Interview

Integrale wijkaanpak: efficiënter, goedkoper en duurzamer

‘De komende jaren ligt er altijd wel ergens een straat open. Zou het dan niet logisch zijn om meteen de klimaatadaptieve maatregelen te nemen of iets aan biodiversiteit te doen?’

Door Manon van Ketwich


In het kader van de energietransitie moet heel Nederland uiteindelijk van gas los. Tegelijkertijd spelen er nog veel meer opgaven. Denk bijvoorbeeld aan klimaatadaptatie en assetmanagement. Met een integrale wijkaanpak bespaar je kosten en voorkom je dat mensen participatiemoe worden, vindt Eva de Ruiter van Aveco de Bondt.

“Om een hele wijk van gas los te maken, moeten nagenoeg alle straten opengebroken worden”, begint De Ruiter. “Aanpassingen blijven niet beperkt tot de huizen. Stel dat in een wijk veel warmtepompen worden geïnstalleerd, dan verbruiken huishoudens veel meer elektriciteit, waardoor vaak kabels en leidingen aangepast dienen te worden. De komende jaren ligt er dus altijd wel ergens een straat open. Zou het dan niet logisch zijn om meteen de klimaatadaptieve maatregelen te nemen of iets aan biodiversiteit te doen?”

Voor een integrale wijkaanpak, waarbij verschillende zaken tegelijkertijd worden aangepakt, moet eerst een gecombineerde analyse gedaan worden. “We moeten samen oplossingen bedenken. Dan pas ben je effectief en efficiënt bezig en bespaar je op kosten, maar ook op FTE’s en CO2-uitstoot.”

Eva de Ruiter, Aveco de Bondt.

Participatiemoe

De Ruiter denkt dat het combineren van werkzaamheden, naast dat het besparend werkt, ook de publieke opinie positief zal beïnvloeden. “Bij elk werk hoort een participatietraject, dat doe je toch al. Je moet de maatregelen toelichten. Als je meerdere dingen tegelijkertijd oppakt en daarbij ook meteen wensen voor verbeteringen van inwoners meeneemt en dat goed uitlegt, zal het draagvlak onder bewoners alleen maar groter worden. Je kunt moeilijk bij mensen aankomen met het verhaal dat je voor de derde keer in korte tijd de straat openbreekt en daar ook nog hun mening over wil weten. Dan worden ze participatiemoe.”

Het klinkt allemaal heel eenvoudig en aannemelijk, toch wordt lang niet overal op deze manier gewerkt. De verschillende afdelingen bij gemeenten zijn nog te veel eilandjes waartussen weinig communicatie of samenwerking is. “Je hebt een gemeente nodig die integraal wil werken”, benadrukt De Ruiter. “Het probleem is echter dat er de laatste jaren veel bezuinigd is, waardoor gemeenteambtenaren zich vooral richten op hun kerntaken. Er is daardoor minder bereidheid tot integraal werken, je moet immers verantwoorden waar je budget aan uitgegeven wordt. Er liggen daarom vooral kansen in de organisatiecapaciteit, in de manier van denken en de bereidwilligheid tot het combineren van budgetten. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt zowel bij de politiek als bij het ambtelijk apparaat. En bij de gemeenteraad, die een controlerende taak heeft.”

Stel dat het lukt om met meerdere afdelingen bij elkaar te komen en te gaan voor een integrale wijkaanpak, hoe weet je dan of je echt alle opgaven aanpakt? De Omgevingswet kan hier een goede aanjager voor zijn. “De Omgevingswet vraagt om het digitaliseren van je data en het toegankelijk maken ervan. Wat we nu al weten, kan je vastleggen. Nieuwe inzichten uit de omgevingsvisie als levenskwaliteit en gezondheid kan je daar later aan toevoegen. Maar je kunt nu al beginnen met de opgaven die we al zien. Met al deze data kan je een betere afweging maken.”

Sinkholes door achterstallig onderhoud

De Ruiter signaleert dat de veelheid aan opgaven verlammend kan werken. “We moeten zo veel, dat er dan soms helemaal niets gebeurt. Dat kan tot ongelukken leiden. Er zijn de laatste tijd steeds vaker sinkholes ontstaan, omdat een lek in een rioolbuis ertoe leidde dat het zand onder de straat wegspoelt.” Kortom: goed nadenken over de opgaven die er liggen en deze systematisch analyseren en daarbij keuzes voor je aanpak maken loont. Want steeds acute problemen ad hoc moeten aanpakken is uiteindelijk veel duurder en levert minder goed resultaat.

“De urgentie van de opgaven speelt daarbij een rol, maar ook het beheer- en onderhoudsprogramma dat er al ligt én het draagvlak in zowel de wijk als bezien vanuit politiek en het beleid. Het verenigen van de technische kant en de sociale kant is wat werkt in het maken van een toekomstbestendige wijk. Dat doen we met de Integrale wijkaanpak.”

‘Je kunt moeilijk bij mensen aankomen met het verhaal dat je voor de derde keer in korte tijd de straat openbreekt en daar ook nog hun mening over wil weten’