Tijdelijke Natuur maakt natuurwaarde zichtbaar

Foto door Arnold van Kreveld

“Het verbaast mij dat Tijdelijke Natuur zo weinig wordt toegepast” – Mark Zekhuis

Auteur: Reinoud Schaatsbergen

Er is een trend gaande in de samenleving: steeds meer sijpelt het belang van de natuur door. Eén van de stimulansen is het concept Tijdelijke Natuur: terreinen die bebouwd gaan worden, worden voorlopig met rust gelaten zodat de biodiversiteit wordt versterkt. Zo dient het terrein een nut, ook als de bouwer nog even niet kan beginnen.

Leestijd: 5 minuten

Met ferme tred en laarzen aan de voeten trek ik het terrein van Eeserwold bij Steenwijk in. Naast mij lopen Arnold van Kreveld, bioloog en ecoloog bij Stichting Tijdelijke Natuur, en Mark Zekhuis, ecoloog bij Landschap Overijssel. We hebben nog geen vijftig meter gelopen of ik word gewezen op diverse diersoorten die in dit ogenschijnlijk lege gebied dwarrelen of fladderen. Het voelt goed, zelfs in de gure winterwind die ons dreigt omver te blazen.

Eeserwold is een terrein van ruim honderdvijftig hectare. Midden in het plangebied ligt een zestig hectare groot meer dat is ontstaan uit zandwinning. Het terrein is in handen van projectontwikkelaar Roelofs, die sinds 2006 grootse plannen heeft voor een woon- en recreatiegebied, alsook een bedrijven- en kantorenpark. Door diverse omstandigheden is echter tot op de dag van vandaag nog weinig van die plannen gekomen.

Benut braakliggend terrein

Dat is waar Stichting Tijdelijke Natuur zijn intrede doet. “Onze rol is het zichtbaar maken van de natuurwaarde”, vertelt Van Kreveld. Tijdelijke Natuur stelt partijen in staat om ontheffing te krijgen voor het verwijderen van beschermde soorten op een terrein als die voor de nulmeting niet aanwezig waren, maar zich eventueel gevestigd hebben dankzij de Tijdelijke Natuur. Sinds 2010 wordt het concept ook toegepast op Eeserwold, in samenwerking met Roelofs en Landschap Overijssel.

Het grootste verschil tussen het concept en braakliggend terrein, vertelt Van Kreveld, is zekerheid. “Normaal gesproken als een terrein klaar wordt gemaakt voor bebouwing en dieren vestigen zich daar, dan moet de grondeigenaar een ontheffing aanvragen om ze te verwijderen. Dat kost tijd en geld. Dan kun je de natuur maar beter weghouden, wordt dan gedacht.” Door vooraf een ontheffing mogelijk te maken, verwijder je de onzekerheid bij ontwikkelaars en kan de natuur vrijuit zijn gang gaan zolang er niet wordt gebouwd.

Alleen maar winst

“Het gaat om een nulstandbepaling”, voegt Zekhuis toe. “In beide trajecten bepaal je wat er nu op een terrein zit en later komen daar, hopelijk door Tijdelijke Natuur, meer soorten bij. In plaats van dat bedrijven daarvoor moeten compenseren, is bij Tijdelijke Natuur de nulstand leidend.” Een van de grootste voordelen voor iedereen is dat de ontwikkelaar niet meer vastzit aan natuurwerend beheer, zoals regelmatig grasmaaien. “Dat kost geld en soms werkt het niet eens. Niemand wordt daar blij van”, aldus Van Kreveld.

Arnold van Kreveld, Stichting Tijdelijke Natuur.

“Als je dat kan laten met juridische zekerheid, terwijl het de natuur, nabijgelegen bewoners én de maatschappij wat oplevert, is dat toch alleen maar winst?”

Door vooraf vrijstelling aan te vragen om deze soorten te (laten) verplaatsen zodra de bouw start, kan een bedrijf al gauw tienduizenden euro’s aan beheerskosten per jaar besparen, vertelt Van Kreveld. “Er mag wel beheerd worden, bijvoorbeeld om een open ruigte te creëren. Dat kan al met één keer per jaar maaien, in plaats van drie keer.” Moet er dan niet veel meer verwijderd worden zodra er eenmaal gebouwd gaat worden? “Dat is zo, maar in vergelijking met het vele beheer in de jaren ervoor, is dat niets. De handelingen blijven hetzelfde: het terrein moet netjes worden opgeleverd. Bovendien zijn het vaak pionierssoorten die zich op zo’n terrein vestigen en die zoeken zelf een nieuwe plek.”

Op Eeserwold wordt drassig terrein gestimuleerd om de biodiversiteit te vergroten. Foto door Mark Zekhuis

Prototype

Terug naar Eeserwold. Na een drassig terrein overgestoken te zijn, betreden we een woonwijk in aanbouw. De huizen staan ver uit elkaar en van straten is nog geen sprake. Niet veel later komen we uit op een heideachtige omgeving, compleet met hoog gras en zelfs wilde rozen. Als ik niet beter zou weten, had ik gedacht op de Veluwe te zijn beland. Menig vogel vliegt aan ons voorbij, razendsnel gespot door de met verrekijkers bewapende Van Kreveld en Zekhuis.

Eeserwold blijkt het prototype van het Tijdelijke Natuur-concept, al is dat nooit zo gepland. “Tijdelijke Natuur is pas de moeite waard als de natuur minimaal een tot drie jaar de tijd krijgt, omdat veel soorten zich pas na een jaar voortplanten”, vertelt Zekhuis. Die tijd kreeg de natuur op Eeserwold, maar toen kwam de crisis. “Het terrein was net bouwrijp voor een hypermarkt, maar ineens viel alles stil.” Uiteindelijk werd in 2019 bekend dat de hypermarkt er nooit meer komen.

Mark Zekhuis, Landschap Overijssel

‘Tijdelijke Natuur zou automatisch moeten zijn, dat je moet aantonen waarom je het níet zou doen” – Mark Zekhuis

Op het terrein is nog maar weinig bebouwing, dus er is volop ruimte voor de natuur. Foto door Mark Zekhuis

Maatschappelijk nut

Met tien jaar de tijd om te groeien is de meerwaarde van de natuur in Eeserwold overduidelijk. Zo’n periode is alleen niet voor elk terrein weggelegd. Vormt dat minimum van een jaar geen obstakel? “Er wordt vaak uitgegaan dat er snel gebouwd kan worden, soms wel binnen twee maanden”, aldus Zekhuis. “Dat jaar creëert dus wel weerstand. Logisch, je wilt je handen vrij hebben. Toch merk ik dat veel terreinen lang braakliggen.”

Zekhuis stoort zich meer aan andere argumenten om niet te committeren aan Tijdelijke Natuur. “We lopen er vaak tegenaan dat het terrein er netjes uit moet blijven zien, anders ‘kunnen ze het niet verkopen’. Dat is een gekke reden; het gebied gaat er toch anders uitzien.” Ook kunnen gemeenten ervoor kiezen om het terrein te verpachten, zodat er nog wat geld op te verdienen is. Volgens Zekhuis houdt ook dat argument geen steek: “Het gaat voorbij aan het maatschappelijk nut.”

"De waarde van de natuur voor mensen wordt onderschat”, vervolgt hij. “Braakliggend terrein kan veel natuurwaarde hebben voor mensen die er wonen: voor de beleving, voor spelende kinderen of al om de hond uit te laten. Gemeentegrond is van de gemeenschap, het is gekocht met geld van de bewoners. Ik vind dat iedereen daarvan moet kunnen profiteren. Dus gemeenten: wacht gewoon, laat die natuur. Pas vlak voor er gebouwd wordt, houdt het feestje op. Het is niet voor niets tijdelijk.”

Gedragscode

Op dit moment is er in Nederland bij elkaar opgeteld zo’n 3.800 hectare aangewezen als Tijdelijke Natuur, onder andere bij partijen als Heineken en Philips Healthcare. Van Kreveld staat te popelen op meer. Wel benadrukt hij dat er nog steeds hardnekkige misverstanden over het concept bestaan: “Er wordt veel gedacht dat de vrijstelling niet geldt voor álle streng beschermde soorten. Dat was eerst zo, maar dat is al lang aangepast.” De vrijstelling is wel dus voor alle beschermde soorten.

Ook merkt Van Kreveld dat men opzien tegen het aanvragen van een ontheffing. Dat is niet nodig, vindt de ecoloog: “Het is heel weinig werk om een gebied aan te melden. Dat hoeft niet eens meer via een ontheffing, want we hebben nu ook de Gedragscode Tijdelijke Natuur. Je doet een nulmeting, vult een formulier op onze website in en dan heb je de vrijstelling al. Dit is sneller, eenvoudiger en gratis. Dus waar wacht je op?

”Natuurwerend beheer kost geld en soms werkt het niet eens. Niemand wordt daar blij van’ – Arnold van Kreveld

In Eeserwold zijn door Tijdelijke Natuur onder andere de gele kwikstaart, een Rode Lijst-soort, en de noordse winterjuffer, een zeldzame soort libel, gespot. Foto's door Arnold van Kreveld

Plattegrond van het plangebied, met links bovenin ruimte voor een kantorenpark en rechts voor woningen en recreatie. De gestreepte, gestipte en geblokte terreinen worden beheerd volgens Tijdelijke Natuur.

Bewustwording

Daarmee stipt Zekhuis een punt aan dat veel in de natuursector gehoord wordt: bewustwording. Door kennis te delen over de waarde van natuur voor de buurt, wordt er veel mogelijk. Zekhuis: “In Eeserwold hebben we extensief koeien laten grazen die zichzelf redden en de vegetatie extra structuur en variatie geven. Mensen die er nu wonen, kunnen vlees afnemen van de lokale boer. Zo kan de buurt er echt van profiteren.” Volgens Zekhuis is vooral de ‘zo doen we het altijd’-mentaliteit hier de grootste belemmering. “Het zijn twee dingen: de maatschappelijke opinie kan verschillen met wat gemeenten willen, dus onderzoek dat. Het tweede is dat men zich vaak niet bewust is van de natuurwaarde van ruige vlaktes. Ruigtes klinkt ook haast negatief, maar het is een heel schaars natuurtype in ons land dat voor veel biodiversiteit zorgt. Communiceer daarover. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld een lokale IVN of bewonersgroep aan de mouw trekken.”