Receptenboek voor een actieve stad

Jorn Wemmenhove, Humankind

“We gebruiken de verschillende domeinen, spelen, sporten, bewegen en ontmoeten op een integrale manier om tot een zo actief mogelijke stad te komen.”

Door: Manon van Ketwich

In het kader van het Coalitieakkoord ‘Gezond, Groen, Gelukkig Groningen 2019-2022’ stelt gemeente Groningen een Beweegvisie op. Een integrale visie, opgesteld vanuit het perspectief van ruimte en mobiliteit, maar heel nadrukkelijk ook vanuit het sociale domein.

Adviesbureau Humankind werd ingeschakeld om de verbinding te leggen tussen al die verschillende afdelingen. “Van nature worden deze domeinen niet aan elkaar gekoppeld. Dat is wel altijd onze aanpak. In dit geval waren wij blij verrast met de expliciete vraag vanuit de gemeente om dit te doen”, vertelt Jorn Wemmenhove van Humankind. “De opdracht die we kregen vanuit de gemeente was echt het vertalen van de kennis die het culturele domein en het onderwijs hebben over sport naar de ruimtelijke inrichting van de leefomgeving. Hoe passen we de kennis toe in het ontwerp, dat was de vraag.”

Niet dezelfde taal

“In dit geval kwam de energie echt uit Maatschappelijke Ontwikkeling”, vertelt Wemmenhove. “Zij denken, als het om sport gaat, eerst aan de programmering van plekken, welke sporten je er kunt doen, de praktische kant van het verhaal. Verder heb je in dit domein te maken met buurtsportcoaches.” Humankind begon het project door alle betrokken partijen te interviewen. Wemmenhove kwam erachter dat de verschillende afdelingen niet dezelfde taal spreken. “Dat is inderdaad een belangrijk punt. Sowieso is het lastig afwijken van de normale gang van zaken.”

Bestaande infrastructuur beter gebruiken

Na de eerste verkennende gesprekken is in een brede ontbijtsessie de gezamenlijke agenda opgesteld. Hier werd ook de kennis van onder andere de buurtsportcoaches ingebracht. “Zij weten bijvoorbeeld hoe elke doelgroep reageert, wat er speelt in een wijk. Het was een heel open gesprek. Het voordeel was natuurlijk dat iedereen al geactiveerd was.” Het voornaamste doel was om te onderzoeken hoe de bestaande infrastructuur beter gebruikt kon worden. “De afdeling mobiliteit is van oudsher vrij technisch en afgeschermd, waardoor niet altijd de sociale impact van mobiliteit als één van de hoofdtaken wordt gezien. Maar hoe zou je bijvoorbeeld de fietsinfrastructuur ook voor andere activiteiten kunnen gebruiken? Dat soort dingen kwam voorbij.”

Praktisch hulpmiddel voor ontwerp, activering en participatie

Met de input uit alle bijeenkomsten is een receptenboek ontwikkeld dat helpt bij het maken van kwalitatief goede en toekomstbestendige sport-, speel-, beweeg- en ontmoetplekken te creëren. “Bij elke plek moet je je afvragen wat het kan betekenen voor een buurt, meer dan wat het nu is. We maakte altijd wel keuzes, maar een plek kan veel meer betekenen als je er samen over nadenkt. Een tribune bij een voetbalveld zou zomaar een mooie plek voor skaters kunnen zijn.” Het receptenboek is een praktisch hulpmiddel voor ontwerp, activering en participatie in de openbare ruimte met diverse voorbeelden van succesvolle beweegplekken in de openbare ruimte. Multifunctionaliteit en flexibiliteit in ontwerp maakt het toekomstbestendig en duurzaam. “We gebruiken de verschillende domeinen, spelen, sporten, bewegen en ontmoeten op een integrale manier om tot een zo actief mogelijke stad te komen. Binnen de domeinen proberen we een plek zo divers mogelijk te maken. Zo moet een speelplek de fantasie prikkelen, maar moet je ook nadenken over de diversiteit van een plek. Is de plek geschikt voor alleen spelen of ook voor samen spelen?” Bij de voorbereidingsfase maakte Humankind van elke buurt een scan, de samenstelling van de bewoners werd in kaart gebracht en ook het sportaanbod. “Omdat er natuurlijk verloop in een wijk zit wil je eigenlijk flexibele plekken maken die kunnen mee veranderen met een wijk.”

Extra aandacht voor toegankelijkheid

Een persoonlijke ambitie Wemmenhove is om extra aandacht voor toegankelijkheid te creëren. “Het receptenboek was al klaar toen ik in gesprek kwam met Rita van Driel, bestuurslid van het Internationaal Paralympisch Comité. Zij heeft nog meer specifieke kennis van toegankelijk sporten. Ik besefte toen nog meer dat speel- en sportplekken verbinden moeten zijn. Nu zijn ze meestal voor één groep en dat kan prima zijn, maar vaker moet een plek onderdeel zijn van een groter netwerk en écht inclusief. Dat is niet per se moeilijk. Een universeel ontwerp is meestal goed voor iedereen.”

“Buurtsportcoaches weten hoe elke doelgroep reageert, wat er speelt in een wijk.”