Zero emissie

Zero emissielessen vanuit Deventer: ‘Zoek de markt op en werk samen’

Binnenstadslogistiek moet per 2025 volledig schoon zijn

Door Guus Puylaert


In de transitieopgave naar een schone stadslogistiek, is de samenwerking tussen gemeente en ondernemer(s) van cruciaal belang. Dat leerde men in Deventer, waar uiterlijk eind 2019 een gemeenschappelijke visie, inclusief plan van aanpak, wordt gepresenteerd om te komen tot een zero emissie stadslogistiek in 2025. Het resultaat van een publiek-private samenwerking.

Freek Boele, Cleantech Regio: ‘Als je duurzame stadslogistiek wilt uitrollen, moet je de hele keten daarbij betrekken.’

Waar in 2016 nog weinig draagvlak voor duurzame stadslogistiek bestond, delen de gemeente Deventer, de Cleantech Regio en twee ondernemers (Fietskoerier Deventer en Sallcon) inmiddels één visie. “Beleid van bovenaf opleggen werkt niet. Je moet draagvlak creëren en samen met de markt tot volgende stappen komen”, weet Tom Draisma van de gemeente Deventer nu.


De ambities van de gemeente startten al veel eerder. Namelijk in 2010, toen de sociale werkvoorziening Sallcon het eerste elektrische voertuig aanschafte, dat werd en wordt gebruikt voor stadslogistiek. “Dat voertuig viel binnen nieuwe ontheffingsregels voor het voetgangersgebied en kreeg een 24/7 toelating om ook buiten de venstertijden te bevoorraden”, stelt Draisma.


Andere voertuigen, zoals dieselvoertuigen, werden niet toegestaan buiten de venstertijden in de Deventer binnenstad. “Zij mochten en mogen nog altijd alleen laden en lossen buiten het voetgangersgebied, bij voorkeur op de daarvoor aangelegde laad- en losplaatsen”, vertelt de senior adviseur Verkeer en Vervoer.


Draagvlak ontbrak

Maar de logistieke markt bleek nog niet klaar voor dit beleid, dat elektrisch vervoer moest stimuleren. De handhaving daarop bleek dan ook lastig, vertelt Draisma. Bovendien hadden lokale ondernemers weinig interesse in schone stadslogistiek, vertelt Freek Boele. De logistiek makelaar bij de Cleantech Regio raakte in 2016 bij Deventer betrokken vanuit het regionale programma Slim en Schoon Reizen, een uitvloeisel van het landelijke programma Beter Benutten.


“Als je duurzame stadslogistiek wilt uitrollen, moet je de hele keten daarbij betrekken”, weet Boele. “Daarom maakte ik dus een rondje langs zo’n twintig betrokkenen, zoals de binnenstadmanager, winkeliers en ondernemers. Ik kreeg te horen: ‘We hebben genoeg problemen aan ons hoofd, dit heeft écht niet onze prioriteit.’ Niemand had het over schone stadslogistiek.” Sterker nog, ook binnen de gemeente zelf was er niet overal draagvlak: “Duurzame logistiek is duurder, dus de afdeling inkoop van de gemeente zat daar eigenlijk niet zo op te wachten: het kon financieel eigenlijk niet uit.” Zonder draagvlak gebeurde er niets en dus lagen de plannen al snel stil.

Binnenstad Deventer.

Joost Arends ontvangt een duurzaamheidscertificaat bij het stadhuis in Deventer.

Green Deal

In een poging het duurzaamheidsvraagstuk een nieuwe impuls te geven, tekende wethouder Liesbeth Grijsen daarom in juni 2017 de Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek (GD ZES): een intentieverklaring waarin overheden en marktpartijen toewerken naar een zero emissie stadslogistiek in 2025. “Maar ja, dan moet het in de praktijk nog maar beginnen”, aldus Boele.


Draisma gaat verder: “In de GD ZES spraken we de intentie uit tot samenwerking met de markt, die was er tot dan toe nog te weinig. Als je plannen wilt uitrollen, moet je wel de ondernemers ervan overtuigen dat er een goede businesscase in zit. Want die willen in eerste instantie hun toko draaiende houden. Daarom wilden we ondernemers, die nu al duurzaam bevoorraden, als ambassadeurs in te zetten. ”


Eén visie

Zo’n ambassadeur moest Joost Arends van Fietskoerier Deventer zijn, waar de gemeente al langer contact mee had. Draisma en Boele vroegen Arends daarom om een visie op duurzame stadsdistributie te schrijven en een plan van aanpak te maken, hoe dit aantrekkelijk kon worden voor alle betrokken winkeliers en ondernemers.


Arends legt uit: “Op duurzaam vervoer zitten superdunne marges. Het is een vrij competitieve wereld. Ik heb een plan geschreven waarin staat hoe duurzame stadsdistributie een beter verdienmodel kan krijgen en daarvoor een plan van aanpak gemaakt.”

Tom Draisma, gemeente Deventer: ‘Je moet ondernemers overtuigen dat er een goede businesscase inzit. Want ondernemers willen hun toko draaiende houden.’

Fietskoerier in Deventer.

Joost Arends, Fietskoerier Deventer: ‘Op duurzaam vervoer zitten superdunne marges. Ik heb een plan geschreven waarin staat hoe we het verdienmodel kunnen verbeteren.’

CityHub

Eén van de uitkomsten van het visiedocument is dat er een CityHub aan de rand van de binnenstad moet komen. Arends: “In veel grote steden ter wereld komen CityHubs op en je ziet vaak dat grote pakketdiensten, zoals DHL of PostNL, daar ook aan willen bijdragen. Vanaf de Hub kunnen ‘white label’-bezorgers, als een soort van onderaannemer, pakketjes van meerdere diensten combineren en op één rijroute leveren. Dat moeten wij in Deventer ook doen.”


Als alle winkeliers in een bepaalde straat één afleveradres aan de vervoerder opgeven, legt de Fietskoerier uit, dan dwing je vervoerders om niet de hele straat door te hoeven rijden. “En winkeliers zijn minder afhankelijk van verschillende leveranciers die op verschillende tijden afleveren. Bij de CityHub kan de winkelier één tijdstip uitkiezen waarop de ‘white label’-koerier pakketten aflevert en te verzenden pakketten ophaalt[MvK1] .” De aangesloten winkelier betaalt dan abonnementsgeld per maand en de vervoerder betaalt een klein bedrag per pakketje aan de onderaannemer op de CityHub. Zo moet de boel rendabel blijven, vertelt Arends.


Het idee voor een CityHub is niet nieuw: in de veel grote Nederlandse gemeenten bestaan ze al. Maar voor een middelgrote gemeente als Deventer, waar de problemen een stukje minder groot zijn dan in de G4-gemeenten, is het niet direct vanzelfsprekend. Toch kan de stad er niet snel genoeg mee beginnen, wat Arends betreft. “Negen van de tien soortgelijke projecten in Nederland leunt op subsidie. Daarom moeten we snel solide verdienmodellen doorvoeren. Dit kan er een zijn.”


Enthousiast ontvangen

Met zijn voorstel keerde Arends terug naar Draisma en Boele. De wethouder moet het visiestuk officieel nog wel goedkeuren, maar beide heren laten doorschemeren de visie wel te delen. Draisma heeft alvast een locatie in gedachten voor de Hub. “Langs de snelweg A1 kunnen we een Transferium bouwen, waar goederenbusjes prima kunnen overladen op bijvoorbeeld elektrische fietsen. Als gemeente kunnen wij dat enkel faciliteren en bewustwording creëren: winkeliers moeten zelf overtuigd raken van het nut”.


Logistiek makelaar Boele ging de ‘keten’ weer langs en merkte een stuk positievere reacties: “Nu zag onder andere de binnenstadmanager hier ook een prioriteit in. En ook de relevante afdelingen van de gemeente zijn meer betrokken.” Met dat visiedocument moeten andere ondernemers overtuigd kunnen worden om ook over te stappen op duurzame distributie, denkt beleidsmedewerker Draisma.

Voorwaarden

De Cleantech Regio heeft wel een aantal adviezen voor gemeente en ondernemers opgesteld, zegt Boele. “Fietskoerier Deventer en Sallcon (tegenwoordig: KonnecteD) moeten meer gaan samenwerken. Als zij hun mensen en middelen bundelen wordt het aanbod aan de markt krachtiger en rendabeler. Ook lijkt het verstandig om, naast de focus op en specifiek deel van de binnenstad, gericht een aantal bedrijven te benaderen, zowel bij de ontvangers als de leveranciers.”


De gemeente Deventer kan ook nog stappen zetten, vindt Boele, zoals dat de handhaving op venstertijden voor laden en lossen strakker moet worden gehandhaafd. “Dieselvoertuigen reden in de praktijk ook buiten de venstertijden gewoon door de binnenstad.” De afdeling inkoop van de gemeente kan zelf het goede voorbeeld geven in de afspraken met de leveranciers. Het visiedocument is tevens het stappenplan op weg naar realisatie van de zero emissiedoelen in streefjaar 2025.


Volgens beleidsmedewerker Draisma is het daarom van belang om krachtiger te handhaven. Verder is het een idee om gefaseerd steeds strengere normen te stellen aan de uitlaatgassen, bijvoorbeeld door alleen Euro-VI-voertuigen toe te laten binnen de venstertijden. “Alle diesels meteen verbannen werkt niet. En een goed ontheffingenbeleid kan daar op papier goed in helpen.” Het stappenplan om tot volledig emissievrije stadslogistiek te komen, moet eind 2019 af zijn.


Tips voor thuis

En zo veranderden de mores in Deventer in nog geen drie jaar tijd behoorlijk. Beleidsmedewerker Draisma geeft daarom als tip aan andere gemeenten mee: “Probeer samen met de markt tot een volgende stap te komen. Je kunt beleid niet van bovenaf opleggen.” En Boele: “Stadslogistiek krijgt steeds meer aandacht, dus verdiep je als gemeente zijnde in de materie. Als bedrijven en gemeenten moet je elkaar opzoeken en samenwerken. Ik ben superblij met ondernemers die voorop durven te lopen.”


Die ondernemer, Joost Arends, heeft ten slotte nog een tip aan andere gemeenten: “Zoek de juiste ondernemer, die brood ziet in duurzaamheid en een goed businessmodel kan ontwikkelen. Kijk naar Tesla, die hebben elektrisch vervoer heel sexy gemaakt. Dat heb je nodig!”

Over de Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek

De GD ZES werd in 2014 door 54 partijen ondertekend, waaronder gemeenten, vervoerders, verladers, autofabrikanten, onderzoeksinstituten, en branche- en belangenorganisaties als BOVAG, EVO, TLN, Natuur & Milieu en Rai Vereniging. “Het doel is: in 2025 een zero emissie stadslogistiek hebben”, vertelt Gert Jan Prummel, secretaris GD ZES en werkzaam bij Rijkswaterstaat. Inmiddels zijn meer dan 200 partijen aangesloten.


Het is een intentieverklaring en heeft als doel dat partijen verregaande stappen zetten om de stadslogistiek te verduurzamen. “Het op handen zijnde Klimaatakkoord kan een belangrijke versneller zijn voor de GD ZES. Met zo’n akkoord is het doel niet meer een streven, maar een verplichting. En als daar instaat dat de stadslogistiek per 2030 zero emissie moet zijn, lopen wij misschien wel op de troepen vooruit.”

Prummel heeft het liever niet over ‘koplopergemeenten’. “De G4-gemeenten doen erg veel op het gebied van schone stadslogistiek, maar daar zijn de luchtkwaliteitsproblemen ook groter. In een kleinere gemeente heeft men die problemen veel minder.” En waar staat Deventer op deze schaal? “Ik zie bij kleinere gemeentes vaak dat het contact tussen gemeente en ondernemer vrij close is. Ik zie in Deventer ondernemers die er voor willen gaan: dat zou het wel eens een stuk makkelijker kunnen maken.”


Meer over de GD ZES leest u vanaf 1 maart in het dossier ‘Stadslogistiek’ van Verkeerskunde. Het blad verschijnt op 1 maart op www.verkeerskunde.nl.