is heel groot en ik heb toch de ambitie om zo veel mogelijk wensen in te willigen. Het hele park moet bewegen uitdragen. Het moet er gezellig zijn. En groen, veel mensen denken dat dat niet samen kan gaan, maar ik vind dat dat juist wel kan.” Veel van wat het lectoraat doet is op projectbasis. Inclusiviteit bereik je echter niet zonder goed beleid, weet Berger ook. “Dat geldt ook voor zo’n skatepark. Als je de beleidsmakers niet mee hebt, dan blijven de plannen in de la liggen. Bovendien moeten verschillende domeinen met elkaar samenwerken. Naast de beleidsmakers zijn dat in ons geval de collega’s van sportkunde, maar ook de echt technische kant en de mensen in het sociale domein en de gedragswetenschappers.”

Zelf ervaren

Volgens Berger is er in de fysieke leefomgeving nog veel te winnen als het gaat om inclusiviteit en toegankelijkheid. “Inclusiviteit is nog altijd niet vanzelfsprekend”, vindt ze.

“Gelukkig is er wel steeds meer aandacht voor het onderwerp, mede door het VN-verdrag, maar het gaat nog lang niet altijd goed. In Den Haag werk ik regelmatig samen met stichting Voorall, die zich inzet voor mensen met een beperking. Van hen hoor ik heel veel voorbeelden van hoe het niet moet. Neem bijvoorbeeld die sportcampus op het Zuiderpark. We hebben besloten dat dit een inclusieve en toegankelijke plak wordt, maar toch zie je dat de ingang slecht te bereiken is voor mensen in een rolstoel. De parkeerplaatsen zijn heel ver van de ingang, je moet eerst een halve kilometer rollen voordat je er bent. Dan denk ik: hoe kan dat nou! Inmiddels wordt het allemaal wel aangepast en opgelost, maar toch.” De manier om dit soort dingen in de toekomst te voorkomen? “Zo veel mogelijk de doelgroep betrekken, dat zeg ik ook tegen mijn studenten. Natuurlijk is het moeilijk voor te stellen hoe het is om een beperking te hebben. Daarom adviseer ik iedereen om het zelf te ondergaan.

Ga maar eens in een rolstoel zitten, doe maar eens een blinddoek voor of een bril die alles vaag maakt. Je weet niet wat je meemaakt. Zelf ervaren hoe het is, dat is voor studenten en eigenlijk voor iedereen de grootste eye opener. Hoe kom ik de tram in? Pas door het zelf te doen kom je tot andere inzichten. Want misschien kom je de tram wel in, maar je komt er ook achter dat je een heel eind moet omrijden om überhaupt bij de halte te komen omdat daar het schuine oprijstukje zit. Zelf ervaren dus, maar ook ervaringsverhalen opdoen. Ga maar eens met iemand mee die in een rolstoel zit, naar de bioscoop of de sportclub.

Om de beweegdeelname van mensen met een beperking te vergroten zet het lectoraat van Berger zich ook in om hulpmiddelen beter beschikbaar te maken. “Als ik geen goede fiets heb, dan ga ik ook niet fietsen. Zo werkt het ook met een rolstoel. Je moet keuze hebben, dingen uit kunnen proberen. We hebben daarom een soort bibliotheek voor hulpmiddelen, de mobilitheek. Pas als je een hulpmiddel een paar keer hebt kunnen uitproberen en het vaker wil gebruiken, ga je het misschien een keer kopen.”

De openbare ruimte als vliegwiel

Naast de beschikbaarheid van hulpmiddelen is het sportaanbod voor mensen met een beperking minder groot. “Voor jou en mij is er altijd wel iets in de buurt te doen wat we leuk vinden. Maar stel dat je in een klein dorp woont en graag wil rolstoelbasketballen, dan zul je daar meestal voor moeten reizen. Het vervoer levert dan vaak problemen op, of geld.” Mede daarom zou het mooi zijn als de directe fysieke leefomgeving uitnodigt om te gaan sporten en bewegen. De openbare ruimte kan hierdoor als vliegwiel dienen voor een toenemende beweegdeelname. “Zien bewegen, doet bewegen”, meent Berger. “Ook bij kinderen. Waarom zou je niet een rolstoelclinic geven voor alle kinderen, niet alleen voor die met een beperking? Kinderen in een rolstoel ervaren dan bovendien ook een keer hoe het is om ergens goed in te zijn. Daarom ben ik ook zo enthousiast over de Paralympische Spelen. Sporten met een beperking wordt door dit soort evenementen veel zichtbaarder. We hebben voorbeelden nodig als Esther Vergeer en Bibian Mentel.”

Ingewikkeld proces

Berger benadrukt het keer op keer: een inclusieve beweegvriendelijke leefomgeving bereik je niet alleen. “We zullen dat in gezamenlijkheid moeten bereiken. Met alleen het lectoraat bereik je niets, we hebben enthousiaste bedrijven en andere organisaties nodig, we moeten over disciplines heen kijken.” Dat de praktijk weerbarstig is, ondervindt Berger ook. “Voor het Zuiderpark hadden we een tijdje geleden een wethouder uitgenodigd. Die was enthousiast over het project, wilde er aan bijdragen. Inmiddels zijn er verkiezingen geweest, zit er een andere wethouder en moet je bijna opnieuw beginnen. Bovendien heb je in een stad als Den Haag te maken met deelraden, dat maakt het proces wel ingewikkeld. En toch, we hebben de wind mee. Er is veel aandacht voor het thema. Veel mensen met een beperking laten zich horen. Zo’n beweegvriendelijk Zuiderpark kan hierdoor een prestigeproject worden voor de gemeente.”

Een van mijn doelen is het inclusief maken van de Sportcampus en de omgeving daarvan in het Zuiderpark in Den Haag. Mijn droom is dat we daar iedereen door elkaar heen zien bewegen, met en zonder beperking.”