Meer ruimte voor groen en ontmoeten!

De wereldwijde uitbraak van COVID-19 heeft disruptieve gevolgen gehad voor ons mobiliteitsgedrag. In verschillende sectoren blijken we, ook met meer thuiswerken in combinatie met technologie, nog prima te kunnen blijven functioneren. Soms is dit zelfs efficiënter. Ons reisgedrag is daardoor sterk veranderd en op basis van de intenties die zijn uitgesproken door de Nederlandse bevolking is de kans aanwezig dat dit deels zal beklijven na COVID-19. We reizen daardoor ook in de toekomst minder voor het werk en meer buiten de spitsen, juist ook recreatief. Hierdoor ontstaat een betere spreiding van verkeer en daardoor minder files.

Blog Luc Wismans en Marco Aarsen (Goudappel Coffeng)

Tijdens COVID-19 zien we uit NVP-data duidelijk dat er minder voor het werk wordt gereisd, maar er wel meer recreatieve verplaatsingen zijn gemaakt. Daarnaast wordt het openbaar vervoer een stuk minder gebruikt en de fiets juist meer. Hoewel de totale hoeveelheid verkeer over de dag weer in de buurt komt van het oude niveau blijven de echte spitsen, zoals we daarvoor kenden, nog grotendeels uit. Daarmee zijn er ook minder files, wat bevestigt wat verkeerskundigen altijd beweren: Er hoeft niet heel veel verkeer uit de spits te worden gehaald om wel significante reductie van vertragingen te bewerkstelligen. Als we dat combineren met de intentie die mensen hebben uitgesproken om ook na COVID-19 niet meer volledig, maar nog steeds veel meer dan voorheen thuis te werken, dan geeft dat weinig aanleiding om fors te investeren in uitbreiding van capaciteit, maar uiteraard wel in het slim gebruik ervan.

Tegelijkertijd ligt er in onze steden een forse woningbouwopgave en een opgave op het gebied van leefbaarheid, milieu, veiligheid, klimaatadaptatie en -mitigatie. Dit alles zorgt voor een grote druk op de openbare ruimte in de stad. We praten daarom niet voor niets over een noodzakelijke mobiliteitstransitie én energietransitie. Bovendien heeft meer thuiswerken geleid tot een herwaardering van onze woonomgeving. Het is nog belangrijker geworden om te wonen (en te werken) in een aantrekkelijke omgeving met voldoende groen en plekken voor sociale interactie.

Luc Wismans (Goudappel Coffeng)

De herwaardering van onze woon- en werkomgeving, de meer gelijkmatige spreiding van verkeer over de dag, de klimaatopgave en de woningbouwopgave bieden samen kansen om kritisch te kijken naar de verkeersruimte in de stad. Kan dit met minder grijs en met meer groen? Minder ruimte voor asfalt en autoverkeer in de stad betekent meer ruimte voor aantrekkelijke voetgangersverbindingen, voor verblijven en groen, voor de klimaatopgave en voor mogelijk binnenstedelijke verdichting. Meer ruimte dus voor de 4 V’s: verbinden, vergroenen, verblijven en verdichten.

Steden kiezen de laatste jaren al steeds vaker voor meer ruimte voor lopen en fietsen om de leefbaarheid, gezondheid en aantrekkelijkheid te verbeteren. COVID-19 is een katalysator geworden om deze transitie te versnellen. Wereldwijd hebben we dit jaar gezien dat de fiets in veel steden nu echt zijn wellicht permanente plek verworven heeft. Drukke steden, waarbij werknemers bijvoorbeeld afhankelijk waren van metrosystemen, hebben massaal ingezet op de fiets. Rijbanen zijn blijvend vrij gemaakt van autoverkeer en in zijn geheel aan de fietser gegeven. Niet langer staat de auto, maar juist de mens centraal.

Marco Aarsen (Goudappel Coffeng)