Zero emissie



Jan Wouters, manager Innovatie en Green Mobility, AutomotiveNL

De automotive-toekomst valt niet te voorspellen

Of automobilisten ook echt overstappen op elektrische voertuigen, vindt Jan Wouters van AutomotiveNL niet zo spannend. Maar hoe de markt van brandstofcellen en accu’s er in 2030 of zelfs 2050 uitziet? Dat laat zich moeilijk voorspellen.

Het ziet er naar uit dat er in 2030 in Nederland alleen nog nul-emissie auto’s verkocht mogen worden. Dit lijkt een nogal radicale wetgeving, maar dat valt reuze mee. Over het algemeen wordt er van uit gegaan dat over een jaar of vijf de elektrische auto over de gehele gebruikscyclus goedkoper wordt dan de benzineauto. Subsidies en belastingkortingen zijn dan niet meer nodig.


Het ‘tipping point’ beleven we ongeveer in 2024 of 2025 en geldt wereldwijd - tenzij benzine zwaar gesubsidieerd gaat worden. Indien het aanbod van elektrische auto’s groot is, zal men massaal overgaan op de aanschaf daarvan. Samen met de verduurzaming van de energievoorziening wordt daardoor een flinke reductie in CO2-uitstoot gerealiseerd. En als de elektrische auto netjes geparkeerd staat, is de fijnstofuitstoot van de banden ook nog afwezig.


Vrachtverkeer

Met betrekking tot vrachtauto’s is de situatie wat gecompliceerder. Elektrificatie van de aandrijflijn kan al goed functioneren in stadsdistributie of interstedelijk transport, maar is wel een stuk lastiger bij internationaal langeafstandstransport. Indien er een hoge range wordt geëist, dan zijn er zoveel batterijen nodig dat de chauffeur voornamelijk accu’s aan het vervoeren is.


Een alternatief voor de accu is de brandstofcel, hoewel daar momenteel nogal wat nadelen aan zitten, zoals de efficiency en de prijs van de brandstofcel, de prijs van waterstof en het ontbreken van een goede infrastructuur.

Brandstofcellen

Toyota onderkent die problemen en zet flink in op een efficiëntere en grootschaligere productie van brandstofcellen. Het Amerikaanse Department of Energy (DOE) heeft berekend dat, als er een jaarlijkse productie van 500.000 brandstofcellen wordt gerealiseerd, de prijs van een brandstofcel van bijvoorbeeld een Toyota Mirai zakt van 23.000 naar 4.000 dollar.


Daarom is het Toyota’s strategie om dezelfde brandstofcellen, maar dan in andere aantallen, in te zetten in bussen en vrachtauto’s. Frappant is dat de kennis van Li-ion batterijen in dezelfde landen ligt als waar de brandstofcel het fanatiekst wordt ontwikkeld: Japan, Zuid-Korea en China.


Redenen die worden aangedragen voor de opkomst van brandstofcellen, zijn de impact van zeldzame materialen die het grootste deel van de accuprijzen innemen, de toegang tot die materialen en het onduidelijke ontwikkelingspotentieel van de huidige accu’s.

Solid-state accu’s

Indien er veel betere accu’s op de markt komen, zal de toekomst van de brandstofcel lastiger gemaakt worden.

Nochtans, deze komen er voorlopig niet. De hoop is gevestigd op de solid-state accu die een veel hogere energiedichtheid heeft dan de huidige Li-ion accu, die alweer 18 jaar oud is.

Intussen wordt de marktintroductie van de solid-state accu steeds weer uitgesteld. Bosch sprak twee jaar geleden over 2020. Nu spreekt zij over 2027. Panasonic heeft het zelfs over 2029. De Chinezen spreken gek genoeg over 2021.


2030 of zelfs 2050

Op internet zijn duizenden rapporten te vinden waarbij helder wordt uitgelegd hoe de wereld er in 2030 of zelfs 2050 uitziet. Daarbij lijkt het erop dat die toekomst vaststaat en deze ons min of meer overkomt. Maar op basis van het verleden weten we wel dat toekomstvoorspellingen meestal in het geheel niet uitkomen.

Op de Automotive Campus in Helmond ligt een geweldig groot Automotive-archief waar al die toekomstvoorspellingen sinds eind 19e eeuw zijn terug te vinden. Al lezend komt daarbij de gedachte op, hoe de denkers van toen er toch zo naast konden zitten.

We weten dus niet waar we precies uitkomen en welke fantastische uitvindingen er nog gaan komen. En dat is mooi, want dat betekent dat er nog van alles mogelijk is. Of de huidige ‘glazenbolkijkers’ die al ‘trendwatchend’ door de wijde wereld trekken er ook naast zitten? Dat zal de toekomst dan ook uitwijzen.