Urban Strategy brengt effecten stedelijke planning in kaart

Door: Manon van Ketwich

Onze stad moet slim en gezond zijn, maar tegelijkertijd moeten er veel nieuwe woningen worden gebouwd en moet de economie blijven groeien. Dat lijkt met elkaar te conflicteren, maar dat hoeft niet. Het helpt om het effect van toekomstscenario’s inzichtelijk te maken.

Wat is het effect van Uber op filevorming? Wat gebeurt er met de luchtkwaliteit van een hele stad als de binnenstad autoluw wordt gemaakt? Hoe zorgen we ervoor dat de ambities in de Omgevingsvisie echt haalbaar zijn? Praktische, maar heel complexe vragen. Ze vergen een integrale blik en ook het gedrag van mensen is van invloed op de antwoorden. TNO heeft een instrumentarium ontwikkeld dat zowel de integrale blik heeft én het gedrag van mensen kan voorspellen. De effecten van stedelijke planning worden helder in kaart gebracht en helpen bij het maken van beslissingen rond complexe uitdagingen.

Ruimtelijke plannen doorrekenen op impact

De grondslag voor het instrumentarium, Urban Strategy, werd al gelegd in 1998, vertelt Jeroen Borst. Hij is programmamanager digitalisation for livability and accesability bij TNO en is vanaf het begin betrokken bij Urban Strategy. “Het begon ermee dat we de gevolgen van verkeer en industrie voor de lucht en geluid in kaart brachten, de verwachte hinder voorspelden en de scenario’s voor de leefbaarheid in een gebied berekenden. We kwamen erachter dat de kaarten en modellen goed te gebruiken zijn voor beleidsdoeleinden. Vervolgens kregen we de vraag of we ruimtelijke plannen konden doorrekenen op impact. Een goed voorbeeld is de Spoorzone in Tilburg.”

Van tien etmalen rekenen naar resultaat on the spot

Het gebied rond het station in Tilburg werd opnieuw ontwikkeld. De gemeente wilde graag weten welk effect de plannen hadden op het milieu. Borst: “Daar zijn we mee aan de slag gegaan. Het systeem was destijds state of the art, maar had desondanks tien etmalen nodig om alles door te rekenen. Toen we na zes weken onze resultaten presenteerden, kregen we te horen dat hun kijk op het project inmiddels was gewijzigd en onze resultaten dus achterhaald. Dat zette ons aan het denken. We wilden een instrumentarium ontwikkelen dat integraal naar een gebied kon kijken en dat on the spot de gevolgen van een bepaald scenario kon aantonen.” Vragen waar het systeem bijvoorbeeld mee aan de slag zou moeten kunnen is welk effect het bouwen van een nieuwe wijk heeft op een stad. “Een nieuwe wijk betekent meer gebouwen, extra verkeer en dus de vraag naar nieuwe wegen wat weer nieuwe verkeersstromen oplevert. Wat betekent dat voor de lucht- en geluidskwaliteit? Om dit soort berekeningen te kunnen maken hebben we veel aan de techniek moeten doen, zodat we in plaats van tien etmalen een paar momenten nodig hebben.”

Jeroen Borst, TNO

“We wilden een instrumentarium ontwikkelen dat integraal naar een gebied kon kijken en dat on the spot de gevolgen van een bepaald scenario kon aantonen.”
“Het systeem houdt rekening met het gedrag van mensen, het begrijpt hoe mensen reageren en dus of er ongewenste bijeffecten van een maatregel ontstaan.”

Digital Twins

In 2005 is begonnen met bouwen en inmiddels is Urban Strategy een aantal jaar operationeel. “We zijn nu bezig om het instrumentarium verschillende kanten op te ontwikkelen. Bijvoorbeeld door realtime sensorinformatie te verwerken. We bouwen Digital Twins van een stad, dat hebben we onder meer gedaan voor Amsterdam, New Delhi, Singapore, Antwerpen en niet te vergeten Curaçao. In die stad kunnen we aan een aantal knoppen draaien en zo de impact van verschillende toekomstscenario’s doorrekenen. Zo hebben we voor Amsterdam gekeken naar de invloed van nieuwe mobiliteit. Omdat de investeringshorizon van een gemeente wel tien tot vijftien jaar ver reikt is het handig om daar technologiescenario’s tegenaan te hangen. We hebben bijvoorbeeld gekeken naar de invloed van diensten als Uber of Lift. In San Fransisco leidde dat tot heel veel extra files, omdat men deze vorm van transport verkiest boven het ov of de fiets. In Amsterdam zou het betekenen dat de hele stad op slot komt te zitten als men van het ov naar de auto overstapt.”

Gedragsmodellen

Nu veel gemeenten bezig zijn of gaan met het opstellen van een Omgevingsvisie lijkt Urban Strategy een ideale tool om in te zetten. “Het systeem komt niet met oplossingen”, nuanceert Borst deze aanname. “Het rekent alleen maar. Wel is het mogelijk om de effecten van bepaalde voorstellen door te rekenen. Wat gebeurt er als we de binnenstad autoluw willen maken? Dat zou die regio een schonere lucht opleveren, maar misschien wordt het probleem wel verplaatst omdat mensen gaan omrijden. Dat kan Urban Strategy voorspellen. Het systeem houdt rekening met het gedrag van mensen, het begrijpt hoe mensen reageren en dus of er ongewenste bijeffecten van een maatregel ontstaan.” Om het gedrag van mensen, dat steeds verandert, te kunnen blijven voorspellen, is Urban Strategy afhankelijk van data. “Zodat we weten wat de voorkeuren van mensen zijn. We bouwen momenteel aan een nieuwe generatie gedragsmodellen. De keuze voor een bepaald vervoersmiddel hangt niet alleen af van voor de hand liggende factoren als het weer. Het heeft ook te maken met status, autonomie of een veiligheidsgevoel. Die elementen nemen we mee in onze analyses.”

Integrale discussies en onderling begrip

Waar we bij het maken van een Omgevingsvisie vooral bij kunnen helpen is het bij elkaar brengen van alle factoren. De oude praktijk hield in dat bij het maken van een integraal plan alle informatie van deelaspecten bij elkaar werd gebracht. De geluidsexperts weet alles van geluid, terwijl de mobiliteitsmensen alles weten van verkeersafwikkeling. Dat zorgde voor lastige discussies. Nu we met Urban Strategy alle aspecten ineen hebben, kunnen we de impact van keuzes inzichtelijk maken. Dat levert meer begrip op voor elkaar en een integralere discussie. We bridged the gap between the silos. Binnen de overheid kunnen beleidsmakers makkelijker het bestuur meenemen in het verhaal. Maar ook bewoners kunnen we meenemen in het verhaal en dat creëert een sfeer van samenwerken.

Op zoek naar partners

Hoewel het systeem al enkele jaren operationeel is, wordt het nog niet op grote schaal gebruikt. “Wij zijn een R&D-organisatie”, verklaart Borst. “We werken in Nederland met een paar grote steden, waar nieuwe vragen geformuleerd worden die de technologie verder brengen. Internationaal gezien werken we veel samen met Singapore, omdat de ontwikkelingen daar heel snel gaan en met name overheidsgestuurd zijn. In Portland en San Francisco is het tegenovergestelde het geval, daar wordt veel aan de markt overgelaten. Die ervaringen zijn interessant om mee te nemen naar Europa, omdat we hier een combinatie van die twee systemen kennen. Om een lang verhaal kort te maken: we zijn op zoek naar partners die ons verhaal delen en het systeem verder willen uitrollen. Het past in onze missie om bedrijven in staat te stellen deze innovaties toe te passen met gemeenten. Samen met de markt kunnen we deze nieuwe manier van denken en de technologie versnellen.”